Spelling herhaling H1 t/m 4 + nieuw H5

1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Spelling: wat nog te doen?
  • Hoofdstuk 5: hoofdletters en aanhalingstekens
  • Hoofdstuk 6: aan elkaar of los?
  • Herhaling werkwoordspelling
  • Toets

Slide 2 - Diapositive

Even een herhaling...

Slide 3 - Diapositive

Goed gespeld
Fout gespeld
Soep met crême fraiche is erg lekker. 

Slide 4 - Question de remorquage

Welke woord(en) is/zijn fout gespeld?
A
layout
B
airco
C
faillissement
D
étui

Slide 5 - Quiz

Verbeter deze woorden: premiere, crême fraiche, disk jockey, maskara.

Slide 6 - Question ouverte

Waar
Niet waar
Een liggend streepje is hetzelfde als een koppelteken.

Slide 7 - Question de remorquage

Welke woord(en) is/zijn goed gespeld?
A
cameraopstelling
B
vwo klas
C
Noord-Holland
D
nietmachine

Slide 8 - Quiz

Goed gespeld
Fout gespeld
spellingfout 
spellingsfout
seceondenwijzer
bioscoopsstoel
staatssteun

Slide 9 - Question de remorquage

juist/onjuist?
Je schrijf berenklauw, dus ook berensterk.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Hoofdstuk 5
Hoofdletters en aanhalingstekens

Slide 11 - Diapositive

a Heb jij gisteravond de mol nog gezien?
b Heb jij gisteravond De Mol nog gezien?

Vraag: wat is het betekenisverschil van deze zinnen?

Slide 12 - Question ouverte

Fout gespeld
Goed gespeld
‘Ik ga vanavond vroeg naar bed’ kondigde Pieter aan.

Slide 13 - Question de remorquage

Wanneer aanhalingstekens?
  • Directe rede --> citaten
Jan zei: "Mijn vakantie was echt heel saai."
  • Bij titels
Ik heb in de vakantie de film 'Finding Neverland' gekeken. 
  • Als je het woord zelf bedoelt en niet de betekenis
Er zijn drie lidwoorden: 'de', 'het' en 'een'. 

Slide 14 - Diapositive

Let op bij citaten!
Leestekens en hoofdletters op de goede plek...  
Dus niet:
Jan zei 'ik heb een auto gekocht'. 

Slide 15 - Diapositive

Jan zei 'ik heb een auto gekocht'.
Verbeter deze zin.

Slide 16 - Question ouverte

Aan de slag!
Lees de theorie uit het boek (pag. 154)
Maak opdracht 1 en 2.
Vul het google-formulier in. 
Kijk opdrachten na  (antwoorden staan op SOM).

Slide 17 - Diapositive