Bespreken pw tw3 - mw les 2

Vandaag
  • Proefwerk bespreken?
  • Opdracht 2 en 3 mv maken/bespreken
  • Thuis:
  • maken H4 Formuleren
  • Op school:
  • Zakelijk verslag bespreken
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Vandaag
  • Proefwerk bespreken?
  • Opdracht 2 en 3 mv maken/bespreken
  • Thuis:
  • maken H4 Formuleren
  • Op school:
  • Zakelijk verslag bespreken

Slide 1 - Diapositive

Proefwerkbespreking
  • 1 B een bijzondere vondst uit de Bronstijd  - 2pt 

  • 2 Alinea 1 en 2 (1 pt), want in alinea 1 wordt een bijzondere situatie genoemd en in alinea 2 wordt het onderwerp van de tekst genoemd / in beide alinea’s wordt duidelijk wat het onderwerp van de tekst is. (1pt) - 2pt 


Slide 2 - Diapositive

  • 3 Er zijn meerdere antwoorden mogelijk, bijvoorbeeld:  Met de Rolex wordt bedoeld dat het een bijzonder voorwerp (sieraad) was, waarmee gepronkt is. - 1pt 

  • 4 De tegenstelling bestaat uit wat er enerzijds bekend is over de opgraving en uit wat er anderzijds onbekend is over de opgraving. - 2pt 


Slide 3 - Diapositive

  • 5 daarna - 1pt 
  • 6 B opsommend verband - 1pt 
  • 7 C Sieraden - 1pt 
  • 8 Bijvoorbeeld: Het grootste raadsel is waarom men deze kostbaarheden bij elkaar heeft begraven. - 1pt 




Slide 4 - Diapositive

  • 9 D Een verzameling bronzen voorwerpen is de Vondst van het Jaar. - 2pt 
  • 10 = f, nederzetting = plaats waar een groep mensen zich vestigt - 0,5pt 
  • 11 = e, lokaal = plaatselijk - 0,5pt 
  • 12 = h, interpretatie = verklaring - 0,5pt 
  • 13 = c, talud = helling aan de zijkant van een dijk - 0,5pt 


Slide 5 - Diapositive

  • 14 het bedrijf Thocobags - 2 pt 
  • 15 Vier van de volgende: eerst – binnen twee weken – al snel – Nu/nu – Begin dit jaar– deze zomervakantie - 4x0,5pt 

Slide 6 - Diapositive

  • 16 We kregen snel veel aandacht van de media. - 2pt 
  • 17 ook -1pt 
  • 18 A later - 1pt 
  • 19 Nee, de tekst heeft geen slot (1pt) , want er komt nog een nieuwe vraag/ nieuwe informatie. (1pt) - 2pt` 

Slide 7 - Diapositive

  • 20 jongeren -1pt 
  • 21  1) Hou je tas (bij je)
  •       2) Een woordspeling op: ‘Hou je bek’ (mond)’.  - 2pt 
  • 22 In de tekst maakten Duco en Thomas gebruik van hun netwerk op school, van internet en van media (lokale radio en twee kranten) en later van social media. Ook hadden ze mooie visitekaartjes. Nu, in 2021 zou je …. - 2pt 

Slide 8 - Diapositive

Meewerkend voorwerp
Ga in je boek naar blz. 148

Slide 9 - Diapositive

Het meewerkend voorwerp
  • Annelie – wg – mv – altijd – lv – voor mijn verjaardag.
  • wg = geeft
  • lv: wat geeft Annelie? Bijvoorbeeld: een cadeau
  • mv: Aan/voor wie geeft Annelie een cadeau? Bijvoorbeeld: aan mij
  • => Annelie geeft aan mij altijd een cadeau voor mijn verjaardag.

Slide 10 - Diapositive

Nog één
  • mv – pv/wg – ow – laatst – een mooi computerspel.
  • ow = Wie doet iets?  Antwoord: Johan
  • pv/wg = welk werkwoord past hier? Bijvoorbeeld: kocht
  • mv: Aan/voor wie kocht Johan een mooi computerspel? Antwoord: voor zijn broertje
  • => Voor zijn broertje kocht Johan laatst een mooi computerspel.

Slide 11 - Diapositive

De laatste....
  •  lv – pv/wg – ow – mv – rest wg? (vraagzin)
  • ow = Thom
  • pv + rest wg = wat doet Thom? heeft verteld
  • lv= Wat heeft Thom verteld? een geheim (let op: vraagzin)
  • mv = Aan/voor wie heeft Thom een geheim verteld? aan zijn vriend
  • Welk geheim heeft Thom aan zijn vriend verteld?

Slide 12 - Diapositive

Opdracht 3


Meewerkend voorwerp in een zin met een ng.

Slide 13 - Diapositive

Is zo’n reis naar Australië niet veel te duur?
  • Is / zo'n  reis naar Australië / niet / veel te duur?
  • ow = zo'n reis naar Australië
  • ng = is [veel  te duur] 
  • mw = Aan/voor wie is zo'n reis naar Australië veel te duur? - Bijvoorbeeld: voor jou
  • Dus: Is zo’n reis naar Australië niet veel te duur voor jou?

Slide 14 - Diapositive

Die nieuwe lerares Engels lijkt eigenlijk heel aardig.
  • Die nieuwe lerares Engels / lijkt / eigenlijk / heel aardig.
  • ow = Die nieuwe lerares Engels
  • ng = lijkt [heel aardig]
  • mw = Aan/voor wie lijkt die nieuwe lerares Engels heel aardig? - Bijvoorbeeld: voor klas 2h
  • Voor klas 2h lijkt die nieuwe lerares Engels eigenlijk heel aardig.

Slide 15 - Diapositive

Zouden die op internet gekochte schoenen niet te groot zijn?
  • Zouden / die op internet gekochte schoenen / niet / te groot / zijn?
  • ow = die op internet gekochte schoenen
  • ng = zouden [ te groot] zijn
  • Aan/voor wie zouden die op internet gekochte schoenen te groot zijn? - voor Annemarie
  • Zouden die op internet gekochte schoenen voor Annemarie niet te groot zijn?

Slide 16 - Diapositive

  • De komende toets grammatica is behoorlijk lastig volgens de docent.
  • De komende toets grammatica is voor ons behoorlijk lastig volgens de docent.
  • Werd de toespraak van de directeur al snel saai?
  • Voor de bejaarden werd de toespraak van de directeur al snel saai.

Slide 17 - Diapositive

Aan de slag
Thuis zelfstandig:
H4 Formuleren - verwijzen naar mannelijke, vrouwelijk en onzijdige woorden
Startopdracht - uitlegvideo - opdracht 1 en 2

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive