Vocabulaire 4

Vocabulaire 4
Maatwerklessen
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Vocabulaire 4
Maatwerklessen

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel
* Activeren voorkennis
*Uitleg van de 10 nieuwe woorden
* Oefenen van de woorden
* Controleren of het onthouden is

Slide 2 - Diapositive

Vergoeilijken
Goedpraten

"Ze probeerde het gedrag nog te vergoelijken, maar helaas"

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Hinderlijk
Lastig en vervelend

"De moeder stoorde zich aan het gedrag van haar zoon"

Slide 5 - Diapositive

Eerbetoon
Betuiging van eer

"Het monument is een eerbetoon aan alle slachtoffers"

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Ridicuul
Belachelijk
"Het was een ridicule beslissing"

Slide 8 - Diapositive

Flamboyant
Vurig, hartstochtelijk, vol temperament

Slide 9 - Diapositive

opportunist
Iemand die voordeel wil halen uit een bepaalde situatie

"De opportunist wilde er een slaatje uit slaan"

Slide 10 - Diapositive

escaleren
Erger of ernstiger worden

"Het escaleerde tot een gevecht"

Slide 11 - Diapositive

Bonafide
Betrouwbaar

"Wij kochten een auto bij een bonafide autohandelaar"

Slide 12 - Diapositive

Incidenteel
Als iets niet vaak gebeurt

"Omdat het maar incidenteel voorkomt hoeven we dit niet zwaar te bestraffen"

Slide 13 - Diapositive

Suggereren
Opperen, een suggestie doen

"Hij suggereert daarmee dat het jouw schuld is"

Slide 14 - Diapositive

Nu maken we de quiz vragen
Goed oefenen! Daarna herhalen we de vorige lessen ook!

Slide 15 - Diapositive

Hij vergeet zijn huiswerk slechts .......
A
aanstonds
B
incidenteel
C
nimmer

Slide 16 - Quiz

Zij vallen als een blok voor zijn ........ persoonlijkheid
A
flamboyante
B
luguber
C
bonafide

Slide 17 - Quiz

Hij raakte geïrriteerd door de vele ...... vragen.
A
relevante
B
amicale
C
hinderlijke

Slide 18 - Quiz

Iemand die gebruik maakt van een situatie in zijn voordeel wordt ook een ........ genoemd
A
goedzak
B
opportunist
C
spekkoper

Slide 19 - Quiz

Zij ..... dat ik er meer van weet.
A
suggereert
B
evalueert
C
impliceert

Slide 20 - Quiz

Hij heeft serieus overwogen dat ...... plan uit te voeren
A
moleculen
B
miniscule
C
ridicule

Slide 21 - Quiz

Dat bedrijf staat bekend als ......
A
flamboyant
B
bonafide
C
pittoresk

Slide 22 - Quiz

Zij voorkwam dat de ruzie .....
A
escaleerde
B
etaleerde
C
evalueerde

Slide 23 - Quiz

De man probeerde zijn overtreding nog te ......
A
vergoeden
B
bemoeilijken
C
vergoelijken

Slide 24 - Quiz

Een minuut ..... aan de slachtoffers
A
machtsvertoon
B
eerbetoon
C
eerwraak

Slide 25 - Quiz

Sleep de woorden naar de juiste betekenis
Incidenteel
hinderlijk
Eerbetoon
Suggereren
flamboyant
opportunist
af en toe
vervelend
handeling om eer te tonen
opperen
hartstochtelijk
iemand die voordeel haalt uit de situatie

Slide 26 - Question de remorquage

Sleep de woorden naar de juiste betekenis
bonafide
escaleren
Ridicuul
vergoeilijken
inferieur
coöperatief
betrouwbaar
erger worden
belachelijk
goedpraten
minder waard
meewerkend

Slide 27 - Question de remorquage

Sleep de woorden naar de juiste betekenis
ludiek
ontvankelijk
afgepeigerd
abominabel
amicaal
harmonieus
bijzonder
open staan voor indrukken
afgemat
vreselijk
vriendschappelijk
als mensen en dingen goed bij elkaar passen

Slide 28 - Question de remorquage

Goed gegaan?
Top! Dan maak een woordzoeker!
Anders ga je nog een keertje oefenen!

Slide 29 - Diapositive