Voorkennis & 4.1 Ionen in de bodem

Zouten
Voorkennis
4.1 Ionen in de bodem
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Zouten
Voorkennis
4.1 Ionen in de bodem

Slide 1 - Diapositive

Wat weten jullie nog van zouten?

Slide 2 - Carte mentale

Waar gaan we heen?
Als je bloemen koopt voor je moeder krijg je daar een zakje snijbloemenvoeding bij. 


Je moet het witte poeder in water oplossen.

Op zakjes van het merk Chrysal staat niet uit welke zouten snijbloemenvoedsel bestaat.

Hoe kun jij aantonen welke zouten in het zakje zitten?



Slide 3 - Diapositive

Voorkennis

Slide 4 - Diapositive

Definities
Metalen 
Niet ontleedbare stoffen
Bestaan uit metaalatomen

Zouten
ontleedbare stoffen
Bestaan uit metaal & niet metaal atomen

Moleculaire stoffen
Ontleedbare en niet ontleedbare stoffen
Bestaan uit niet-metaal atomen



Slide 5 - Diapositive

Naam van enkele groepen

Slide 6 - Diapositive

Waar vind je alle informatie?

Slide 7 - Diapositive

Indeling van elektronen
De indeling van de elektronen over de verschillende schillen van een atoom kun je berekenen met de formule:


2n2. (n = schilnummer = 1, 2, 3, ..).

Schil 1 bevat 2.12 = 2 elektronen
Schil 2 bevat 2.22 = 8 elektronen
Schil 3 bevat 2.32 = 18 elektronen.


Slide 8 - Diapositive

Bereken het aantal protonen, neutronen en elektronen van aluminiumatoom, Al.

Slide 9 - Question ouverte

Van atoom naar ion

Slide 10 - Diapositive

Ladingen van ionen
  • Een positief ion heeft minder elektronen dan het overeenkomstige atoom.
  • Een negatief ion heeft meer elektronen dan het overeenkomstige atoom.
  • Elektronen kwijt            positief.
  • Elektronen bij          negatief.

Slide 11 - Diapositive

Zouten
  • In een vaste zout zijn de ionen gerangschikt in een ionrooster.
  • In een ionrooster zitten de positief geladen ionen en de negatief geladen ionen om en om naast elkaar (+ en – trekt elkaar aan)
  • In een vast zout houdt de ionbinding de ionen op hun plaats in het rooster (+ en – trekt elkaar aan).
  • In vaste toestand is een zout altijd neutraal geladen




Slide 12 - Diapositive

Ionenrooster van NaCl

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

4.1 Ionen in de bodem

Slide 15 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je leert de formules van samengestelde ionen.
  • Je leert verhoudingsformules van zouten opstellen.

Slide 16 - Diapositive

Enkelvoudige ionen
  • Enkelvoudige ion: ion dat bestaat uit 1 element zoals: K+, Na+, Cl-, Ca2+

  • Belangrijk elementen halen planten uit de bodem:
       Metalen: zoals K+ en Mg2+ ionen. Met name deze positieve ionen zijn                nodig voor een goede groei.
       De niet-metalen zoals stikstof, fosfor en zwavel. 
        Hoe? Samengesteld ion!

Slide 17 - Diapositive

Samengesteld ion
Een samengesteld ion:
  • Groepje niet-metalen of groepje metalen
  • heeft 1 of meer elektronen te veel of te weinig

Slide 18 - Diapositive

Lading van een metaalion
Lading per groep:

  • Groep 1: altijd lading 1+
  • Groep 2: altijd lading 2+
  • Groep 3-12: meestal lading 2+
  • Uitzondering: Ag+ en Al3+

  • Verschillende ionen mogelijk zoals bv ijzer?
Fe2+            Fe(II)             ijzer(II)ion
Fe3+            Fe(III)            ijzer(III)ion


Slide 19 - Diapositive

Verhoudingsformule opstellen

Slide 20 - Diapositive

Systematische naam
De naam van een zout is opgebouwd uit
  • de naam van het positieve metaalion gevolgd door
  • de naam van het negatieve niet-metaal ion
Voorbeeld:
NaCl: natriumchloride
FeCl3: Ijzer(III)chloride


Slide 21 - Diapositive

Geef de namen van de zouten:
Na2SO3, K2CO3 en Ca(NO2)2

Slide 22 - Question ouverte

Wat is de verhoudingsformule van Natriumfosfaat

Slide 23 - Question ouverte

Wat is de verhoudingsformule van:
ijzer(III)carbonaat

Slide 24 - Question ouverte

Lading van een deeltje afleiden
  • Je moet soms werken met ionen in zouten waarvan de lading onbekend is.
  • Je kan de lading van het onbekende ion afleiden als de lading van alle andere  ionen bekend is.
  • Je weet dat een zout een lading van 0 heeft....

Slide 25 - Diapositive

even oefenen:
Bepaal de lading van het Al deeltje in het zout: AlNaPO4

Je moet alle bekende positieve ionen bij elkaar optellen en alle bekende negatieve ionen bij elkaar optellen. Het verschil daar tussen moet wel de lading van zijn Al.

PO4 heeft een lading van 3-
Na heeft een lading van 1+

Al moet dan wel een lading van 2+ hebben, anders heeft het zout geen lading van 0

Slide 26 - Diapositive

Wat is de lading van het magnesium ion in MgNa(SO4)2

Slide 27 - Question ouverte

Huiswerk
Leren en maken Voorkennis en 4.1

Slide 28 - Diapositive