Voorbereiding Winterexamen

• NT2
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Voorbereiding Winterexamen

* Wat wordt er gevraagd bij je examen?

* Waar wordt je op beoordeeld?

* Oefenen met de stof

Winterexamen Nederlands

Opdracht:

Maak een keuze uit 2 overwinningstoespraken en maak van één van deze toespraken een analyse. De analyse moet minimaal 300 woorden bevatten.

Zorg dat bij de analyse de volgende items in ieder geval besproken worden:.

De ‘grote vijf’;

- publiek / doel

- inhoud / thema

- toon / atmosfeer ("mood")

- stilistische kenmerken

- structuur

* Benoem (en leg uit) ten minste twee voorbeelden van ‘framing’.

* Van welke partij denk je dat deze toespraak afkomstig is en waarom?

Beoordeling op criteria A + D

A: Analysing (grade 5/6)

The student:

i. competently analyses the content, context, language, structure, technique, style of text(s) and the relationship among texts

ii. competently analyses the effects of the creator’s choices on an audience

iii. sufficiently justifies opinions and ideas with examples and explanations; uses accurate terminology

D: Using language (grade 5/6)

The student:

i. uses a varied range of appropriate vocabulary, sentence structures and forms of expression competently

ii. writes and speaks competently in a register and style that serve the context and intention

iii. uses grammar, syntax and punctuation with a considerable degree of accuracy; errors do not hinder effective communication

iv. spells/writes and pronounces with a considerable degree of accuracy; errors do not hinder effective communication

De 'grote'

Tekstanalyse

Lesdoel:

De "grote 5" in tekstanalyse kunnen herkennen en toepassen. 

Het uitgangspunt...

Je kunt over elke tekst verschillende vragen stellen.

De antwoorden op deze vragen gebruik je vervolgens om de tekst op een coherente manier te analyseren. 

Een kort overzicht

1) publiek / doel

2) inhoud / thema

3) toon / atmosfeer ("mood")

4) stilistische kenmerken

5) structuur 

1) Publiek / doel

● Voor wie is de tekst geschreven? Ben jij deel van dat beoogde publiek of niet?

● Wat wil de schrijver met zijn tekst bereiken? Waarom heeft hij de tekst geschreven?

● Wie heeft de tekst geschreven?

● Wat vertelt het taalgebruik in de tekst ons over de context waarin de tekst geschreven is?

2) Inhoud / thema

● Wat ‘gebeurt’ er letterlijk in de tekst?

● Waar gaat de tekst over?

● Wat zijn de belangrijkste ideeën in de tekst? Wat is de boodschap van de tekst?

https:

3) Toon / "mood" 

● Hoe laat de tekst jou en/of het beoogde publiek voelen?

● Beschrijf de atmosfeer van de tekst.

● Wat is de ‘toon’ van de schrijver?

https:

Wat kun je zeggen over de toon en atmosfeer van dit fragment?

4) Stilistische kenmerken

● Hoe gebruikt de schrijver taal om bepaalde gevoelens of een boodschap over te brengen?

● Welke stijlmiddelen gebruikt hij daarvoor?

● Welke stilistische kenmerken gebruikt de schrijver?

https:

Wat kun je zeggen over het gebruik van stilistische kenmerken en het effect ervan?

5) Structuur

● Hoe is de tekst opgebouwd? Letterlijk: lay-out, format

● Welke structurele elementen van bepaalde tekstsoorten herken je?

● Wat voor soort tekst is het?

Wat is je conclusie over de structuur van deze tekst?

Framing

'Framing is het bewust gebruiken van woorden die positieve of negatieve associaties oproepen. Op die manier kun je het standpunt van iemand beïnvloeden.'

bron:https://www.debatinstituut.nl/bibliotheek/debatteren/wat-is-framing/ https://www.debatinstituut.nl/bibliotheek/debatteren/wat-is-framing/

Vertel in maximaal 2 zinnen wat het belangrijkste is dat je geleerd hebt vandaag.

Heb je nog vragen, stel ze hier

Hoe goed begrijp je de "grote 5" van tekstanalyse?

😒🙁😐🙂😃

https: