Disk 16 taak 4 + woordenschat SRR

Taak 4 Disk Geld en werk
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Taak 4 Disk Geld en werk

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

oppassen
de kerk
de kerkganger

Slide 3 - Diapositive

Wat kun je leuk vinden aan deze vacature? Maak een zin: ik vind ...... leuk.

Slide 4 - Carte mentale

Waarom wil je bij ons werken?
A
Ik wil bij jullie werken, want ik heb een hekel aan de kerk.
B
Ik wil bij jullie werken, want ik vind werken op zaterdag gunstig.
C
Ik wil bij jullie werken, want ik hou van werken met kinderen.
D
Ik wil bij jullie werken, want ik hou van vakken vullen.

Slide 5 - Quiz

Waarom wil je bij ons werken?
A
Ik wil bij jullie werken, omdat ik graag op zondag werk.
B
Ik wil bij jullie werken, omdat ik 18 jaar ben.
C
Ik wil bij jullie werken, omdat ik van fietsen hou.
D
Ik wil bij jullie werken, zodat ik geld verdien.

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Vidéo

Ik wil bij jullie werken. Ik vind kinderen leuk. 
Ik wil bij jullie werken, want ik vind kinderen leuk. 
Ik wil bij jullie werken. Ik vind kinderen leuk. 
Ik wil bij jullie werken, omdat ik  kinderen leuk vind

Slide 8 - Diapositive

Wat is een goed antwoord?
Waarom wil je bij ons werken?
A
Ik wil bij jullie werken, want ik vind oppassen leuk.
B
Ik wil bij jullie werken, omdat ik vind oppassen leuk.

Slide 9 - Quiz

Waarom wil je bij ons werken?
A
Ik wil bij jullie werken, want ik kinderen leuk vind.
B
Ik wil bij jullie werken, omdat ik kinderen leuk vind.

Slide 10 - Quiz

Nu jij!
Waarom wil je bij de kerk werken? Maak 1 zin met want, en 1 zin met omdat.

Slide 11 - Question ouverte

Woordenschat Disk 16

Slide 12 - Diapositive

DE of HET?
baan
A
de
B
het

Slide 13 - Quiz

DE of HET?
vacature
A
de
B
het

Slide 14 - Quiz

DE of HET?
bijbaan
A
de
B
het

Slide 15 - Quiz

Wat is het meervoud?
(Schrijf ook het lidwoord)
het pasje

Slide 16 - Question ouverte

Wat is het meervoud?
(Schrijf ook het lidwoord)
het loonstrookje

Slide 17 - Question ouverte

Wat is het meervoud?
(Schrijf ook het lidwoord)
de overheid

Slide 18 - Question ouverte

Wat is het meervoud?
(Schrijf ook het lidwoord)
de pincode

Slide 19 - Question ouverte

Wat is het meervoud?
(Schrijf ook het lidwoord)
het inkomen

Slide 20 - Question ouverte

Wat is het meervoud?
(Schrijf ook het lidwoord)
de bijbaan

Slide 21 - Question ouverte

Wat is het meervoud?
(Schrijf ook het lidwoord)
het formulier

Slide 22 - Question ouverte

Schrijf het werkwoord goed:
De moeder ...... geld aan haar dochter (lenen)

Slide 23 - Question ouverte

Schrijf het werkwoord goed:
De klas ..... met de moeilijke sommen.
(rekenen)

Slide 24 - Question ouverte

Schrijf het werkwoord goed:
De jongens ..... van de meisjes
(verliezen)

Slide 25 - Question ouverte

Schrijf het werkwoord goed:
Ik ..... veel geld aan kleding .....
(uitgeven)

Slide 26 - Question ouverte

Mijn moeder ..... het geld tussen de kinderen.
(verdelen)

Slide 27 - Question ouverte

Wie ..... eigenlijk de schooltijden? Doet de directeur dat of de minister?
A
verklaart
B
bepaalt
C
stort
D
leent

Slide 28 - Quiz

Ik ga op tijd naar mijn werk, ........ ik niet te laat kom.
A
opnieuw
B
minimumloon
C
bedrag
D
zodat

Slide 29 - Quiz

Het ............ is hoger dan het brutoloon.
A
minimumloon
B
nettoloon
C
loonstrookje
D
stukloon

Slide 30 - Quiz

Wil je mij alsjeblieft vijf euro .....?
A
storten
B
lenen
C
bepalen
D
verklaren

Slide 31 - Quiz

O nee! Ik ben mijn ...... vergeten. Nu kan ik niet met mijn pasje betalen.
A
korting
B
tenminste
C
budget
D
pincode

Slide 32 - Quiz

Als je veel ............. hebt op je werk, krijg je meer salaris.
A
principes
B
rechten
C
verantwoordelijkheid
D
overheid

Slide 33 - Quiz

Met een bijbaan op de ......, krijg je vaak stukloon.
A
kapper
B
supermarkt
C
boerderij
D
kinderen

Slide 34 - Quiz