Introductie criminaliteit + par. 1

Criminaliteit
1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Criminaliteit

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

7

Slide 2 - Vidéo

Deze film duurt 14 minuten. 
Starten in les 2 lijkt mij
00:50
Jullie?
A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

02:11
Stelen van een fiets. Overtreding of misdrijf?
A
Overtreding
B
Misdrijf

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

02:43
Okay, hij ging met de groep mee. Hoe noemden we dit ook alweer? (Hoofdstuk 1)

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

04:39
Waarom ging deze jongen af en toe het criminele pad op?
A
Hij deed het voor de fun
B
Hij vond dat hij soms geen andere keuzes had .
C
Hij moest mee met zijn vrienden
D
Geldgebrek

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

07:27
De rest van je leven schulden, of een overval plegen?
A
Rest van mijn leven schulden
B
Overval

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

11:17
Denk jij dat je altijd kunt voorkomen dat je in de criminaliteit terecht komt? Geef daarbij een argument.
Dus: Ja, want... of Nee, want......

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

12:49
Je hebt volgens het meisje niet alles in je eigen handen. Ben je het daarmee eens?
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat mag wel en wat mag niet?
Jullie zien iedere keer een stelling bij elke stelling bepaal je of dit wel mag in Nederland van jou en wat niet mag volgens jou?

Hierbij ga je niet uit van de regels die er al zijn, maar van jouw mening!

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Snoep stelen uit de Jumbo
😒🙁😐🙂😃

Slide 11 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Iemand in elkaar slaan
😒🙁😐🙂😃

Slide 12 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Huwelijk tussen drie personen
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Intimiteit voor het huwelijk
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Pikante foto's van iemand doorsturen
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Stiekem inloggen in andermans account en zo een verslag van de computer halen
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Vreemdgaan
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Je ouders uitschelden tijdens een ruzie
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is criminaliteit?

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Asociaal
Asociaal gedrag is:
  • Gedrag waarbij je geen rekening houdt met ander

  • Of in andere woorden

  • Niet sociaal gedrag: je past je niet aan

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat vind jij asociaal hier op school?
(Of gebeurt er niets asociaals)

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Is asociaal gedrag strafbaar?
  • Vaak niet
  • Soms wel
  • Wanneer niet denk je?
  • Wanneer wel? 

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Overtreding of misdrijf?
De wet maakt verschillen tussen overtredingen en misdrijven
  • Overtreding: Strafbaar feit, minder erg
  • Voorbeeld: Door rood licht rijden
  • Misdrijf: Ernstige strafbare feiten
  • Voorbeeld: Diefstal, Vernieling, verkrachting,
    moord, handel in drugs

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een misdrijf?
A
Zonder te betalen in de bus zitten.
B
Op de fiets zonder licht in het donker fietsen.
C
Een krat bier uit de supermarkt stelen.
D
Wildplassen.

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Overtreding of misdrijf?
DUS LET OP:
  • Winkeldiefstal is een misdrijf! Bij een misdrijf:
  • Word je door de politie verhoord
  • Soms vastgehouden,  én
  • Kan  er een rechter aan te pas komen, én
  • krijg je een Strafblad, én
  • dat heeft gevolgen voor werk en stage want: 

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Overtreding of misdrijf?
Strafblad.
Gevolg: 
  • Bepaald  werk kan je niet uitvoeren 
  • Sommige landen mag je niet in
  • Filmpje: 

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Dus: als je één blikje cola steelt:
A
Ben je asociaal
B
Pleeg je een misdrijf
C
Bega je een overtreding

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een overtreding?
A
Doorlopen waar een bord “verboden toegang” staat.
B
Een fiets stelen.
C
Een schuurtje openbreken.
D
Iemand een klap geven.

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

2

Slide 31 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

00:43
Waar wordt Gokmen T. van verdacht?

Slide 32 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

02:25
Welke straf krijgt Gokmen T.

Slide 33 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer crimineel?
  • Eigenlijk bij alles wat verboden is, maar
  • beter: Criminaliteit  bij alle misdrijven die in de wet staan 
  • Een keer te hard rijden = Niet crimineel
  • Te hard rijden met drank op en een ongeluk veroorzaken:
    Wel crimineel.

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rechtsregels zijn tijdgebonden
  •     Spugen was vroeger een misdrijf
  •     Sinds 1970 is overspel niet meer strafbaar
  •     Tegenwoordig is hacken van computers strafbaar
  •     Vroeger stonden er gevangenisstraffen op homoseksualiteit



Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rechtsregels zijn plaatsgebonden
  •     In Nederland is abortus en euthanasie toegestaan
  •     In Nederland mogen homo’s met elkaar trouwen
  •  (Vuur)wapens zijn in Nederland verboden
  •     Nederland kent geen doodstraf

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wetten zijn tijd en plaatsgebonden
A
juist
B
onjuist

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een goede omschrijving van criminaliteit?
A
Asociaal gedrag.
B
Alle overtredingen die in de wet staan.
C
Alle misdrijven die in de wet staan.
D
Strafbare feiten die minder erg zijn.

Slide 38 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Samenvatting
Maak de sleepvragen.
(2 slides)

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Als iemand fatsoensregels overtreedt, noemen we dit                         gedrag. Als je een wet overtreedt, 

dan is dat                               gedrag. Als je niet stopt bij een rood stoplicht, is dat een                            , de politie kan je een bekeuring geven. 
Asociaal
Misdrijf
overtreding
strafbaar
Strafblad
verdachte

Slide 40 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Diefstal is een voorbeeld van een                                        De                            moet dan  voor de rechter komen.

Als je schuldig bent, kan de rechter een straf geven. Je krijgt dan een 
Asociaal
Misdrijf
overtreding
strafbaar
Strafblad
verdachte

Slide 41 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

werkboek
Maken 9.1

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions