DE RENAISSANCE (1550-1675)

1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

De middeleeuwen duren als historische periode ongeveer 1000
jaar. In de vijftiende en vooral in de zestiende eeuw vinden er grote veranderingen in de maatschappij plaats, die een nieuwe levenshouding en andere kijk op het leven tot gevolg hebben.

Slide 2 - Diapositive

De Renaissance
In de renaissance komt er een andere kijk op de wereld. God staat niet langer centraal, maar de mens staat centraal.
Mensen laten zich inspireren door de Griekse en de Romeinse cultuur.
Door uitvindingen (buskruit, boekdrukkunst, kompas) verandert de wereld.
Vrije handel met zelfstandige kooplieden komt op.
Mensen willen zelf ontdekken en onderzoeken en niet meer op gezag aannemen.
De kerk verliest haar greep op de mensen door allerlei misstanden.


Slide 3 - Diapositive

Kenmerken
Carpe diem: pluk de dag. Het leven op aarde staat centraal.
Kunstenaars zijn niet langer anoniem.
Mens staat centraal (antropocentrisch).
De mens is zich bewust van zijn individualisme.
Hervorming van de kerk. Luther en Calvijn. Bijbel wordt vertaald.
Er ontstaat gaandeweg een eenheidstaal die de dialecten verdringt.

Slide 4 - Diapositive

In 1555 nam koning Filips II van Spanje de regering van de Habsburgse Nederlanden over van zijn vader keizer Karel V. Omdat Filips in de eerste plaats koning van Spanje was, werden de Nederlanden sindsdien de Spaanse Nederlanden genoemd

Slide 5 - Diapositive

Tachtigjarige oorlog 1568-1648

De Nederlanden willen niet langer onder gezag staan van de Spaanse koning.
De opstand wordt geleid door de edelman ’Willem van Oranje Nassau’.
Deze opstand leidt tot een scheuring waarbij de noordelijke Nederlanden verder gaan als republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.
De zuidelijke Nederlanden blijven onder Spaans gezag

Slide 6 - Diapositive

Bloeitijd letterkunde in de Gouden Eeuw

De vijf belangrijkste schrijvers in de Gouden Eeuw zijn Vondel en Hooft, de vertegenwoordigers van de renaissance- en barokstijl, de geleerde schrijver Huygens, de verteller Cats en de volksmens Bredero.


 



Slide 7 - Diapositive

Rederijkers
Rederijkers waren amateurdichters en voordrachtkunstenaars die zich vanaf de late middeleeuwen gingen organiseren in verenigingen. Deze 'kamers' zouden de Nederlandstalige literatuur vanaf de 15e tot een stuk in de 16e eeuw beheersen. Bijna iedereen die zich met literatuur bezighield werd lid van een rederijkerskamer of was er nauw bij betrokken.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

De Eerste Nederduitse Academie.



De Academie was een school voor hoger onderwijs en toneel. De grondslag was humanistisch: onderwijs in de volkstaal voorde (mannelijke) burgerij, gericht op doorgeven van kennis en ontwikkeling van maatschappelijk verantwoordelijkheidsgevoel.

Slide 10 - Diapositive

Warenar
Warenar was een van de stukken die bij de opening van de Academie in september 1617 gespeeld werden . De drie oprichters van de Academie, Hooft, Coster en Bredero, zijn mogelijk alle drie bij het schrijven van het stuk betrokken geweest; alleen van Hooft is dat zeker. Warenar lag al klaar: het dateert van 1616, en werd bij de opening van de Academie gedrukt. Bron voorde tekst was het Latijnse toneelstuk Aulularia van Plautus.

Slide 11 - Diapositive

Blijspel

Warenar of Ware-nar is een blijspel in vijf bedrijven van P.C.Hooft en Samuel Coster, geschreven in 1617.

Het stuk begint met de voor-reden, waar  Mildheid vertelt dat Gierigheid het huis uit moet en dat het maar eens afgelopen moet zijn met de geheimzinnigheid en wantrouwen om de pot van Warenar. Door die pot komt er alleen maar narigheid voor Warenar, hij is achterdochtig (volgens hem wil iedereen zijn pot stelen) en de mensen vinden hem een dwaas.



 

Slide 12 - Diapositive

Plot
Warenar heeft in zijn woning een pot met gouden munten ontdekt die zijn grootvader daar vroeger heeft begraven. Hij raakt geobsedeerd door de angst dat zijn pot gestolen wordt. Zo leeft hij in diepe, zelfverkozen armoede. Hij koestert een grote achterdocht tegen iedereen die in zijn buurt komt. Zijn dochter Claartje is - zonder dat Warenar dat weet - zwanger van Ritsert, een losbol van een jongen. Diens oom Rijckert, Warenars buurman, wil met Claartje trouwen. Warenar vermoedt achter dit aanzoek een list om de pot met goud in handen te krijgen. Hij gaat zich steeds nerveuzer en vreemder gedragen en vestigt daardoor juist de aandacht op zichzelf. Lecker, de knecht van Rijckert, ziet Warenar de pot verbergen op een kerkhof. Leckersteelt de pot, waarmee Warenars grootste angst waarheid wordt. De diefstal wordt echter ontdekt doordat Ritsert Lecker tegen het lijf loopt met de pot onder zijn kleding. Warenar komt tot inkeer en schenkt de schat aan zijn dochter en Ritsert. Warenars obsessie is voorbij.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Mindmap

Slide 15 - Diapositive