2.1 voedingsmiddelen en voedingstoffen

• Biologie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

welkom

ga rustig zitten en pak je spullen erbij

leerdoelen

je kan 4 functies van voedingsstoffen benoemen

je kan het verschil tussen voedingsstoffen en voedingsmiddelen benoemen.

je kan benoemen wat het verschil is tussen essentiële en niet essentiële voedingsstoffen

wat gaan we doen?

stukje theorie

aan de slag

uitleg proefje

aan de slag

voedingsmiddelen

functie van voedingstoffen

• Bouwstoffen
• Reservestoffen
• Beschermende stoffen
• Brandstoffen
  
  

zes groepen

koolhydraten

behoren onder andere tot de suikers. zoals zetmeel en glycogeen.

koolhydraten zijn brandstof, wanneer je te veel eet wordt het een reservestof

voedingsvezel

vetten

vetten en oliën worden vooral gebruikt als reserve stof maar ook als bouwstof.

onverzadigde vetten zijn gezonder dan verzadigde vetten.

water

je bestaat voor 60% uit water. water is een belangrijke bouwstof.

mineralen

ook wel zouten genoemd. wordt gebruikt als bouwstof en als beschermende stof.

vitaminen

zijn belangrijk als beschermende stof en bouwstof. te veel kan ook ongezond zijn.

eiwitten

zijn belangrijke bouwstoffen in je lichaam. voor vorming van cytoplasma en spieropbouw. te veel aan eiwitten wordt omgezet als brandstof of reservestof.

essentiële en niet-essentiële

essentiele voedingsstoffen zijn onmisbaar (kan je lichaam niet zelf maken)

niet-essentiële voedingstoffen kan je lichaam wel zelf maken.

het honger gevoel

dit heeft allemaal te maken met de suikerspiegel in je bloed die geregeld word door hormonen. 

ga aan de slag

maak opdracht 6,7,8 en 9 blz 98 t/m 100

wat ga je doen

in twee tallen een aantal voedingsmiddelen testen.

je gaat bekijken of deze voedingsmiddelen ook zetmeel hebben.

wat heb je nodig?

jodium, een aantal voedingsmiddelen en schoteltje.

werk voorzichtig

ga aan de slag

ben je klaar ga dan verder met het huiswerk.

maak opdracht 6,7,8 en 9 blz 98 t/m 100