Lezen § 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Lezen § 1

Lesdoel: 

• Je kan leesstrategieën gebruiken om informatie uit de tekst te halen.
• Je kan woordraadstrategieën gebruiken om de betekenis van onbekende woorden te vinden.

programma:

1. resultaten toets Nederlands
2. Leesboek 2 volgende les meenemen!
3. Uitleg leesstrategieën
4. maken: opdr. 2
5. uitleg woordraadstrategieën
6. maken: opdr. 3, 4, 5 en 6 

Uitleg §1 - blz. 10

Leesstrategieën.

• Wat is een strategie?
• Welke manieren van lezen ken je al?

Lees de uitleg in het boek goed door en maak opdr. 2.

start opdr. 2

10 min.

antwoorden opdr. 2

uitleg woordraadstrategieën - blz. 11

• Wat doe jij als je een moeilijk woord tegenkomt? 

aan de slag

maak opdr. 3 en 4

Vraag

Wat doe je als je oriënterend leest?

Schrijf dit op in je schrift.

huiswerk

Maak opdr. 2, 3 en 4 af.
Leer de theorie van blz. 10 en 11.

Kies een leesboek in de bibliotheek.

Leesvaardigheid §1 - les 2 

Lesdoel:

Je kan lees- en woordraadstrategieën toepassen.

programma

1. opwarmertje theorie
2. nabespreken HW
3. aan de slag met opdr. 5 t/m 7 

welke leesstrategieën ken je?

Schrijf ze op in je schrift.

Wanneer ga je precies lezen?

Geef ook een voorbeeld.

Wat is oriënterend lezen?

Schrijf alle stappen op.

Wat is een synoniem?

nakijken HW

aan de slag

Maak opdr. 5 t/m 7

afsluiter

Wat doe jij als je in een tekst een moeilijk woord tegenkomt?

HW

Maak opdr. 5, 6 en 7 af.
Leer de theorie!

leesvaardigheid §2 - blz. 20

Onderwerp en hoofdgedachte.

Doel: je kan het onderwerp van een tekst benoemen.

programma

1. HW nakijken + HW noteren in je Plenda
2. uitleg:  Onderwerp en hoofdgedachte - blz. 20
3. Aan de slag

nakijken

uitleg - blz. 20

Lees mee in je boek!

Dus, wat is de hoofdgedachte van een tekst?

Waar vind je de hoofdgedachte?

Maak aantekeningen!

Deze vind je vaak in de titel, in de eerste alinea (inleiding) of in de laatste alinea (slot).

Dit noemen we voorkeursplaatsen.

Bij nieuwsberichten is de hoofdgedachte vaak de eerste zin.

Vind je hem niet in de tekst, dan moet je hem zelf formuleren.

Schrijf hem altijd op in één zin.

Geef aan of het bij onderstaande zinnen om een onderwerp of hoofdgedachte gaat.

a. Franse kazen en Duitse worsten

b. De belasting op vliegtickets moet omhoog.

c. De laatste film van Jared Leto is de moeite waard.

d. De middeleeuwen door de ogen van een boerenknecht

aan de slag

Maak opdr. 2 en 3.

Klaar: maak opdracht 4 ook nog even.

afsluiter

1. Wat is de hoofdgedachte van een tekst?

2. Hoe vind je de hoofdgedachte?

3. Hoe schrijf je de hoofdgedachte op?

leesvaardigheid §3

tekstdoelen en tekstsoorten

Lesdoel: Je kan tekstdoelen bepalen en weet wat tekstsoorten zijn.

programma

1. terugblik vorige les en HW nakijken

Lezen in jouw leesboek

2. HW in Plenda zetten

3. uitleg tekstdoelen en tekstsoorten

4. aan de slag

terugblik vorige les + afspraken

jassen, wc-bezoek, praten 

afspraken:

1. Hooguit twee leerlingen naar het toilet,
kom op tijd naar school, berg je jas op en ga naar de wc. 
Ook bij BV geen jassen in het lokaal!

1. 
   
2. praat niet door een uitleg heen
   
   
3. leidt elkaar niet af -> we werken in stilte
   -> na twee waarschuwingen volgen er maatregelen. 

HW nakijken - blz. 20

opdr. 2 en 3

HW in Plenda zetten:

Leer de uitleg op blz. 25

Maak 1, 2, 3(t/m vraag 10) en 4 (1 en 2).

Lezen in je leesboek

Je hebt deze week 2/5 deel van je boek uitgelezen.

4 min. minipauze

toilet bezoek?

Wees stil op de afdeling!!

uitleg - blz. 25

Tekstdoelen en tekstsoorten

aan de slag

Maak 1, 2, 3(t/m vraag 10) en 4 (1 en 2).

afsluiter

1. Welke 5 tekstdoelen ken je?

2. Waaraan herken je het activerende tekstdoel?

HW

Maak opdr. 1 t/m 4 af.

Lees goed door in je leesboek!