Oefentoets grammatica blok 1 en 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Noteer de pv
Job moest zijn oma bellen.

Noteer het ow
De hond begraaft zijn bot.

In welk rijtje staan splitsbare werkwoorden?

1. Verwachten, uitsparen, betalen, voorzeggen, voorzien
2. Uithalen, verwarmen, voordoen, vastmaken, nagaan
3. Uitstellen, bijslapen, doordenken, afnemen, afvallen
4. Nalaten, bijvoeren, doorgeven, opzeggen, onderstrepen

Noem 3 splitsbare werkwoorden

Wat is het wwg?
Jij zit de hele tijd te lachen.

1. zit
2. zit lachen
3. zit te lachen
4. jij

Wat is het wwg?
Wij mogen ook op zijn verjaardag komen.

1. mogen
2. mogen komen
3. wij
4. zijn verjaardag

welke 3 werkwoordsvormen kennen we?

Lijdend voorwerp

Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?

1. jij
2. het lijdend voorwerp
3. in die zin
4. kan vinden

De hond loopt kreupel

1. wel een lijdend voorwerp
2. geen lijdend voorwerp

Ik rijd vijftig kilometer.

In deze zin staat .....

1. wel een lijdend voorwerp
2. geen lijdend voorwerp

Thomas heeft Marieke bloemen gegeven.
Lijdend voorwerp =

1. Er is geen lijdend voorwerp
2. Thomas
3. Marieke
4. bloemen

Lijdend voorwerp
Mag ik jouw rekenmachine lenen ?

1. Mag lenen
2. ik
3. jouw rekenmachine
4. geen lijdend voorwerp

Wij gingen brood kopen.

In deze zin staat .....

1. wel een lijdend voorwerp
2. geen lijdend voorwerp

Wat is het lijdend voorwerp?

Sophie doet jou de groeten.

1. Geen lijdend voorwerp
2. jou
3. Sophie
4. de groeten

Mag ik jouw passer lenen?
ik=

1. onderwerp
2. lijdend voorwerp
3. werkwoordelijk gezegde

Koen waste de auto.
de auto =

1. onderwerp
2. werkwoordelijk gezegde
3. lijdend voorwerp

De timmerman zaagt de planken.
de planken =

1. werkwoordelijk gezegde
2. onderwerp
3. lijdend voorwerp

De vissen zwommen in een te kleine kom.
in een te kleine kom =

1. werkwoordelijk gezegde
2. onderwerp
3. lijdend voorwerp
4. overig zinsdeel

Carlijn deelde de proefwerkblaadjes uit.
Carlijn =

1. werkwoordelijk gezegde
2. onderwerp
3. lijdend voorwerp
4. overig zinsdeel