Disk woordenschat thema 13 A2

Woordenschat Disk: Vriendschap
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolvmboLeerjaar 2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Woordenschat Disk: Vriendschap

Slide 1 - Diapositive

De of het:
begrip
A
de
B
het

Slide 2 - Quiz

De of het:
geheim
A
de
B
het

Slide 3 - Quiz

De of het:
jas
A
de
B
het

Slide 4 - Quiz

De of het:
kritiek
A
de
B
het

Slide 5 - Quiz

De of het:
lichaam
A
de
B
het

Slide 6 - Quiz

De of het:
vriendschap
A
de
B
het

Slide 7 - Quiz

De of het:
zon
A
de
B
het

Slide 8 - Quiz

Schrijf het meervoud (met lidwoord) van: de vriendschap

Slide 9 - Question ouverte

Schrijf het meervoud (met lidwoord) van: de pleister

Slide 10 - Question ouverte

Schrijf het meervoud (met lidwoord) van: het lichaam

Slide 11 - Question ouverte

Schrijf het meervoud (met lidwoord) van: de handschoen

Slide 12 - Question ouverte

Schrijf het meervoud (met lidwoord) van: het geheim

Slide 13 - Question ouverte

Schrijf het meervoud (met lidwoord) van: de wond

Slide 14 - Question ouverte

Schrijf het meervoud (met lidwoord) van: de zon

Slide 15 - Question ouverte

Schrijf het werkwoord:
Het meisje ... de hele dag. (babbelen)

Slide 16 - Question ouverte

Schrijf het werkwoord:
Jan ... zijn brood met zijn zusje. (delen)

Slide 17 - Question ouverte

Schrijf het werkwoord:
Wij ... elkaar elke dag. (ontmoeten)

Slide 18 - Question ouverte

Schrijf het werkwoord:
Ik ... om daar heen te gaan. (weigeren)

Slide 19 - Question ouverte

Welk woord past in de zin?
Ik heb geen vrienden. Ik voel me ...
A
ontzettend
B
eenzaam
C
vochtig
D
gezamenlijk

Slide 20 - Quiz

Welk woord past in de zin?
Sonja is een ... . Ze helpt iedereen altijd.
A
schat
B
eenzaam
C
vochtig
D
nauwelijks

Slide 21 - Quiz

Welk woord past in de zin?
Soufian en Soraya hebben een ... leuke vakantie gehad.
A
nauwelijks
B
ontzettend
C
vreemd
D
aanpassen

Slide 22 - Quiz

Welk woord past in de zin?
Het regent. Nu kunnen we niet naar buiten. We moeten ons plan ...
A
nauwelijks
B
ontzettend
C
vreemd
D
aanpassen

Slide 23 - Quiz

Maak een zin met het woord:
bezoeken

Slide 24 - Question ouverte

Maak een zin met het woord:
het zakgeld

Slide 25 - Question ouverte

Maak een zin met het woord:
het probleem

Slide 26 - Question ouverte

Maak een zin met het woord:
toevallig

Slide 27 - Question ouverte

Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Sondage