C online les 5: H4 par. 3: Waterbalans

Par. 3: Water in balans
Paragraaf 3:
Water in balans
De waterbalans
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Par. 3: Water in balans
Paragraaf 3:
Water in balans
De waterbalans

Slide 1 - Diapositive

Par. 3: Water in balans
Deze les:
  • Bespreken opdr. 2 en 3 van par. 2
  • Wat weet je al?
  • Uitleg paragraaf 3: Waterbalans
  • Werken

Slide 2 - Diapositive

Opdr. 2a van blz. 64. Maak de legenda compleet.
Verdeling van al het aanwezige water op aarde
Verdeling van het zoete water op aarde
zout water
zoet water
water in de vorm van ijs
water in vloeibare vorm

Slide 3 - Question de remorquage

Juist
Onjuist
Opdr. 2 van blz. 64. Zet de uitspraken in de juiste kolom.
A Door het smelten van het ijs op de Noordpool zal het zeewater zouter worden.
B Door het smelten van het ijs op de Noordpool komt er meer drinkwater beschikbaar.
C De hoeveelheid water in de kringloop blijft gelijk.
D Door het smelten van het ijs op de Noordpool zal de zeespiegel niet veel stijgen.
E Op de Noordpool ligt meer landijs dan op de Zuidpool.
F Een ijsberg is geen landijs maar een gletsjer.

Slide 4 - Question de remorquage

Hoe kan een gebied aan water komen?

Slide 5 - Carte mentale

Hoe kan water uit een gebied verdwijnen?

Slide 6 - Carte mentale

Neerslag
+
Aanvoer uit andere gebieden
Bovengronds: Rivieren en beken
+
Aanvoer uit andere gebieden
Ondergronds: Grondwater
+
Water dat in producten zit die we uit het buitenland invoeren.
1 kg rijst = 3400 liter water
+
verdamping
-
Uitstroom in zee
-
De waterbalans van Nederland
Gebruik in huishoudens, fabrieken en landbouw.
-
Water dat in producten zit die we aan het buitenland verkopen.
500 gram kaas is 2500 liter water
-

Slide 7 - Diapositive

2700 liter water
90 liter water
10 liter water
840 liter water

Slide 8 - Question de remorquage

Gebied kan op 3 manieren aan water komen:
  • 1. Neerslag
  • 2. Aanvoer water uit andere gebieden
  • 3. Aanvoer van fossiel water (volgende dia).
Nuttige neerslag
neerslag - verdamping 
Regenwater nu veel sneller afgevoerd dan vroeger: (paragraaf 4)
  • Ontbossing
  • Uitbreiding bebouwd gebied

Slide 9 - Diapositive

Fossiel water
Fossiel water = water in de grond dat stamt uit eerdere tijden.
  • Aquifer = Waterhoudende laag in de ondergrond (= niet-vernieuwbaar water).

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Par. 3: Water in balans
Nu doen:
  • Uitleg vragen
  • Werk aan het huiswerk

Huiswerk:
  • Maak een aantekening over de waterbalans (hoe komt water in een gebied / hoe verdwijnt water uit een gebied?)
  • Leer par. 2 en 3 van hoofdstuk 4
  • Zorg ervoor dat opdracht 4 en 5 van par. 2 af zijn!

Slide 12 - Diapositive