Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
2. Grammatica woordsoorten aanwijzend en vragend voornaamwoord
Grammatica woordsoorten
Aanwijzend voornaamwoord (aanw.vnw)
Vragend voornaamwoord (vr.vnw)
onbepaald voornaamwoord (onbep. vnw)
1 / 19
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
19 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Grammatica woordsoorten
Aanwijzend voornaamwoord (aanw.vnw)
Vragend voornaamwoord (vr.vnw)
onbepaald voornaamwoord (onbep. vnw)
Slide 1 - Diapositive
Lesdoelen
1. Ik ken de zeven aanwijzende voornaamwoorden.
2. Ik kan een aanwijzend voornaamwoord herkennen in een zin.
3. Ik ken de vier vragende voornaamwoorden.
4. Ik kan een vragend voornaamwoord herkennen in een zin.
Slide 2 - Diapositive
Aanwijzend voornaamwoord (aanw.vnw)
Een aanwijzend voornaamwoord wijst een mens, dier of een ding aan.
Er zijn zeven aanwijzend voornaamwoorden:
deze, die, dat, dit, dergelijk(e),
zulk(e), zo'n
Een aanwijzend voornaamwoord staat voor een zelfstandig naamwoord.
Er kan een bijvoeglijk naamwoord tussen het aanw. vnw en het zn staan.
Slide 3 - Diapositive
Aanwijzend voornaamwoord (aanw.vnw)
Bijvoorbeeld:
Deze
rode fiets vind ik mooier dan
zo'n
zwarte (fiets).
aanw.vnw bn zn aanw.vnw bn (zn)
Slide 4 - Diapositive
Aanwijzend voornaamwoord (aanw.vnw)
Let op!
-
Dat
en
die
zijn alleen aanwijzend voornaamwoorden als je ze kunt vervangen door
dit
en
deze
.
- Woorden die een plaats of richting aangeven zijn
geen
aanwijzend voornaamwoorden (
daar, daarheen, daarover, daarlangs)
Slide 5 - Diapositive
Wat zijn de aanw. vnw. in de volgende zin?
Gisteren hoorde ik van die jongen dat deze boeken daar liggen.
Slide 6 - Question ouverte
Wat zijn de aanw. vnw. in de volgende zin?
Zulke mensen die altijd commentaar hebben op dergelijke zaken, moet je maar links laten liggen.
Slide 7 - Question ouverte
Wat zijn de aanw. vnw. in de volgende zin?
Ga jij met zo'n gewaagde outfit naar dat feest?
Slide 8 - Question ouverte
Vragend voornaamwoord (vr.vnw)
Er zijn 4 vragende voornaamwoorden:
wie, wat, welk(e), wat voor (een)
Vragende voornaamwoorden staan meestal aan het begin van de zin, maar dat hoeft niet.
'
Wie
van jullie wil even een boodschap voor me doen?'
'Hij vroeg
wie
van ons even een boodschap voor hem wilde doen.'
Slide 9 - Diapositive
Vragend voornaamwoord (vr.vnw)
Let op!
- Woorden die vragen naar een plaats en tijd zijn geen vragende voornaamwoorden (waarheen, wanneer, waar).
-
Wie
en
wat
zijn geen vragend voornaamwoorden als ze terugverwijzen naar een eerder genoemd woord.
Het meisje, met wie (geen vr.vnw) ik ga winkelen, is mijn dochter.
Dat is iets wat (geen vr.vnw) ik nooit zou doen!
Slide 10 - Diapositive
Wat is het vr. vnw. in de zin?
Wat vertelde die jongen aan jou?
Slide 11 - Question ouverte
Wat is het vr.vnw. in de zin?
Vertelde die jongen nou waar het feest was?
A
waar
B
die
C
er is er geen
D
nou
Slide 12 - Quiz
Met zulke praatjes hoef je bij hem echt niet aan te komen.
A
zulke = aanw. vnw
B
niet = aanw. vnw.
C
met = vr. vnw
Slide 13 - Quiz
Ze snapt niet wat ze anderen aandoet met dergelijke roddels.
A
Ze = vr. vnw. met = aanw. vnw.
B
wat = aanw. vnw. dergelijke = aanw. vnw
C
wat = vr. vnw.
D
wat = vr. vnw. dergelijke = aanw. vnw.
Slide 14 - Quiz
Mijn broer heeft geen idee wie zijn kapotte cd-speler kan maken.
A
Mijn = aanw. vnw wie = vr. vnw.
B
wie = aanw. vnw.
C
geen = aanw. vnw.
D
wie = vr. vnw.
Slide 15 - Quiz
onbepaald voornaamwoord
Het duidt een persoon of een zaak aan, maar zegt niet precies wie of wat er wordt bedoeld.
bijvoorbeeld:
iets, niets, iemand, niemand, men, het
wat= iets
je= men
het = geen lidwoord
Slide 16 - Diapositive
Wat zijn de onbepaalde voornaamwoord(en) uit deze zin.
Er is altijd wat op de televisie.
A
er
B
altijd
C
wat
D
op
Slide 17 - Quiz
Wat zijn de onbepaalde voornaamwoord(en) uit deze zin.
Niemand weet of het sneeuwt.
A
niemand
B
of het
C
het
D
niemand het
Slide 18 - Quiz
Wat zijn de onbepaalde voornaamwoord(en) uit deze zin.
Iedereen maakt zijn huiswerk wel eens niet.
A
iedereen
B
iedereen niet
C
niet
D
wel
Slide 19 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
Nieuw-Nederlands - Cursus 5 - Paragraaf 7 + 9
Août 2023
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
2. Grammatica woordsoorten aanwijzend en vragend voornaamwoord
Mars 2022
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Nieuw-Nederlands - Cursus 5 - Paragraaf 7 + 9 les 3 en 4
Mars 2024
- Leçon avec
38 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
2. Grammatica woordsoorten aanwijzend en vragend voornaamwoord
Septembre 2023
- Leçon avec
17 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
2. Grammatica woordsoorten aanwijzend en vragend voornaamwoord
Septembre 2023
- Leçon avec
14 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Gr. Woordsoorten: Aanw., vr. en onbep.vnw.
Avril 2020
- Leçon avec
29 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
D2 / W2 Aanwijzend en vragend voornaamwoord
Septembre 2023
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
2TH Aanwijzend en vragend voornaamwoord
Avril 2021
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 2