Misdaad en straf

Burgerschap
6.3 Misdaad en straf
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
BurgerschapMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Burgerschap
6.3 Misdaad en straf

Slide 1 - Diapositive

Strafrecht
Overtredingen
  • Kleine overtreding van de wet
  • Vaak bestraft met een boete of taakstraf
  • Denk aan: te hard rijden, brommer rijden zonder helm, openbaar dronkenschap en wildplassen.


Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Bureau Halt
  • Voor jongeren van 12 tot 18 jaar
  • Bepaalde overtredingen, niet alle overtredingen 
  • Doel: crimineel gedrag in vroeg stadium stoppen

Slide 4 - Diapositive

Wat houdt een Halt-straf in?
  • Gesprekken met ouders,
  • schadevergoeding, 
  • excuses aanbieden, 
  • leeropdrachten,
  • soms een taakstraf. 

Bij normaal afronden van de straf, geen strafblad!

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Wat hoort er niet bij een Halt-straf?
A
Gesprekken met ouders
B
Leeropdrachten
C
Werkstraf
D
Gesprek met leerkracht

Slide 7 - Quiz

Wat is een overtreding?
A
Dronken in een auto rijden
B
Een fiets stelen
C
Spijbelen
D
Mishandeling

Slide 8 - Quiz

Misdrijven
Ernstige overtreding van de wet
Denk aan:
  • Moord
  • Verkrachting
  • Rijden onder invloed

Slide 9 - Diapositive

Misdrijf
Straffen
  • Boete
  • Taakstraf
  • Gevangenisstraf
Misdrijven komen op je strafblad!

Slide 10 - Diapositive

Ernstig misdrijf
Wat gebeurt er als je een ernstig misdrijf pleegt?
  • De politie houdt een verdachte aan
  • Bij voldoende bewijs besluit de officier van justitie om vervolging in te stellen.
  • Er wordt een strafzitting in de rechtbank georganiseerd
  • Officier van justitie probeert schuld aan te tonen en stelt een straf voor.

Slide 11 - Diapositive

Ernstig misdrijf
  • De verdachte wordt bijgestaan door een advocaat.
  • Rechter beslist op basis van het bewijs en het dossier.
  • Verdachte wordt aangewezen als de dader of vrijgelaten.

Slide 12 - Diapositive

Alle misdrijven komen op je strafblad.
A
Waar
B
Niet waar
C
Alleen als je de gevangenis in moet.
D
Alleen taakstraffen en gevangenisstraffen.

Slide 13 - Quiz

Wat doet een officier van justitie?
A
Die probeert de verdachte vrij te krijgen.
B
Die bepaalt welke straf de verdachte krijgt.
C
Die probeert de schuld van de verdachte te bewijzen.
D
De officier van justitie klaagt militairen aan die de wet overtreden.

Slide 14 - Quiz

Wat doe je als je in 'hoger beroep' gaat?
A
Je maakt promotie op je werk.
B
Je probeert een lagere straf te krijgen bij een andere rechter.
C
Je vraagt tijdens je proces om een andere rechter.
D
Je klaagt over de officier van justitie bij de rechter.

Slide 15 - Quiz

Welke straf(fen) horen bij zowel een misdrijf als een overtreding?
A
Taakstraf en gevangenisstraf
B
Taakstraf
C
Boete
D
Boete en taakstraf

Slide 16 - Quiz

Tot slot
  • Lees paragraaf 6.3 nog eens goed door
  • Maak de vragen

Slide 17 - Diapositive