4H massa & mol

Massa & mol
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Massa & mol

Slide 1 - Diapositive

Atoommassa
Protonen
1,01 u
Neutronen
1,01 u
Elektronen
5,49 x10-4 u

Slide 2 - Diapositive

Gemiddelde atoommassa
Isotopen

Slide 3 - Diapositive

Gemiddelde atoommassa
Isotopen
Zie Binas tabel 25A & 99




isotoop
percentage
atoommassa (u)
Gemiddelde atoommassa
Cl-35
75,78
34,96885
Cl-37
24,22
36,96590
??

Slide 4 - Diapositive

Een ion is een atoom die
A
protonen afstaat/opneemt
B
neutronen afstaat/opneemt
C
elektronen afstaat/opneemt

Slide 5 - Quiz

Ionmassa
  • Ionen zijn atomen die elektronen hebben afgestaan of opgenomen
  • De massa van elektronen worden vaak verwaarloosd
  • Ionmassa = atoommassa



Slide 6 - Diapositive

Molecuulmassa
  • Moleculen zijn opgebouwd uit verschillende atomen
  • De molecuulmassa is de som van de atoommassa's van alle aanwezige atomen

Slide 7 - Diapositive

Bereken de molecuulmassa van NH3

Slide 8 - Question ouverte

Massaprocent

Slide 9 - Diapositive

Bereken het massapercentage waterstof in NH3

Slide 10 - Question ouverte

De mol
  • Hoeveelheid stof (n) in mol
  • 1 mol = 6,02x1023 deeltjes

Slide 11 - Diapositive

Molaire massa
  • De massa van 1 molecuul in u = de massa van 1 mol in g

  • De massa van 1 molecuul NH3 = 17,03 u
  • De massa van 1 mol NH3 = 17,03 g

  • Molaire massa (M) = de massa van 1 mol stof in g/mol

Slide 12 - Diapositive

Hoeveel mol komt overeen met 3,0 g NH3?
A
51 mol NH3
B
0,18 mol NH3
C
1,5 mol NH3
D
7,2 mol NH3

Slide 13 - Quiz

Wat is de ionmassa van Chloor?

Slide 14 - Question ouverte

Hoeveel deeltjes zitten er in 2,3 g methaan (CH4)?

Slide 15 - Question ouverte

Bereken het massapercentage van koolstof in glucose (C6H12O6)

Slide 16 - Question ouverte

Wat is de massa (in gram) van 1,36x10^20 deeltjes MgOH

Slide 17 - Question ouverte

Zilver komt in de natuur voor onder 2 isotopen: 107Ag met een nuclidemassa van 106,906 u en 109Ag met een nuclidemassa van 108,905 u. De atoommassa van Ag is 107,868 u. Wat is het percentage waarin beide isotopen voorkomen?

Slide 18 - Question ouverte