bs 3.1 je gezondheid

Verzorging
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
VerzorgingMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Verzorging

Slide 1 - Diapositive

Welkom 


Thema 3 

BS 1: Gezondheid & ziekte

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen

Ik kan uitleggen:


-wat geestelijk, lichamelijk en sociaal gezond zijn is

- op welke vier manieren je ziek wordt


Slide 3 - Diapositive

Gezondheid
Lichamelijk welzijn
                                               
                                                   Geestelijk welzijn

                                                                                                 sociaal welzijn

Slide 4 - Diapositive

Hoe word je ziek?
erfelijk
          
                        infectie


aangeboren

                         leefstijl

Slide 5 - Diapositive

Leefstijl

Snoepen

Slecht bewegen

Roken

Alcohol

Felle zon

Weinig slaap

Slide 6 - Diapositive

gezond:



- voldoende slaap
- gezonde voeding
- jezelf goed verzorgen
- vrienden
- sporten
minder gezond:

- slecht eten
- alcohol
- tabak
- luchtvervuiling
- vuil of ongedierte in je huis
-gevaarlijk gedrag

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

goede nachtrust 
niet doen :

  • - blauw licht
  • - spannende film
  • - te veel eten en drinken

wel doen: 

  • - verwarming uit
  • - raampje open
  • - warme douche/bad
  • - glas warme melk

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Corona
Hoe krijg je dat?
en
Hoe voorkom je dat?

Slide 11 - Diapositive

Geef je gezondheid een cijfer van 1-5
(5 is heel gezond)
Welk cijfer geef je je lichamelijke gezondheid vandaag en waarom?

Slide 12 - Question ouverte

welk cijfer geef je je geestelijke gezondheid vandaag en waarom?

Slide 13 - Question ouverte

Welk cijfer geef je je sociale gezond vandaag en waarom?

Slide 14 - Question ouverte

Ralf heeft kramp in zijn been. Daar wordt hij chagrijnig van. 
Ralfs                                   gezondheid beïnvloedt zijn
 gezondheid.
 

Katinka verveelt zich en voelt zich ongelukkig. Daardoor krijgt ze maagpijn. Katinka's                                gezondheid beïnvloedt haar
                        gezondheid.

lichamelijke
lichamelijke
geestelijke
geestelijke

Slide 15 - Question de remorquage

De vakantie is weer voorbij. Zoals altijd voelt Tamara zich dan niet lekker. Ze piekert en heeft buikpijn. Op school is er een meisje dat haar altijd pest. Ze pakt ook Tamara's vriendinnen van haar af. Als Tamara aan haar denkt, voelt ze zich al ziek.
Wie heeft er invloed op Tamara's gezondheid?

Slide 16 - Question ouverte

Waar heeft de persoon uit de vorige vraag invloed op?
A
Tamara's lichamelijke gezondheid
B
Tamara's geestelijke gezondheid
C
Tamara's sociale gezondheid
D
Op alle drie de soorten gezondheid

Slide 17 - Quiz

Door goede voeding en sporten voel je je lekker. Net als door jezelf goed te verzorgen. Dat heb je al geleerd in het vorige boek. Ook door vrienden kun je je gezonder voelen.
Daarnaast is goed slapen belangrijk voor je gezondheid. Je lichaam en je geest rusten dan uit. Daardoor voel je je beter.

Welk vijf dingen uit het verhaaltje hierboven zijn goed voor je?

Slide 18 - Question ouverte

Waarom is slapen belangrijk?

Slide 19 - Question ouverte

Hoe voel jij je als je 's morgens wakker wordt?
A
moe
B
uitgerust

Slide 20 - Quiz

Slaap jij goed?
A
Ik slaap altijd goed
B
Ik slaap meestal goed
C
Ik slaap vaak slecht
D
Ik slaap altijd slaecht

Slide 21 - Quiz

Wat zou je kunnen doen om beter te slapen?

Slide 22 - Question ouverte

Lees onderstaande tekst
Er zijn veel oorzaken van ziekten. Sommige mensen worden geboren met een ziekte. Zo'n ziekte noem je aangeboren.
Een ziekte kan ook 'in de familie zitten'. De familieleden hebben dan een grotere kans op dezelfde ziekte. De ziekte is dan erfelijk.
Je kunt ook ziek worden doordat er ziekteverwekkers in je lichaam komen. Daardoor kun je bijvoorbeeld griep krijgen of verkouden worden. Zulke ziekten heten infectieziekten.
Ten slotte kun je ziek worden door de manier waarop je leeft. Zo'n ziekte is een leefstijlziekte.

Slide 23 - Diapositive

Gerard heeft zijn hele leven al een bloedziekte:
Paul rookt. Hij heeft daardoor een grotere kans op kanker:
Tien leerlingen hebben griep:
Veel mensen binnen Ellens familie hebben diabetes (suikerziekte)
aangeboren ziekte
leefstijlziekte
infectieziekte
erfelijke ziekte

Slide 24 - Question de remorquage

juist
onjuist
Je keuzes hebben gevolgen voor je gezondheid
huidkanker is een infectieziekte
Als je ongezond eet ga je altijd dood aan een hartziekte
gaatjes in je tanden zijn een leefstijlziekte

Slide 25 - Question de remorquage


In de puberteit heb je soms depressieve gedachten.
Dat hoort bij................. gezondheid.

A
lichamelijke
B
geestelijke
C
sociale

Slide 26 - Quiz


Als je de ziekte van pfeiffer hebt
gaat het over ............... gezondheid.
A
lichamelijke
B
geestelijke
C
sociale

Slide 27 - Quiz

Als ik goed kan slapen
dan past dat bij
A
lichamelijke gezondheid
B
sociale gezondheid
C
geestelijke gezondheid
D
Lichamelijke en geestelijke gezondheid

Slide 28 - Quiz

Onder welke soort gezondheid valt de volgende klacht: Sam heeft een paniekaanval
A
Geestelijke gezondheid
B
Lichamelijke gezondheid
C
Sociale gezondheid

Slide 29 - Quiz

Welke gezondheid heeft het meest te maken met gezonde voeding?
meerdere antwoorden goed.
A
lichamelijke gezondheid
B
geestelijke gezondheid
C
sociale gezondheid
D
Ze hebben allemaal invloed op elkaar

Slide 30 - Quiz

opdracht
Maak 'pillen' met een bemoedigende 
boodschap. Je mag deze online opzoeken
schrijf ze op een strookje papier en rol dat 
op tot een 'pilletje'.

Ontwerp een etiket voor de pillen van 
'dokter GT1A'

Slide 31 - Diapositive