Formatieve toets werkwoordspelling 1 mavo/havo

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t, mavo, havo
• Leerjaar 1

Wat is de stam van een werkwoord?

Geef van de volgende werkwoorden de stam en de ik-vorm.
blazen: stam: ………. ik …………
bakken: stam: ………. ik …………
beloven: stam: ………. ik …………

Wat is de stam van schrijven?

1. Schrijf
2. Schrijv
3. Schrij
4. Schr

Wat is de stam van zwemmen?

1. Zwom
2. Zwem
3. Zwemm
4. Zwemt

Vervoeg in elke zin het gegeven werkwoord, zodat de juiste persoonsvorm (tt) in de zin staat.
Die nieuwe serie … (vinden) ik maar niets.

Vervoeg in elke zin het gegeven werkwoord, zodat de juiste persoonsvorm (tt) in de zin staat.
Mijn neef … (razen) met zijn scooter voorbij.

Vervoeg in elke zin het gegeven werkwoord, zodat de juiste persoonsvorm (tt) in de zin staat.
Het vliegtuig … (landen) om halfelf op Schiphol.

Vervoeg in elke zin het gegeven werkwoord, zodat de juiste persoonsvorm (tt) in de zin staat.
Wie … (vinden) jij dat de talentenjacht moet winnen?

Is de persoonsvorm in de zin goed of fout?
Leg je antwoord uit.
Dries speld zijn werkwoorden meestal foutloos.

Persoonsvorm verleden tijd
Gisteren … (ontmoeten) ik mijn stagebegeleider voor de eerste keer.

Persoonsvorm verleden tijd
Ik … (verbazen) me over de wilskracht van het verlegen meisje.

Persoonsvorm verleden tijd.
Doordat het raam op een kier stond, … (tochten) het behoorlijk in het lokaal.

Persoonsvorm verleden tijd.
Floris …. (vergoeden) de kosten voor het schoonmaken van het bushokje.

Voltooid deelwoord
De man had de week ervoor nog een overval … (plegen).

Voltooid deelwoord
Kaya heeft nooit … (geloven) dat haar zus een leugenaar was.

Voltooid deelwoord
Het nieuwe album werd … (presenteren) in een zaal vol journalisten.

Voltooid deelwoord
Een fan heeft de rapper … (volgen) tot aan zijn hotelkamer.

Lees de zin hieronder. Is het voltooid deelwoord in deze zin goed gespeld? Leg je antwoord uit. Gebruik in je uitleg ’t kofschip.

Volgende week vrijdag is een schoolfeest georganiseert.

Wat is GEEN klankvast (zwak) werkwoord?

1. rennen
2. spreken
3. struikelen
4. zwaaien

Wat is GEEN klankveranderend (sterk) werkwoord?

1. zitten
2. vragen
3. duiken
4. spelen