Methodisch handelen, les 4

methodisch handelen
les 4
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
VerzorgendeMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

methodisch handelen
les 4

Slide 1 - Diapositive



Bijzonderheden
vragen?

Slide 2 - Diapositive

Deze les:
  • planning deze periode
  • lesdoelen
  • terugblik
  • theorie
  • opdrachten
  • evalueren

Slide 3 - Diapositive

planning:
Les 4-6: Vraag in kaart brengen, Doelen formuleren, Activiteiten plannen 
lesweek 7: Organiseren en afstemmen, rapporteren
lesweek 8: Evalueren, overdracht en ontslag
Uitleg en voorbereiding exameneenheid B
lesweek 9: inleveren toetsen = 14 april 
VIG: Oefenopdracht BPV Digibib - Draagt mede zorg voor het individuele plan van de zorgvrager  BPV beoordeeld.  
MZ: Oefenopdracht BPV Digibib C - inventariseert de hulpvragen van de cliënt.  BPV beoordeeld
Opdracht observeren: vakdocent beoordeeld
lesweek 9: geen les 

Slide 4 - Diapositive

Lesdoelen:
  • Je kunt beschrijven hoe je een zorgprobleem formuleert en je kunt op basis van een casus een correct zorgprobleem formuleren.
  • Je weet hoe je een beginsituatie kan schrijven voor een cliënt (casus)
  • Je kan zelfstandig een start maken aan de beginsituatie van je eigen cliënt/ aan de digibib opdracht

Slide 5 - Diapositive

wat gebruik je om gegevens te verzamelen?

Slide 6 - Carte mentale

Wat is het doel van observeren?
A
onderzoeken en ontleden van gegevens
B
verzamelen van informatie

Slide 7 - Quiz

Wat is een participerende observatiemethode?
A
neemt deel aan de situatie
B
je bent toeschouwer van de situatie

Slide 8 - Quiz

Noem 3 voorbeelden wat je kunt observeren bij een cliënt?

Slide 9 - Question ouverte

Observatie
Observeren is het bewust, systematisch en gericht waarnemen (zien, horen, ruiken of voelen) met als doel gegevens over de zorgvrager verzamelen.

Het doel van observeren is het verzamelen van informatie om een antwoord te vinden op een algemene of specifieke vraag, zoals:

  • Welk gedrag vertoont meneer Post tijdens het bezoek?
  • Hoe reageert Johannes de Boer op nieuwe slaapmedicatie?
  • Kan meneer Werner zichzelf wassen?

Slide 10 - Diapositive

Noem hulpmiddelen bij observeren?

Slide 11 - Carte mentale

Gegevens verzamelen
Op basis van (anamnese)gesprekken, observaties en onderzoek breng je de zorgproblemen van een zorgvrager in kaart.

Daarvoor moet je gegevens interpreteren en het probleem op de juiste manier beschrijven.

Als je een zorgprobleem formuleert, moet je zeker weten dat iemand anders precies weet wat je bedoelt.

Slide 12 - Diapositive

Het zorgproces:

Slide 13 - Diapositive

De zorgvraag in kaart brengen: 

De tweede stap in het zorgproces is het vaststellen van de behoefte aan zorg en ondersteuning van de zorgvrager. Je beschrijft de problemen van de zorgvrager waar de zorg zich op zal richten. Je gaat altijd uit van de wensen en behoeften van de zorgvrager. Als verzorgende/ begeleider werk je samen met de zorgvrager aan de zorgproblemen. Daarom moet je begrijpen wat een zorgprobleem precies is, en welke soorten zorgproblemen er bestaan. Ook moet je weten hoe je, vanuit de gegevens die je verzameld hebt, een zorgprobleem formuleert.

Slide 14 - Diapositive

Casus:
Meneer H. woont zelfstandig en krijgt 2 x per week thuiszorg. Je komt langs en ziet dat zijn broek te los zit. Hij lijkt afgevallen. 
Hij vertelt dat hij pijnlijke aften heeft in zijn mond.
Je besluit meneer te wegen. Hij is 3 kg afgevallen.

Beschrijft de PES:
Probleem
oorzaak
symptomen

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

wat schrijf je op over de cliënt bij de beginsituatie?

Slide 17 - Carte mentale

beginsituatie van de cliënt

Algemene gegevens:
  • Naam: alleen VOORLETTER, bijv.: Cliënt P
  • sekse
  • Leeftijd
  • Adresgegevens : alleen woonplaats (dorp/stad)
  • Medische gegevens (ziektebeeld)
  • Zakelijke gegevens (indicatie/ subsidie)

Slide 18 - Diapositive

Oriënteer je op de beginsituatie (2):

  • Wonen (wijk, huishoudelijke dagelijkse levensverrichtingen)
  • Financiën (bestedingspatroon)
  • Sociale relaties (relatie met omgeving)
  • Psychische gezondheid (zelfzorg, autonomie, ziekte, beperking)
  • Zingeving (geloofsovertuiging, cultuur en waarden, dromen)
  • Lichamelijke gezondheid ( eten, drinken, sport, ziekte, beperking)
  • Dagbesteding (betaald of onbetaald werk, opleiding en scholing, dagactiviteiten)

Slide 19 - Diapositive

informatiebronnen voor de beginsituatie kunnen zijn:

  • Cliënt
  • netwerk (mantelzorgers, familie)
  • collega's
  • instellingsdocumenten (visie)
  • leden van het MDO

Slide 20 - Diapositive

Vanuit de beginsituatie kun je een probleem/ begeleidingsvraag/ hulpvraag maken. 

Slide 21 - Diapositive

Oefenen met beginsituatie:

Mevrouw Cats (73) woont in een serviceflat van het woonzorgcentrum. Ze is bekend met reuma en loopt met een rollator. Ze heeft hulp nodig bij het aankleden en krijgt twee keer per week hulp bij het douchen. Omdat de kinderen van mevrouw niet in de buurt wonen, gaat haar was naar de wasserij van het huis. De laatste drie weken heeft ze opvallend meer ondergoed bij haar wasgoed dan anders. Ook merk je op dat Mw. lichtelijk naar urine ruikt. Je vermoedt dat mevrouw incontinent van urine is.
 

Slide 22 - Diapositive

hoe kun je nog meer gegevens verzamelen om de beginsituatie te beschrijven?

Slide 23 - Carte mentale

Schrijf in tweetallen een beginsituatie van deze casus:

  • Wie is mw. Cats?
  • Welke algemene gegevens heb je?
  • Welke persoonlijke informatie weet je nu?


Slide 24 - Diapositive

Beschrijf de PES van Mw. Cats

Slide 25 - Question ouverte

Beschrijf de beginsituatie voor jouw cliënt: 
  • Heb je al een cliënt in gedachten voor je digibib opdracht?
  • Heb je al de gegevens verzameld?
  • Hoe ordent je praktijk deze gegevens? (4 zorgdomeinen, SAMPC, OMAHA)
  • Wat zijn de algemene gegevens van je cliënt?
  • Welke persoonlijke informatie heb je van je cliënt?
  • Schrijf de beginsituatie op van de cliënt volgens de werkwijze van je organisatie

Slide 26 - Diapositive

Aan de slag:

MZ: Maak Digibib opdracht 2.4 Oefenen 01. Lees de casus en omschrijf de beginsituatie. 

VIG: Maak Digibib opdracht Verkennen V1. Wat voor plan wordt er op jouw stage gebruikt? Hoe wordt het plan ingevuld? Wie zijn hierbij betrokken? enz

Slide 27 - Diapositive

In hoeverre heb jij de lesdoelen behaald?
010

Slide 28 - Sondage

Hoe was de samenwerking?
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Sondage

Wat is er nog niet duidelijk?

Slide 30 - Question ouverte