Spaans leerjaar 2 week 20

• Mentorles
• MBO
• Studiejaar 2

Wat gaan we doen in P8?

                                                                            

      

en CorViaedEC

• Correo
• Viajar
• Turismo
• Paraguay
• Red
• Empresa
• Cocinero
• Ruso

Examen Schrijven op school in toetsweek

Metas profesionales 3

Familia y compañía

Tekstboek blz 31

1. Mi año de prácticas en México.

a. Bekijk de foto's bij Mario's blog. Welke reacties horen bij welke foto's?

b. In de reacties wordt gezegd welke relatie de personen op de foto met Mario hebben. Onderstreep die woorden.

c. Waar bewaar je de foto's van je familie en vrienden? Kruis de voor jou geldende antwoorden aan 

                                                                            

      

en CorViaedEC

• Correo
• Viajar
• Turismo
• Paraguay
• Red
• Empresa
• Cocinero
• Ruso

Y la familia,  ¿qué tal?

Tekstboek blz 32

2 Carmencita

a. Bekijk de foto's van de onderneming Carmencita. Wat is Carmencita voor bedrijf?

• Familiar
• Multinacional
• De alimentación
• De moda
• De comunicación
• De cosmética

b. Lees het interview met de bedrijfsleider en controleer daarmee je antwoord van oefening a.

Onderstreep alle familierelaties

      

en CorViaedEC

• Correo
• Viajar
• Turismo
• Paraguay
• Red
• Empresa
• Cocinero
• Ruso

Y la familia,  ¿qué tal?

Tekstboek blz 32

2 Carmencita

c. Vul de ontbrekende familierelaties in. Hoe vertaal je de woorden in het Nederlands?

• El padre / La madre
• El hijo / -----------
• El............../la abuela
• El nieto / la nieta
• El tio / la ----------
• El hermano / la hermana

      

en CorViaedEC

• Correo
• Viajar
• Turismo
• Paraguay
• Red
• Empresa
• Cocinero
• Ruso

Y la familia,  ¿qué tal?

Tekstboek blz 32

2 Carmencita

d. Bekijk het schema. Welke woorden hebben een mannelijke en een vrouwelijke vorm?

Wat betekenen su en sus in de voorbeeldzinnen?

      

en CorViaedEC

• Correo
• Viajar
• Turismo
• Paraguay
• Red
• Empresa
• Cocinero
• Ruso

¿Cuántos empleados tiene ...........empresa, Sr. Álvarez?
Hoeveel werknemers heeft uw bedrijf, Sr. Álvarez?

1. Tu
2. Su
3. Sus

Señor López, ¿cuál es ...................dirección?

meneer Lopez, wat is uw adres?

1. Su
2. Sus
3. vuestra

Antonio, tú trabajas en Endesa, ¿no?
¿Cuál es ..............................correo electrónico?
Antonio, jij werkt bij Endesa, toch? Wat is jouw email adres?

1. Mi
2. Tu
3. Nuestro

Esta es ......................tarjeta y aqui tienes .........................correo electronico.
Hier is mijn kaartje en dit is mijn email adres.

1. Mi / Mi
2. Tu / Tu
3. Su / Su

Señores Rodriguez, ¿como se llama ........................hija?
mevrouw en meneer Rodriguez, hoe heet uw dochter?

1. Su
2. Tu
3. Vuestra

.....................hija se llama Andrea.
Onze dochter heet Andrea

1. Su
2. Tu
3. Nuestra

¿Tienes una foto de .................... abuelos?
Heb je een foto van jouw opa en oma?

1. Tus
2. su
3. Vuestro

Y la familia,  ¿qué tal?

Werkboek blz 30

1. La familia de Carmencita

a. Jesus Navarro Alberola praat over zijn familie. Luister naar het fragment en vul de stamboom aan met de volgende namen:

• Magdalena
• Carmen
• Conchita
• Jesús
• Francisco
• Nieves
• Jesús

      

en CorViaedEC

de goede antwoorden...