woordsoorten hh-stof

Grammatica: woordsoorten
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Grammatica: woordsoorten

Slide 1 - Diapositive

Ontleden zinnen/ woorden
Redekundig ontleden = het verdelen van een zin in zinsdelen die een functie hebben in de zin, bijvoorbeeld het lijdend voorwerp. 

Taalkundig ontleden is het benoemen van woorden uit een zin op woordsoort. 

Slide 2 - Diapositive

De hond blaft onophoudelijk.

Welke vier woordsoorten zie je hier?
A
lidwoord, bijwoord, werkwoord, bijvoeglijk naamwoord
B
lidwoord, onderwerp, werkwoord, bijvoeglijk naamwoord
C
lidwoord, zelfstandig naamwoord, werkwoord, bijvoeglijk naamwoord
D
lidwoord, bijwoord, werkwoord, bijwoord

Slide 3 - Quiz

Het zelfstandig naamwoord

Slide 4 - Diapositive

Wat zijn de eigenschappen van het zelfstandig naamwoord?

Slide 5 - Carte mentale

lidwoorden

Slide 6 - Diapositive

Maak opdracht 1 (p. 246)
Maak alleen de nummers 1, 3 en 6

Slide 7 - Diapositive

bijvoeglijk naamwoord

Slide 8 - Diapositive

Welke kenmerken heeft heet bn nog meer?

Slide 9 - Carte mentale

voor en achter/ trappen/ stof
De oude man > lange vorm van het bn. 
De man is heel oud > korte vorm van het bn.

De man is oud, die man is ouder, die man is het oudst.

Stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden: houten/ koperen/ plastic 

Slide 10 - Diapositive

Maak opdracht 2 (p. 247)
Maak alleen de nummers 2 & 5

Slide 11 - Diapositive

zelfstandig- en hulpwerkwoord

Slide 12 - Diapositive

herkennen zww/hww

Slide 13 - Diapositive

Maak opdracht 3 (p. 248)
Maak alle opgaven van deze opdracht

Slide 14 - Diapositive

aanwijzend voornaamwoord

Slide 15 - Diapositive

Let op:
Dat en die zijn alleen aanwijzend voornaamwoord als je ze kunt vervangen door dit of deze.
Woorden als waarheen, waarom waar wanneer en hoe zijn geen vragende voornaamwoorden.

Slide 16 - Diapositive

Van welke schrijver is dat boek over die blinde portier?
Welke uitspraak is waar?
A
'welke' is geen vragend voornaamwoord.
B
"is" is een hulpwerkwoord
C
dat is een aanwijzend voornaamwoord
D
blinde is een zelfstandig werkwoord

Slide 17 - Quiz

Wat zou men in Den
Haag vinden van dergelijke roofovervallen?

Welke uitspraak is waar?
A
dergelijke is een bijvoeglijk naamwoord
B
Den Haag is een zelfstandig naamwoord
C
wat is een aanwijzend voornaamwoord
D
vinden is een hulpwerkwoord

Slide 18 - Quiz

Het voorzetsel

Slide 19 - Diapositive

Noteer de voorzetsels: "Veel meiden kijken in hun vrije tijd graag naar klusprogramma's."
kleine letters! schrijf een spatie tussen antwoorden

Slide 20 - Question ouverte

Noteer voorzetsels: "Na schooltijd spelen ze liever een computergame of voetballen ze op een trapveldje.

Slide 21 - Question ouverte

Bijwoord

Slide 22 - Diapositive

Bijwoord 2

Slide 23 - Diapositive

bijvoeglijk of bijwoord
Bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord. 
Een bijwoord zegt iets over een ander bijwoord of over een werkwoord. 

Slide 24 - Diapositive

Maak opdracht 6 (p. 249)

Slide 25 - Diapositive