2.3 gedicht

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 2
1.
Lesopening
2.
Leergebiedoverstijgende doelen + arrangementen
3.
Lesdoel (+ minicheck)
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie + afsluiting
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 2
1.
Lesopening
2.
Leergebiedoverstijgende doelen + arrangementen
3.
Lesdoel (+ minicheck)
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie + afsluiting

Slide 1 - Diapositive

1. Lesopening
Pak je boek van Nederlands met je schrift, laat het boek nog even dicht. 



Slide 2 - Diapositive

2. Leergebiedoverstijgende doelen
Zelfstandig leren
- Werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld. 

Als er staat leg je antwoord uit, doe je dat. 




Slide 3 - Diapositive

Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie na het benoemen van de lesdoelen en het lezen van de theorie. 
???

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 
???

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 
???

Slide 4 - Diapositive

3. Lesdoel
Aan het eind van deze les:
- weet je dat een gedicht een tekstsoort is;
- ken je drie kenmerken van een gedicht: opbouw, strofe en rijm;
- ken je vier vormen van bijzonder taalgebruik dat dichters 
   inzetten, waaronder herhaling, opsomming, tegenstelling en
   overdrijving.

Slide 5 - Diapositive

Verdiept arrangement:
Namen lln. 

Huiswerk noteren + maken:
Les: 2.3
blz.: 65 t/m 67
opdr.: 8

Slide 6 - Diapositive

Mini-check
Quiz mee

Slide 7 - Diapositive

Hoeveel woorden rijmen er op het woord 12?
A
26
B
46
C
16
D
0

Slide 8 - Quiz

Tegenstelling =
A
De woorden worden herhaald of hetzelfde woord wordt vaker gezegd, maar net iets anders.
B
Er wordt een aantal dingen op een rij gezet of na elkaar opgenoemd.
C
Dingen worden tegenover elkaar gezet, waardoor de verschillen extra opvallen.
D
Iets wordt groter of erger gemaakt dan het in werkelijkheid is.

Slide 9 - Quiz

Opsomming =
A
De woorden worden herhaald of hetzelfde woord wordt vaker gezegd, maar net iets anders.
B
Er wordt een aantal dingen op een rij gezet of na elkaar opgenoemd.
C
Dingen worden tegenover elkaar gezet, waardoor de verschillen extra opvallen.
D
Iets wordt groter of erger gemaakt dan het in werkelijkheid is.

Slide 10 - Quiz

Wie maakt wat:
Alles goed? Ga zelfstandig aan de slag:
les 2.3, opdr. 8, blz. 65 t/m 67

De rest doet mee met de instructie.

Slide 11 - Diapositive

4. Instructie
Kijk en mee naar de volgende dia's. 

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Gedicht 
  • Een gedicht is verdeeld in versregels, die meestal in het   midden van de bladzijde zijn gecentreerd.
  • Regels staan in groepjes bij elkaar --> strofe
  • Soms komt er rijm in voor. 

Slide 14 - Diapositive

Bijzonder taalgebruik 
  • Herhaling: de woorden worden herhaald of er wordt  hetzelfde gezegd. Vaak op verschillende manieren.
  • Opsomming: een aantal dingen wordt achter elkaar gezet.
  • Tegenstelling: zaken worden tegenover elkaar gezet, hierdoor worden de verschillen duidelijk.
  • Overdrijving: iets wordt erger of groter gemaakt dan het is werkelijkheid is. Het wordt overdreven.

Slide 15 - Diapositive

5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Lees en maak les 2.3, blz. 65 t/m 67, opdr. 8

Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (intensief)?
namen lln... kom aan de instructietafel zitten. 
Niels; laptop pakken om het verhaal voorgelezen te krijgen. 

Slide 16 - Diapositive

6. Zelfstandig werken
Je leest en maakt zelfstandig, in stilte:
V: les 2.3, blz. 65 t/m 67, opdr. 8 --> namen lln
B: les 2.3, blz. 65 t/m 67, opdr. 8 --> rest van de klas
I: les 2.3, blz. 65 t/m 67, opdr. 8 --> rest van de klas
Ben je klaar?
1. Kijk je werk zorgvuldig na + verbeter waar nodig. 
2. Huiswerk ander vak afmaken. 
3. Leren toets / lezen / woordzoeker. 
timer
30:00

Slide 17 - Diapositive

7. Evaluatie
- Zelfstandig leren; werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld.
 
Evaluatie lesdoelen --> Quiz mee! 




Slide 18 - Diapositive

Moet een gedicht altijd rijmen?
A
nee
B
soms
C
ja

Slide 19 - Quiz

Hoeveel woorden rijmen er op het woord 12?
A
26
B
46
C
16
D
0

Slide 20 - Quiz

Herhaling =
A
De woorden worden herhaald of hetzelfde woord wordt vaker genoemd, maar net iets anders.
B
Er wordt een aantal dingen op een rij gezet of na elkaar opgenoemd.
C
Dingen worden tegenover elkaar gezet, waardoor de verschillen extra opvallen.
D
Iets wordt groter of erger gemaakt dan het in werkelijkheid is.

Slide 21 - Quiz

Afsluiting
Ruim je boek en schrift van NE op.

Volgende lesuur: ....................

Slide 22 - Diapositive