Literatuur middeleeuwen en renaissance les 3 en 4

Literatuur middeleeuwen en renaissance les 3 en 4
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Literatuur middeleeuwen en renaissance les 3 en 4

Slide 1 - Diapositive

lesdoel
  • Je kunt de hoofdlijnen schetsen van de Nederlandse literatuur in de middeleeuwen
  • Je kunt vertellen over het ontstaan van de boekdrukkunst
  • Je kent een aantal vormen van middeleeuws liefdesliteratuur en je kunt de kenmerken noemen
  • Je kunt uitleggen welke soorten ridderromans er zijn en wat de kenmerken zijn
  • Je weet wat hoofsheid is en wat de invloed van en op literatuur is van hoofsheid

Slide 2 - Diapositive

Herhalen en afmaken vorige les

Slide 3 - Diapositive

1. Adel & geestelijkheid + standenmaatschappij
- Het Romeinse rijk viel uiteen. Hoe werd West-Europa bestuurd in de middeleeuwen?
- Leg uit wat de standenmaatschappij is. Benoem alle standen en geef uitleg over die stand en over de verbindingen tussen de standen.
- Vertel wanneer er een vierde stand bij kwam en welke dit was. Geef toelichting hierbij.

Slide 4 - Diapositive

2. Geloof en moraal
- Vertel wat de middeleeuwer geloofde. Geef uitleg.
- Naast de christelijke moraal hadden ridders hun eigen gedragscode. Wat hield die gedragscode in?

Slide 5 - Diapositive

3. Middeleeuwse verhalen
- Vertel welke soorten ridderromans er zijn. Geef bij elk soort ridderroman uitleg (kenmerken op een rijtje zetten).

Slide 6 - Diapositive

4. Luisteren i.p.v. lezen / symbolen
- Leg uit hoe mensen verhalen tot zich namen in de middeleeuwen. Maak onderscheid tussen rijken en de rest.
- Waarom denk je dat er zo weinig teksten zijn overgebleven uit die tijd? Bedenk zelf twee redenen. 
- Noem twee kenmerken van een middeleeuws verhaal (simpel).
- Maak een samenvatting van alle symbolen die worden genoemd en noteer de betekenis.

Slide 7 - Diapositive

5. Taalfamilies
- Vul de stamboom in.
- Hoe heet het oudste Nederlands en wanneer werd het gesproken?
- Wat was het oudste
zinnetje in die taal?
- Hoe heet de variant
die er daarna was?

Slide 8 - Diapositive

6. Middeleeuwse boeken
- Noem de vijf taken bij het vervaardigen van een handschrift en omschrijf wat deze taken inhouden. 
- Wat bepaalde hoe het boek eruit kwam te zien? Leg uit 

Slide 9 - Diapositive

Huiswerk les 3
Leer de aantekeningen van les 1, 2 en 3. Leer de opdrachten van les 1 en 2. Tip: maak flashcards! 

Maak de opdrachten van 6.4.2 allemaal. Als je de aantekeningen goed hebt geleerd, kun je de antwoorden op de meeste vragen zo opschrijven als het goed is :-)

Slide 10 - Diapositive

Boekdrukkunst
  • Wanneer en door wie werd de boekdrukkunst in Europa uitgevonden?
  • Hoe werden die eerste boeken gedrukt?  

Slide 11 - Diapositive

Middeleeuwse liefdesliteratuur
  • wat is de eerste zin die we kennen in onze taal?
  • Noem een aantal vormen van middeleeuwse liefdesliteratuur (liefdeslyriek, liefde in verhalende teksten, gedichten over liefde van mystici)
  • Wat zijn terugkerende elementen in liefdeslyriek? 

Slide 12 - Diapositive

Middeleeuwse liefdesliteratuur
  • Was is een terugkerend thema in verhalende teksten over liefde? 
  • Noem drie voorbeelden van verhalende teksten over liefde.
  • Noem twee mystici en vertel wat een mysticus is. (dat laatste staat niet in dit document)
  • Waar gaan mystieke minnegedichten over?

Slide 13 - Diapositive

NN paragraaf 6.4.2
  • Van wanneer is het oudste bewaarde handschrift van Beatrijs? Vat dit verhaal kort samen. 
  • Benoem een verschil in het ontstaan van middeleeuwse werken en hedendaagse romans.
  • Noem drie genres binnen de middeleeuwse geestelijke literatuur en noem van kenmerken van elk.
  • Wat kon een middeleeuwse lezer leren van Beatrijs?

Slide 14 - Diapositive

Huiswerk les 4
Leer de aantekeningen van les 1, 2, 3 en 4. Leer de opdrachten van les 1, 2 en 3. Tip: maak flashcards! 

Maak de opdrachten van 6.4.3 allemaal. Als je de aantekeningen goed hebt geleerd, kun je de antwoorden op de meeste vragen zo opschrijven als het goed is :-)

Slide 15 - Diapositive

Herhalen vorige lessen

Slide 16 - Diapositive

Ridderliteratuur
  • Wat zijn ridderromans? Noem kenmerken.
  • Wat zijn veelvoorkomende thema's in ridderromans?
  • Leg uit hoe je ridder werd.
  • Bespreek het verschil tussen Karelromans en Arthurromans.
  • Ter leering ende vermaek: wat kon een ridder leren van ridderromans?

Slide 17 - Diapositive

Hoofsheid
  • Wat betekent hoofse cultuur?
  • Hoe verspreidt deze hoofse cultuur zich in de maatschappij?
  • Leg uit wat de rol van literatuur is bij het verspreiden van de hoofse cultuur.
  • Noem twee auteurs van hoofse literatuur en noem de titels van hun werken. 
  • Zijn Arthurromans hoofse romans? Leg je antwoord uit. 

Slide 18 - Diapositive

NN paragraaf 6.4.3
  • Van wanneer is het oudste bewaarde handschrift van Karel?
  • Wie was Karel de Grote? Antwoord uitgebreid.
  • Vat het verhaal kort samen.


Slide 19 - Diapositive