H3 en H4

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo b, t, mavo
• Leerjaar 3

Maatschappijleer DT 6

WERK 

H3  Hoe kom je aan werk? 

H4 Met werk kom je verder

Maatschappijleer DT 6

Wat staat er nog op het programma deze deeltaak?

• Een nieuwstoets
• PO Werk => combinatie van de theorie + reflectie op de periode vanaf 16 maart + LOB 
• Deze PO is de basis voor het laatste driehoeksgesprek met jullie mentor.  
• De deadline voor het inleveren van de PO 22 juni. Eerder is fijner! 

Leerdoelen H3 en H4

H3

Je weet op welke manieren je kan sollicitateren

Weet je wat er in een arbeidscontract staat.

Weet je het verschil tussen, en kent de voor- en nadelen van  zwart en wit werken

Weet je wat een CAO is.

H4

Je kunt beroepen op maatschappelijke ladder plaatsen.

Je kunt uitleggen dat sociale mobiliteit mogelijk maakt dat je stijgt en daalt op maatschappelijke ladder

Je weet dat sociale ongelijkheid nu kleiner is dan vroeger.

Wat is de eerste behoefte volgens Maslow?

1. Veiligheid
2. Levensbehoefte
3. Waardering
4. Erbij horen

Zorgen dat het dak niet lekt.
Bij welke behoefte uit de piramide van Maslow past dit?

1. Waardering
2. Levensbehoefte
3. Ergens goed in worden
4. Zekerheid

Trainen om profvoetballer te worden is een voorbeeld van welke behoefte?

1. Waardering
2. Erbij horen
3. Ergens goed in worden
4. Zekerheid

Werk

Er zijn vijf plekken om een baan te vinden:

1. Zelf zoeken naar vacatures
2. Open sollicitatie sturen (zelf een bedrijf benaderen).
3. Aanmelden bij een uitzendbureau
4. Gebruik maken van je netwerk (Social Media/ Linked In of vrienden/familie)
5. Via de overheid. Hiervoor ga je naar het UWV

Solliciteren 

• Wanneer je gaat solliciteren doe je dit meestal door per e-mail een sollicitatiebrief te sturen.
  
• Eventueel kun je ook een sollicitatiefilmpje maken.
  
• Ook stuur je een  cv (curriculum vitae) mee met daarin je persoonlijke gegevens, opleiding en werkervaring.
  

Als jouw sollicitatiebrief eruit gekozen wordt, word je uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek. 

Je bent aangenomen! 

Een van de eerste dingen die dan volgt is het arbeidscontract tekenen => Contract met de afspraken tussen werkgever (baas) en werknemer,  die we arbeidsvoorwaarden noemen.  Hierin staat o.a.: 

• je functie.
  
• de werktijden.
  
• het loon.
  
• het aantal vrije dagen.
  
• de proeftijd.
  

Wit of Zwart?

• Wit werken: je werkt met een contract en betaalt belasting.
  
• Zwart werken: zonder contract en geen belasting betalen.

Voordeel zwart = > goedkoper

Nadeel: je hebt geen enkel recht, niet op vakantie, met ziekte geld,  geen verzekering. Daarnaast is het verboden.

CAO's 

CAO => Een collectieve arbeidsovereenkomst die geldt voor een hele bedrijfstak, zoals de horeca, bouw en zorg.

Werknemers en werkgevers hebben verschillende belangen. Om te voorkomen dat je zelf met je baas moet onderhandelen, doen vakbonden dat voor jou.

4. Met werk kom je verder

De maatschappelijke ladder en sociale status 

Klimmen op de ladder

Maatschappelijke ladder => alle maatschappelijke 

posities van hoog naar laag.

Je maatschappelijke positie wordt onder andere 
bepaald door: 

• je kennis of vaardigheden (leerling staat lager dan meester)
  
• hoeveel macht of verantwoordelijkheid je hebt (werkgever staat boven werknemer) 
  
• je inkomen (chirurg heeft een hogere status dan een schooldirecteur) 
  

Maar dit telt niet voor iedereen: Wie staat hoger op de ladder:  Messi of Rutte? 

0

Sociale ongelijkheid 

Sociale ongelijkheid => macht, kennis en geld zijn niet eerlijk over de mensen verdeeld. 

• Dit was vroeger erger dan nu, overheid probeert in te grijpen.

Sociale mobiliteit: mogelijkheid te stijgen op de ladder. 

• Opleiding en inzet belangrijker dan beroep ouders.

0

Deeltaak 6   PO Werk 

Deze deeltaak maak je een praktische opdracht over werk. Deze PO bestaat uit een startopdracht en per pargraaf opdrachten:

0. Start Reflectie en Actieplan

1. Waarom werken we? -->  Piramide van Maslow invullen

2. Een baan die bij je past --> Mindmap over werk + jouw droomtoekomst

3. Hoe kom je aan werk? --> Opdracht arbeidscontract

4. Met werk kom je verder --> Maatschappelijke ladder invullen

5. Als het tegenzit   en 6. de verzorgingsstaat: Uitkering aanvragen

Je moet deze PO inleveren om Ma1 af te kunnen ronden. Maak er iets moois van. En iets leuks ;-)

Sociale mobiliteit betekent:

1. Je kunt klimmen op de maatschappelijke ladder
2. Macht, kennis en geld zijn niet gelijk verdeeld over de samenleving.
3. Alle maatschappelijke posities van hoog naar laag
4. Je kunt bewegen, zoals dansen, waardoor je een betere positie hebt.

Waarom is een opleiding belangrijk?

Welk van de volgende is een waarde?

1. Opstaan voor ouderen in de bus
2. Niet discrimineren
3. Niet wildplassen
4. Gelijkheid

Welke drie dingen bepalen je maatschappelijke positie?

Premies worden alleen betaald door werkende mensen

1. Waar
2. Niet waar

Arbowet is:

1. Wet dat werkomgeving veilig moet zijn
2. Regel dat overheid werk moet regelen
3. Wet dat iedereen werk met armen moet doen
4. Wet dat je sollicitatieplicht hebt

CAO en Arbeidscontract zijn hetzelfde

1. Waar
2. Niet waar

Geef een nadeel van zwart werken.

Een vuilnisman heeft staat hoger op de maatschappelijke ladder dan een chef kok.

1. Waar
2. Niet waar