Het urinestelsel

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 2

Het urinestelsel

Wat gaan we doen?

Rubrics samen doornemen

Doelstellingen doornemen

Eindopdracht doornemen

Aanvang maken urinestelsel

Wat weet je over het urinestelsel?

Vocht en elektrolyten

Homeostase: urinestelsel zorgt ervoor dat de hoeveelheid water in het lichaam en de samenstelling niet teveel varieert.

Urine: water met afvalstoffen en overtollige stoffen.

Wat is de functie van water in ons lichaam niet?

1. Bouwstof
2. Reinigingsmiddel
3. Oplosmiddel
4. Transportmiddel

Elektrolyten

Functie: elektrische prikkels in zenuwen en spieren voort te geleiden en om vocht vast te houden

Elektrische geladen deeltjes (ionen): Natrium (Na+), Kalium (K+) en Chloride (Cl-)

Wat is een ander woord voor Natriumchloride?

Zuren in het water

Functie: stoffen in het water die zich splitsen in positief geladen ionen en negatief geladen ionen.

Weetje: zuurgraad in ons lichaam ligt tussen 7.35 en 7.45 (PH neutraal), dit is nodig voor het goed werken van allerlei stofwisselingsprocessen in ons lichaam

Passief en actief transport

Cellen wisselen via hun membraan water, voeding-en afvalstoffen (semi-permeabel)

Passief transport: stoffen verplaatsen zich vanzelf

Actief transport: door middel van een soort 'pomp'

Passief transport (o.i.v. concetratieverschillen of elektrische lading)

Diffusie: verplaatsing (gassen en opgeloste stoffen) van hoge concentratie naar lage concentratie

Osmose: alleen water verplaatst zich naar hoge concentratie opgeloste stoffen

Uit hoeveel procent water bestaat ons lichaam?

Zit het grootste deel van het water in of buiten onze cellen?

Waterverdeling in het lichaam

Het lichaam bestaat voor 60% uit water

Eén derde deel buiten de cellen

Tweederde deel binnen de cellen

Waar vindt vochtuitscheiding plaats (meerdere antwoorden mogelijk)

Vochtbalans

Negatief vochtbalans

Positief vochtbalans

www.ntr.nl