2tL Paragraaf 3.3

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

3.3 De strijd van arbeiders 

Wat gebeurden er met je als je ging staken in de 19de eeuw?

1. Je werd ontslagen
2. Je kreeg nog maar de helft van je loon
3. Je moest ook op zondag komen werken
4. je kreeg loonsopslag

Arbeiders die door een ongeluk niet meer kunnen werken, krijgen een uitkering

Kinderen tussen 6 en 12 jaar moeten naar school

Kinderen onder 12 jaar mogen niet in fabrieken werken

Kinderwetje van Van Houten

Leerplichtwet

Ongevallenwet

Er komt een wet om kinderarbeid tegen te gaan. Hoe heette deze wet?

1. Het kinderwetje van Drees
2. Het kinderwetje van De Jong
3. Het kinderwetje van Kuijpers
4. Het kinderwetje van Van Houten

Welk jaartal?
Kinderwetje van Houten

1. 1874
2. 1889
3. 1901
4. 1917

Hieronder staan begrippen uitgewerkt. 

Om welk begrip gaat het?

Vereninging van werknemers die zich inzetten voor arbeiders

Opkomen voor gelijke rechten van vrouwen

Politieke partij die opkomt voor arbeiders

wet waarmee de overheid het leven van arbeiders wilt verbeteren.

Algemeen kiesrecht

sociale wet

vakband

feministen

Socialisten

Vakbond

De vakbond komt op voor de belangen van werkgevers.

1. waar
2. niet waar

Arbeiders gingen ook vakbonden oprichten. Waar streden de vakbonden niet voor.

1. Afschaffing kinderarbeid
2. Hogere lonen
3. Meer winst voor de fabriekseigenaar
4. Betere werktijden

Wat was het doel van een vakbond?

1. Stakingen organiseren
2. Arbeidsomstandigh. verbeteren
3. Sociale wetten maken
4. Werkgevers verdedigen

Wat is een sociale wet?

1. een wet die zorg dat mensen socialer worden
2. een wet die zorgt dat de werkomstandigheden beter worden
3. een wet die zorgt dat de leef- en werkomstandigheden van mensen beter worden
4. een wet die zorgt dat de leefomstandigheden beter worden

Sociale wetten zijn er om...

1. de rijken minder belasting te laten betalen.
2. mensen socialer naar elkaar te laten doen.
3. zwakke mensen in de samenleving te steunen.

Wat was geen sociale wet?

1. Kinderwetje van Van Houten
2. Invoering achturige werkdag
3. Invoering leerplicht
4. Invoering algemeen kiesrecht

Wat was de eerste sociale wet?

1. Algemene Ouderdoms Wet
2. Bijstandswet
3. Kinderwetje van Van Houten
4. Armenwet

Sociale wetten zijn ...

1. Wetten die de leef- en werkomstandigheden van arbeiders verbeteren.
2. Wetten die er voor zorgen dat arbeiders beter samenwerken.
3. Wetten die zorgen dat fabriekseigenaren meer rechten krijgen.
4. Wetten die de relatie tussen overheid en arbeiders vastleggen.

Tot welke politieke stroming behoorde de bedenker van het Kinderwetje?

1. Het liberalisme
2. Het communisme
3. Het socialisme
4. Het confessionalisme

Wat was het Kinderwetje
van Van Houten?

1. Kinderen mochten niet meer werken.
2. Kinderen onder de twaalf jaar mochten niet meer werken.
3. Kinderen onder de twaalf jaar mochten niet meer in de fabriek werken
4. Kinderen onder de twaalf jaar mochten niet langer dan acht uur in de fabriek werken.

Het kinderwetje van houten gaat over?

1. Leerplicht
2. Toeslagen voor ouder met kinderen
3. Verbod op kinderarbeid
4. Dat je maar 2 kinderen mocht krijgen

Kinderwetje van van Houten

1. Socialist
2. Liberaal

Wie bedacht het kinderwetje van 1874?

1. Johan Rudolf Thorbecke
2. Mark Rutte
3. Koning Willem III
4. Samuel van Houten

Waarom was het Kinderwetje van Van Houten niet effectief?

1. Kinderen moesten niet naar school
2. Nu moesten ze thuis schoonmaken
3. Mensen leefden nu helemaal in armoede
4. De wet werd niet gecontroleerd

Het kinderwetje van Van Houten had niet op alle beroepssectoren invloed.

Het kinderwetje werd niet ingevoerd in de ....

1. industriesector
2. landbouwsector

Door toedoen van het paard Francis David graaf Schimmelpenninck werd de leerplicht ingvoerd

1. Waar
2. Niet waar

Twee uitspraken:

1. De Leerplichtwet werd eerder ingevoerd dan het Kinderwetje van van Houten.

2. Na de invoering van het Kinderwetje van van Houten mochten kinderen gewoon blijven op het land en in de mijnen.

Hierna: uitleg Medische Revolutie.

1. Alleen uitspraak 1 is juist
2. Alleen uitspraak 2 is juist
3. Beide uitspraken zijn juist
4. Beide uitspraken zijn onjuist

Waarom hadden veel ouders kritiek op deze leerplichtwet?

Gebruik de bron

1. omdat arme gezinnen de inkomsten van werkende kinderen hard nodig hadden om in leven te blijven
2. omdat boeren hun kinderen onder de twaalf jaar niet meer op hun bedrijf mee mochten laten werken
3. omdat kinderen verplicht werden tot hun twaalfde jaar onderwijs te volgen
4. omdat ouders hun kinderen onder de twaalf jaar niet meer konden dwingen huishoudelijk werk te verrichten

Wat is de goede betekenis van het begrip:
leerplicht

1. Wet uit 1900 waardoor alle kinderen tot 12 naar school moesten.
2. Wet uit 1919 waardoor je maar 8 uur per dag hoefde te werken.
3. Wet uit 1874 waarbij kinderen tot 12 niet meer hoefden te werken.
4. Wet uit 1848 waarbij de koning zijn macht verloor.

De socialisten...

1. Namen het op voor de christelijke mensen
2. Namen het op voor de liberalen
3. Namen het op voor arbeiders
4. Namen het op voor fabriekseigenaren

Wat zijn socialisten?

1. Vaak fabriekseigenaren die winst willen maken
2. Arbeiders die gelijkheid willen
3. Mensen die sociaal omgaan met anderen
4. Rijke burgers die geen belasting willen betalen

Wat is een socialist?

1. Een sociaal persoon die begaan is met de armoede van anderen.
2. Een rooie rakker die andere de schuld gaf dat hij geen centen had.
3. Deze wilde het lot van de arbeider verbeteren door een revolutie te starten.
4. Deze wilde het lot van de arbeider verbeteren met vakbonden.

Wat wilden de socialisten?

1. Zo min mogelijk bemoeienis van de overheid
2. Meer invloed van de kerk
3. Algemeen Kiesrecht
4. Meer invloed van de koning

De SDAP was een...

1. Liberale politieke partij
2. Socialistische politieke partij
3. Katholieke politieke partij
4. Protestantse politieke partij

Wie richtten de politieke partij SDAP op?

1. Liberalen
2. Feministen
3. Socialisten
4. Katholieken

Wat betekenen de letters SDAP?

1. Sociaal Democratische Arbeiderspartij
2. Sociaal Duitse Arbeiderspartij
3. SpeciaalDemocratische Arbeiderspartij
4. Sociale Directeuren Arbeidersoverleg Partij

Wat is NIET waar over Aletta Jacobs?

1. Ze was de eerste vrouwelijke arts van Nederland
2. Ze was het eerste meisje in Nederland dat mocht studeren
3. Ze was een voorstander van vrouwenkiesrecht
4. Ze was de eerste vrouwelijke minister president van Nederland

Wie was Aletta Jacobs?

1. Kwam op voor algemeen kiesrecht
2. Kwam op voor de mannenrechten
3. Kwam op voor vrouwenrechten
4. Kwam op voor de rechten van klas 2D

Wie was Aletta Jacobs?

1. Eerste vrouwelijke arts
2. Eerste vrouwelijke politicus
3. Eerste vrouwelijke docent
4. Eerste vrouwelijke directeur

Wat wilde Aletta Jacobs worden?

1. Advocaat
2. Rechter
3. Dokter
4. Politicus

Wat was er bijzonder aan Aletta Jacobs?

1. Ze was heel groot voor een meisje
2. Ze was heel belangrijk in de politiek
3. Ze is toegelaten tot de universiteit en werd arts
4. Ze gaf les op school en dat was bijzonder