Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Hoofdstuk 3: Bindingstypen
Paragraaf 4, ionbinding
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
Beschrijven hoe ionen ontstaan
Verklaren hoe positieve en negatieve ionen zeer sterke ionbinding veroorzaken
Verklaren waarom zouten niet in vaste toestand, maar wel in vloeibare toestand stroom geleiden
Slide 2 - Diapositive
Je kunt stoffen indelen in 3 groepen door te kijken uit welk soort atomen ze zijn opgebouwd
Slide 3 - Diapositive
Welke stoffen zijn zouten ?
sleep deze formules naar de afbeelding van zoutwinning.
voorkennis
NaCl
HCl
H2S
P2O5
CaO
CO2
Fe2O3
SO3
BaF2
ZnS
SnCl2
K2O
Slide 4 - Question de remorquage
Waar hoort wat?
voorkennis
18
8
2
M
L
K
Schil:
Schil:
Schil:
Aantal e-
Aantal e-
Aantal e-
Slide 5 - Question de remorquage
Doe je laptop dicht
pak je schrift + pen om aantekeningen te maken bij de volgende uitleg
Slide 6 - Diapositive
Kijk goed naar deze afbeelding
er volgen zo twee vragen
Slide 7 - Diapositive
Leg uit waarom het magnesium-
atoom graag twee elektronen afstaat
Slide 8 - Diapositive
Leg uit waarom het magnesium-atoom graag twee elektronen afstaat
Slide 9 - Question ouverte
Leg uit waarom het zwavelatoom graag twee elektronen opneemt
Slide 10 - Diapositive
Leg uit waarom het zwavelatoom graag twee elektronen opneemt
Slide 11 - Question ouverte
welke lading krijgen de atomen als de elektronen zijn verplaatst?
tel het aantal protonen en elektronen
Mg:
...... p+
....... e-
lading =
S:
..... p+
..... e-
lading =
Slide 12 - Diapositive
Welke lading krijgt een atoom als hij 2 elektronen afstaat?
A
2+
B
2-
Slide 13 - Quiz
Welke lading krijgt een atoom als hij 2 elektronen opneemt?
A
2+
B
2-
Slide 14 - Quiz
Zouten
Worden gevormd doordat metaalatoom elektron(en) weggeeft aan niet-metaalatoom.
Hierdoor worden geladen deeltjes gevormd: ionen.
NOTEER & LEER
Slide 15 - Diapositive
ionen
een positief ion heeft minder elektronen dan protonen
een negatief ion heeft meer elektronen dan protonen
NOTEER & LEER
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Vidéo
Namen van Zouten
De systematische naam van een zout is afgeleid van de namen van de ionen waaruit het zout is opgebouwd. Die namen worden aan elkaar gekoppeld, waarbij de naam van het positieve ion altijd voorop staat. Dat levert dan de naam van het zout op.
Slide 18 - Diapositive
Hoe heten de volgende zouten?
NaCl
KF
CaO
MgS
Slide 19 - Diapositive
Ionbinding
aantrekking tussen + en - ionen
Sterke binding (hoog smeltpunt)
Slide 20 - Diapositive
stofeigenschap verklaard
MACRO: Een zout is bros
MICRO: als de ionen 1 plek verschuiven stoten gelijke
ladingen elkaar af en wordt de ion-
binding verbroken
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Vidéo
Elektrische geleidbaarheid
Voor stroomgeleiding is beweging nodig van geladen deeltjes.
Wat is dit bij metalen? En bij zouten?
Wanneer geleidt een metaal elektriciteit?
Wanneer geleidt een zout elektriciteit?
Slide 23 - Diapositive
Elektrische geleidbaarheid
Bij metalen: beweging van vrije elektronen door metaalrooster heen. Kan altijd.
Bij zouten: beweging van ionen. Kan alleen in oplossing of gesmolten toestand.