4H 9.4 De Verenigde Staten

9.4 De Verenigde Staten
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

9.4 De Verenigde Staten

Slide 1 - Diapositive

Vrijemarkteconomie
  • Ondernemers mogen zelf bepalen wat en hoe ze hun geld willen verdienen. 
  • Wet van vraag en aanbod bepaalde wat er geproduceerd werd.
  • Er zijn weinig overheidsregels (zeker in de VS).
  • Consumptiemaatschappij

Wereldkapitalisme

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Beurskrach 1929
Oktober 1929 beurskrach VS: de aandelenkoersen op de beurs daalden ineens snel.
 

Overschotten -> verlaging productie -> paniekverkoop van aandelen (beurskrach) -> kredieten niet terugbetaald -> banken/bedrijven failliet -> miljoenen werklozen -> veel armoede

Slide 5 - Diapositive

Oorzaken economische crisis VS
1. Overproductie in de landbouwsector
- mechanisatie (machines kopen met geleend geld) 
- ontstaan van overschotten (hervatting landbouw in EU)

2. Financiële risico's banken
Banken gaan akkoord met speculeren met aandelen / geleend geld. Geloven dat de economie alleen maar kan groeien.

Slide 6 - Diapositive

3. Boeren, bedrijven en burgers kopen alles op afbetaling
  1. Boeren lenen om hun productie te verhogen (mechanisatie)
  2. Bedrijven lenen om te kunnen uitbreiden (schaalvergroting) 
  3. Consumenten lenen om (luxe)producten te kopen
  4. Aandeelhouders lenen om (meer) aandelen te kopen
    bv: 'Voor elke $ die is verdiend, geven Amerikanen 5$ uit'
 


Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Wat zijn de oorzaken van de economische wereldcrisis in 1929? En wat is de aanleiding?
Oorzaken
Aanleiding
Landbouwoverschotten
Lenen van geld
Beurskrach
Speculatie in aandelen

Slide 9 - Question de remorquage

Slide 10 - Diapositive

Hoover (Republikein)
  • Veel mensen zijn dakloos, geen 
     werkloosheidsuitkering
  • Ontstaan sloppenwijken, deze worden 
      spottend 'hoovervilles' genoemd

  • Opvatting Republikeinse president Hoover:   optimistisch, wachten tot de economie zich
     vanzelf hersteld, geen overheidsingrijpen.
  • Ondanks de crisis: optimistisch!
  • 1932: niet herkozen, de Democraat
      Franklin D. Roosevelt wordt gekozen

Slide 11 - Diapositive

Roosevelt (democraat)
  • Roosevelt liet de wel overheid ingrijpen in de economie met de New Deal > subsidies, sociale wetten en werkverschaffingsprojecten.
  • Eerste 100 dagen presidentschap: 
     werkloosheidsuitkeringen, 
     hypotheekgaranties, banken gered

  • Langzaam ging het beter, maar er komt nog
     geen definitief einde aan de crisis door de 
     New Deal (1938: nog 9.000.000 werklozen)

Slide 12 - Diapositive

FDR
FDR staat voor Franklin Delano Roosevelt, de democratische Amerikaanse president.
Lekkende kraan
Deze lekkende kraan staat voor de New Deal.
Taxpayer
De man staat voor de Amerikaanse belastingbetaler, die het geld voor de New Deal moet opbrengen.
$16 bilion spent
Er is al $16 miljard besteed aan de New Deal.

Slide 13 - Diapositive