beelspraak

Beeldspraak 
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Beeldspraak 

Slide 1 - Diapositive

figuurlijk en letterlijk

Slide 2 - Diapositive

Toen ik 's avonds thuiskwam, lag mijn hond in zijn mand.
A
Letterlijk
B
Figuurlijk

Slide 3 - Quiz

Toen ik 's avonds thuiskwam, vond ik de hond in de pot.
A
Letterlijk
B
Figuurlijk

Slide 4 - Quiz

1

Slide 5 - Vidéo

Wat is een metafoor?

Slide 6 - Question ouverte

Wat gebeurt er als je (te) veel metaforen gebruikt?

Slide 7 - Question ouverte

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Het wordt groen en geel voor de ogen.
Uit de doppen kijken
Het oog is groter dan de maag.
Een sloddervos zijn
Iemand de oren afzagen
Duizelig of misselijk worden
Goed opletten
Meer op je bord scheppen dan je op kunt eten
Een slordig iemand zijn
Steeds blijven aandringen

Slide 10 - Question de remorquage

Beeldtaal wordt vaak niet goed gebruikt. Ook in het komende filmpje wordt het maar weinig goed gebruikt. 
Herken jij de (juiste) beeldspraak? Probeer er zo veel op te schrijven.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Hoeveel (foute) beeldspraken heb je herkend?
Schrijf zo verbeterd op.

Slide 13 - Question ouverte

maken:
Woordenschat 1.3
Opdracht 3 en 4
Liefst online
Uit het boek: deel A, blz. 161 en 162

Slide 14 - Diapositive