4.1 deel 2

4.1 deel 2
Gebruik je boek bij het beantwoorden van de vragen! Gebruik de stukjes tekst: "De Verlichting" en "Kritiek"
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

4.1 deel 2
Gebruik je boek bij het beantwoorden van de vragen! Gebruik de stukjes tekst: "De Verlichting" en "Kritiek"

Slide 1 - Diapositive

Wat betekent "rationeel denken"?
A
Denken op basis van gevoel
B
Denken op basis van verstand en logica
C
Geloven in tradities en gewoontes
D
Het navolgen van een religieuze overtuiging

Slide 2 - Quiz

Waarom vonden Verlichte denkers vrijheid van meningsuiting belangrijk?

Slide 3 - Question ouverte

Wie schreef mee aan de "Encyclopédie"?
A
John Locke en Voltaire
B
Montesquieu en Rousseau
C
Diderot en d'Alembert
D
Kant en Hobbes

Slide 4 - Quiz

Wat is een belangrijk doel van de Verlichting?

Slide 5 - Question ouverte

Wat bedoelde Montesquieu met de trias politica?
A
Een koning moet alle macht hebben
B
De wet moet door iedereen worden geschreven
C
De macht moet verdeeld worden in drie delen
D
God moet de leiding hebben over een regering

Slide 6 - Quiz

Leg uit waarom de standenmaatschappij als onrechtvaardig werd gezien door Verlichte denkers.

Slide 7 - Question ouverte

Wat geloofden veel Verlichte denkers over religie?
A
Religies moesten verboden worden
B
Mensen moesten verdraagzaam zijn tegenover andere godsdiensten
C
Religies waren niet nodig en moesten verdwijnen
D
Alleen het christendom was de juiste religie

Slide 8 - Quiz

Beschrijf hoe de Encyclopédie heeft bijgedragen aan de verspreiding van Verlichte ideeën.

Slide 9 - Question ouverte

Wat vond Voltaire over God?
A
God had de wereld geschapen en hield zich verder afzijdig
B
God strafte mensen via rampen
C
God moest vereerd worden in een kerk
D
God was niet belangrijk volgens Voltaire

Slide 10 - Quiz

Hoe probeerden Verlichte denkers machtsmisbruik te voorkomen?

Slide 11 - Question ouverte

Wat betekent atheïsme?
A
Geloof dat God alles bestuurt
B
Geloof dat er meerdere goden zijn
C
Geloof dat er geen god bestaat
D
Geloof in rationeel denken

Slide 12 - Quiz

Waarom was vrijheid van religie een belangrijk thema tijdens de Verlichting?

Slide 13 - Question ouverte

Wat vond John Locke dat een regering moest doen?
A
De wil van God uitvoeren
B
De rechten van mensen beschermen
C
Macht behouden voor de koning
D
Religieuze wetten invoeren

Slide 14 - Quiz

Leg uit wat de Verlichting heeft betekend voor de standenmaatschappij.

Slide 15 - Question ouverte

Welke keuze hoort niet bij de ideeën van de Verlichting?
A
Kritiek op de standenmaatschappij
B
Het belang van vrijheid van meningsuiting
C
Gelijkheid voor iedereen
D
Aanhang van absolute monarchieën

Slide 16 - Quiz

Welke drie machten onderscheidde Montesquieu in de trias politica?
A
Koning, kerk en adel
B
Parlement, volk en rechters
C
Wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht
D
Eerste, tweede en derde stand

Slide 17 - Quiz

Wat bedoelden Verlichte denkers met ‘mensenrechten’?

Slide 18 - Question ouverte

Welke kritiek hadden Verlichte denkers op religieuze instellingen?
A
Ze waren te verdraagzaam
B
Ze gebruikten macht om mensen te onderdrukken
C
Ze verspreidden kennis en wetenschap
D
Ze ondersteunden de Verlichting

Slide 19 - Quiz

Waarom waren de ideeën van de Verlichting belangrijk voor de democratie?

Slide 20 - Question ouverte