Botten, spieren en gewrichten EHBO

Hoe heet het rode bot?
timer
0:10
A
schouderblad
B
rib
C
opperarmbeen
D
ellepijp
1 / 20
suivant
Slide 1: Quiz
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Hoe heet het rode bot?
timer
0:10
A
schouderblad
B
rib
C
opperarmbeen
D
ellepijp

Slide 1 - Quiz

Hoe heet het grote middelste gele bot?
timer
0:10
A
Borstbeen
B
Heiligbeen
C
Rib
D
Sleutelbeen

Slide 2 - Quiz

Hoe heten deze botjes van de hand?
timer
0:10
A
vingerkootjes
B
handwortelbeentjes
C
handbeentjes
D
ellepijp

Slide 3 - Quiz

Hoe heet het gele bot?
timer
0:10
A
ellepijp
B
elleboog
C
vingerkootjes
D
spaakbeen

Slide 4 - Quiz

Hoe heet het gele bot dat naar het blauwe bot loopt?
timer
0:10
A
schouderblad
B
opperarmbeen
C
ellepijp
D
sleutelbeen

Slide 5 - Quiz

Hoe heet het gele bot in het been?
timer
0:10
A
scheenbeen
B
kuitbeen
C
knieschijf
D
dijbeen

Slide 6 - Quiz

Hoe heet het roze rondje in het been?
timer
0:10
A
Knieschijf
B
Voetwortelbeentje
C
Scheenbeen
D
Kuitbeen

Slide 7 - Quiz

Hoe heten deze botjes in je voet?
timer
0:10
A
Voetwortelbeentjes
B
Middenvoetsbeentjes
C
Handwortelbeentjes
D
Teenkootjes

Slide 8 - Quiz

Welk soort gewricht is dit?
timer
0:10
A
Scharniergewricht
B
Kogelgewricht
C
Rolgewricht
D
Zadelgewricht

Slide 9 - Quiz

In welk deel van je lichaam komt dit gewricht voor?
timer
0:10
A
In je heup
B
In je elleboog
C
In je nek
D
In je knie

Slide 10 - Quiz

Welk soort gewricht is dit?
timer
0:10
A
Scharniergewricht
B
Kogelgewricht
C
Rolgewricht
D
Zadelgewricht

Slide 11 - Quiz

In welk deel van je lichaam komt dit gewricht voor?
timer
0:10
A
In je heup
B
In je elleboog
C
In je nek
D
In je knie

Slide 12 - Quiz

Welk soort gewricht is dit
timer
0:10
A
Scharniergewricht
B
Kogelgewricht
C
Rolgewricht
D
Zadelgewricht

Slide 13 - Quiz

In welk deel van je lichaam komt dit gewricht voor?
timer
0:10
A
In je heup
B
In je hand
C
In je nek
D
In je knie

Slide 14 - Quiz

Hoe heet de taaie, stevige onderdelen die spieren met een botten verbinden?
timer
0:10
A
Spierbundels
B
Platte spieren
C
Holle spieren
D
Pezen

Slide 15 - Quiz

Wat is de juiste volgorde van groot naar klein
timer
0:10
A
Spieren spiercellen spierstelsel
B
Spierstelsel Spieren Spiercellen
C
Spiercellen spieren spierstelsel

Slide 16 - Quiz

Beweging ontstaat doordat .... 1 .... kunnen samentrekken.

.... 2 .... kunnen niet samentrekken, maar zorgen voor verbinding met het bot.
timer
0:10
A
1: spieren 2: spieren
B
1: pezen 2: pezen
C
1: pezen 2: spieren
D
1: spieren 2: pezen

Slide 17 - Quiz

Waarom is het belangrijk een kneuzing of verstuiking te koelen?
A
Om de pijn te verzachten
B
Om zwelling tegen te gaan
C
Om bloedvaatjes te laten krimpen en zwelling tegen gaan
D
Om de blauwe plek te verminderen

Slide 18 - Quiz

Iemand heeft zijn schouder ontwricht. Je kan steun geven door een:
A
mitella aan te leggen
B
niks met de schouder te doen
C
een dekenrol te maken
D
brede das aan te leggen

Slide 19 - Quiz

Iemand is gevallen. Onderbeen in een rare stand en het slachtoffer hoorde krak. Ook zie je een wond op het been. Er is sprake van:
A
kneuzing
B
open botbreuk
C
verstuiking
D
gesloten botbreuk

Slide 20 - Quiz