Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 90 min
Éléments de cette leçon
S1.21 Hartfalen
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Welk groot bloedvat vertrekt uit de rechterkamer van het hart?
A
De bovenste holle ader
B
De aorta
C
De longslagader
D
De longader
Slide 3 - Quiz
Wat is het grootste bloedvat van ons lichaam?
A
Aorta
B
Longslagader
C
Poortader
D
Holle ader
Slide 4 - Quiz
In welke ruimte ligt de AV-knoop (boezemkamerknoop)
A
In de linkerboezem
B
In de linkerkamer
C
In de rechterboezem
D
In de rechterkamer
Slide 5 - Quiz
In welk gedeelte van het hart is de wand het dikst?
A
Linkerboezem
B
Linkerkamer
C
Rechterboezem
D
Rechterkamer
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Onder te verdelen in 4 categorieën
Oorzaken van hartfalen
Slide 9 - Diapositive
Oorzaakgroep 1
De hartspier is aangetast door ziekte
Door bijvoorbeeld:
ontsteking hartspier
hartinfarct
vit B te kort
Slide 10 - Diapositive
Oorzaakgroep 2
Het hart wordt chronisch overbelast
Door bijvoorbeeld:
hoge RR
COPD
overgewicht
vernauwende of lekkende hartklep problemen
Slide 11 - Diapositive
Waarom raakt het hart overbelast bij COPD?
Slide 12 - Question ouverte
Slide 13 - Diapositive
Oorzaakgroep 3
Het hart wordt acuut overbelast
Door bijvoorbeeld:
longontsteking
koorts
boezemfibrilleren
longembolie
hittegolf
Slide 14 - Diapositive
Oorzaakgroep 4
Het hart kan niet goed uitpompen
Door bijvoorbeeld:
teveel bètablokkers
ontsteking van het hartzakje
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Vidéo
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Wat gebeurt er bij hartfalen links?
De linkerharthelft faalt
De linkerhartkamer, stuwt het vocht terug in de longen in, (long oedeem) dit geeft kortademig heid
Een droge hoest, nachtelijke kortademigheid, en het onvermogen om plat te liggen.
Deze patiënten hebben altijd een paar kussens nodig als ze gaan slapen
Slide 21 - Diapositive
Longfoto (x-thorax)
Rechtop zitten helpt
Slide 22 - Diapositive
Reactie van het lichaam op hartfalen
In de nieren zullen ze merken dat de RR daalt en gaan meer natrium en water vasthouden (natriumretentie)
Door de stress, zal ook adrenaline actief worden, geeft snelle pols, verhoogde gevoeliger voor ritmestoornissen, vernauwing van de slagadertakjes en maakt zuurstof behoefte hart alleen maar groter
Zal dit positief zijn voor het hart?
Nee, het hart zal het hierdoor alleen maar zwaarder krijgenen groter worden. De oplossing van het ene systeem (nieren en lage RR) is slecht voor het andere (hart)
Slide 23 - Diapositive
Hartfalen links
Hartfalen rechts
Hartfalen rechts
Hartfalen rechts
Hartfalen rechts
Hartfalen links
Hartfalen links
Hartfalen links
Slide 24 - Question de remorquage
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Diapositive
Slide 28 - Diapositive
Slide 29 - Diapositive
Leefstijladviezen
Vochtbeperking tot 1,5 2,0 liter per dag wordt geadviseerd bij patiënten met hartfalen Nyha klasse III en IV
Eveneens geldt voor de hiervoor genoemde groep een natriumbeperking tot 25 gram/dag.
Aanbevolen wordt om zich dagelijks routinematig te wegen (het liefst in de ochtend na het opstaan). Bij gewichtstoename van 2 kg of meer in drie dagen mag patiënt zelf de diuretica ophogen of moet hij contact zoeken met behandelaar.
Adviseren en motiveren om te stoppen met roken.
Gewichtsreductie wordt aanbevolen bij patiënten met obesitas.
Slide 30 - Diapositive
Leeftstijladviezen
Een jaarlijkse griepvaccinatie wordt aangeraden.
Regelmatige lichaamsbeweging, dagelijks 30 60 minuten lichte tot matige inspanning, is belangrijk bij patiënten met stabiel chronisch hartfalen.
Alcoholinname moet worden beperkt tot 1-2 E/dag.
Bij ernstig hartfalen wordt verblijf op grote hoogte ontraden evenals reizen naar warme en vochtige gebieden.
Patiënten met hartfalen Nyha klasse IV zijn in principe ongeschikt voor het besturen van een auto.
Slide 31 - Diapositive
ACE remmers
Ze hebben een vaatverwijdend en daardoor bloeddrukverlagend effect, waardoor het hart minder belast wordt.
Bètablokkers
Door blokkering van de werking van onder andere adrenaline worden het hartritme en de bloeddruk verlaagd, waardoor de werklast voor het hart vermindert.
Diuretica
Stimuleren de urineproductie waardoor het bloedvatenstelsel minder gevuld wordt; met als gevolg dat de bloeddruk daalt.
Het hart wordt ontlast doordat het niet zoveel bloed hoeft rond te pompen.
Slide 32 - Diapositive
Bloedverdunners
Ze hebben invloed op de stolling van het bloed. Bloedverdunners worden vaak gegeven bij: boezemfibrilleren, een zeer wijd hart, na een kunstklepimplantatie en ter voorkoming van trombose (bloedstolling) en longembolieën.
Bloedplaatjesremmers
Ze hebben invloed op de stolling van het bloed. Bloedplaatjesremmers worden vaak gegeven na een hartinfarct, dotterprocedure, vaat- of omleidingsoperatie of beroerte (herseninfarct).
Nitraten
Verwijden de bloedvaten waardoor het hart het bloed makkelijker rondpompt. Hierdoor neemt de zuurstofvoorziening van het hart toe en de kans op klachten af.