Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Oppervlakte en inhoud!
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
De diameter is 20 cm
De diameter is de lijn dwars door middelpunt!
De straal is de lijn vanaf het midden naar de buitenkant.
Slide 3 - Diapositive
Wat is de straal als de diameter 20 cm is?
A
20
B
40
C
10
D
80
Slide 4 - Quiz
De formule van de Opp van een cirkel is:
r⋅r⋅π
A
314,1 cm²
B
314,3 cm²
C
314,2 cm ²
D
314,5 cm²
Slide 5 - Quiz
www.bing.com
Slide 6 - Lien
Bij de volgende dia moet je het antwoord selecteren.
tip:
Als drie cirkels naast elkaar 30 cm in totaal is, dan weet je ook wat de diameter is van éé'n cirkel
Slide 7 - Diapositive
Oppervlakte van het Gestippelde gebied!
A
128.5 cm²
B
128.6 cm²
C
128.7 cm ²
D
128.8 cm²
Slide 8 - Quiz
Van één tegel is een bovenaanzicht te zien. Er is een gat in het midden.
Wat is de oppervlakte van het gedeelte linksonder?
Slide 9 - Diapositive
Welk stappenplan moet je doorlopen? (kies juiste volgorde) a) Oppervlakte vierkant. b) Gedeeld door vier. c) Opp Vierkant - Opp Cirkel d) Opp Cirkel.
A
a,b,c,d
B
d,a,c,b
C
d,a,b,c
D
d,a,b,c
Slide 10 - Quiz
Je ziet een balk met lengte 10, breedte 8 en hoogte 4 cm.
De uitslag van deze balk staat hierboven.
Slide 11 - Diapositive
Je weet dat 1dm³= 1liter Bereken de inhoud in hele liters van Balk
A
0.31L
B
0.32L
C
0.33L
D
0.34L
Slide 12 - Quiz
Bereken Lichaamsdiagonaal BH op één decimaal.
A
13.4cm
B
13.5cm
C
13.6cm
D
13.8cm
Slide 13 - Quiz
Een mier loopt van A naar C van C naar G en van G naar E
en van E terug weer naar A. Dat doet hij drie keer.
Slide 14 - Diapositive
Wat is de totale lengte van de mier als hij drie hele rondjes maakt?
A
41
B
43
C
42
D
44
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Vidéo
Eigenlijk is een cilinder een prisma. Toch?
De inhoud kun je berekenen
met de formule
hiernaast.
Slide 17 - Diapositive
Hoe bereken je de inhoud van de Cilinder hiernaast, met een gat in de vorm van een cilinder?
A
Eerst Inh Kleine Cil, dan Inhoud grote Cil en dan die twee plus elkaar.
B
Eerst Inh Kleine Cil, dan Inhoud grote Cil en dan die twee min elkaar.
C
Eerst de oppervlakte van bodem en dan oppervlakte van kleine cirkel en dan plus elkaar.
D
Eerst de oppervlakte van bodem en dan oppervlakte van kleine cirkel en dan min elkaar.
Slide 18 - Quiz
Bereken de inhoud van de rand. Doe dat op één decimaal.
A
254.5 cm ³
B
254.6 cm³
C
254.7 cm³
D
254.8 cm³
Slide 19 - Quiz
www.google.nl
Slide 20 - Lien
Als het goed is weet je wanneer je te maken hebt met een prisma en wanneer niet. Bereken de inhoud van deze prisma.
A
135.5 m³
B
130.5 m³
C
132.5 m³
D
145.5 m³
Slide 21 - Quiz
Rechts is een vergroting van links.
Alle zijden zijn vergroot met een bepaalde factor. De oppervlakte en inhoud van figuur GHI JKL is ook vergroot met een bepaald getal ten opzichte van figuur ABC DEF. De theorie staat in paragraaf 8,4
Slide 22 - Diapositive
A
De oppervlakte van rechter figuur is drie keer zo groot.
B
De oppervlakte van rechter figuur is negen keer zo groot.
C
De oppervlakte van rechter figuur is 27 keer zo groot.
D
De oppervlakte van rechter figuur is tien keer zo groot.
Slide 23 - Quiz
Bereken de Oppervlakte van de linker tent inclusief onderkant!