week 2 12 -15 jan H2G

Met welke 3 franse werkwoorden heb jij net geoefend?
1 / 16
suivant
Slide 1: Carte mentale
Frans

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs.

Éléments de cette leçon

Met welke 3 franse werkwoorden heb jij net geoefend?

Slide 1 - Carte mentale

Wat betekent het werkwoord: pouvoir in het NL?

Slide 2 - Question ouverte

Wat betekent het werkwoord: vouloir in het NL?

Slide 3 - Question ouverte

Wat betekent het werkwoord: faire in het NL?

Slide 4 - Question ouverte

Wat is het voltooid deelwoord van: Pouvoir?
A
pouvé
B
pu
C
pué
D
pouvu

Slide 5 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van:
Vouloir?
A
voulu
B
vu
C
voulé
D
vouli

Slide 6 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van:
Faire?
A
fairé
B
fait
C
fait
D
fairu

Slide 7 - Quiz

Met welk hulp ww wordt pouvoir in de PC vervoegd?

Slide 8 - Question ouverte

Vervoeg in Passé composé
nous............(pouvoir)
A
nous avons pouvé
B
nous pouvons
C
nous sommes pu
D
nous avons pu

Slide 9 - Quiz

Vervoeg in Passé composé
je/ j'............(pouvoir)
A
j'ai pu
B
je suis pu
C
je pu
D
je peux

Slide 10 - Quiz

Vervoeg in Passé composé
ils............(pouvoir)
A
ils peuvent
B
ils ont pu
C
ils sont pu
D
ils sont pus

Slide 11 - Quiz

Vervoeg in Passé composé
Sophie............(pouvoir)
A
Sophie pu
B
Sophie peut
C
Sophie a pu
D
Sophie peux

Slide 12 - Quiz

Vervoeg in présent
nous............(pouvoir)
A
nous avons pouvé
B
nous pouvons
C
nous sommes pu
D
nous avons pu

Slide 13 - Quiz

Vervoeg in présent
je/ j'............(pouvoir)
A
j'ai pu
B
je suis pu
C
je pu
D
je peux

Slide 14 - Quiz

Vervoeg in présent
Sophie............(pouvoir)
A
Sophie pu
B
Sophie peut
C
Sophie a pu
D
Sophie peux

Slide 15 - Quiz

Vervoeg in présent
ils............(pouvoir)
A
ils peuvent
B
ils ont pu
C
ils sont pu
D
ils sont pus

Slide 16 - Quiz