reclame

Timer
timer
25:00
timer
1:00
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Timer
timer
25:00
timer
1:00

Slide 1 - Diapositive

Lesopbouw
  1. Wat is reclame?
  2. Wat is het doel van reclame?
  3. Opdracht
  4. Zelfstandig werken

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen

Je kent het doel van reclame.

Je kunt reclame herkennen.

Je weet waar een goede reclame aan moet voldoen.

Je weet wat slogans zijn.


Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

reclame

Slide 5 - Carte mentale

Wat is het belangrijkste doel van reclame?
A
Dat je naar een leuk filmpje/plaatje kijkt
B
Om tijd op te vullen tussen 2 programma's op tv
C
Om ervan te leren
D
Dat jij de spullen van de reclame gaat kopen

Slide 6 - Quiz

Het doel van reclame is dus:
A
Overtuigen
B
Overhalen
C
Amuseren
D
Informeren

Slide 7 - Quiz

Wat is een synoniem, een ander woord voor 'overhalen'?
A
activeren
B
aansporen
C
meedoen
D
overtuigen

Slide 8 - Quiz

Wat is een doelgroep?
A
Groep die voor een doel staat
B
Mensen met dezelfde interesses
C
Een groep mensen waarvoor een verkoper reclame maakt
D
Alle klanten bij elkaar

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Vidéo

Wat maakt deze reclame een goede reclame?

Slide 11 - Carte mentale

Slogans

Slide 12 - Diapositive

Slogans: welk merk hoort erbij


  • MMM van ...
  • 't Komt wel goed, schatje
  • Steeds verrassend, altijd        voordelig
  • Have a break, have a ...



  • Dat zeg ik!
  • I'm loving it
  • Ik ben toch niet gek?!
  • Spend more time searching, than actually watching







Slide 13 - Diapositive

Welke reclameslogans ken je zelf nog meer?

Slide 14 - Carte mentale

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Kies een product
  • Wat kan/doet jouw product?
  • Wie is je doelgroep?
  • Bedenk de voor- en nadelen van je product?
  • Wat maakt jouw product zo goed?
  • Waarom heeft de consument jouw product nodig?
  • Hoe ziet je product eruit?


Slide 19 - Diapositive