2.2 Fascisme en communisme GEschiedenis Werkplaats

Tussen de oorlogen
1918-1939

2.2A| Fascisme en Communisme in Het Interbellum

KA 32 Het totalitair karakter van het communistische politieke systeem.

1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 100 min

Éléments de cette leçon

Tussen de oorlogen
1918-1939

2.2A| Fascisme en Communisme in Het Interbellum

KA 32 Het totalitair karakter van het communistische politieke systeem.

Slide 1 - Diapositive

Waar gaat deze les over?
De Eerste Wereldoorlog leidde tot chaos, frustratie en het verlangen naar iets totaal anders. Daardoor ontstonden totalitaire ideologieën. (politiek systeem waarbij alles ondergeschikt is aan het staatsidee en de politiek de gehele samenleving tot in de diepste geledingen doordringt) In Italië kwamen fascisten aan de macht. In Rusland probeerden de communisten een nieuwe maatschappij op te bouwen.

Slide 2 - Diapositive

Personen uit de paragraaf
Benito Mussolini
Italiaanse minister-president 1922 - 1943
(fascistisch)
Jozef Stalin
Dictator van de Sovjet-Unie
1924 - 1953†
(communistisch)

Slide 3 - Diapositive

Mars op Rome
Stalin komt aan de macht in de Sovjet-Unie

Belangrijke gebeurtenissen uit de paragraaf
- 1922
- 1924

Slide 4 - Diapositive

de tijd van wereldoorlogen 1900-1950
  • KA 30 Economische wereldcrisis
  • KA 31 Racistisch en totalitair karakter van het nationaal socialisme
  • KA 32 Het totalitair karakter van het communistische politieke systeem.

Slide 5 - Diapositive

Beeldkenmerk
Op de achtergrond zie je een demonstratie van werklozen, het symbool voor de economische crisis. De tank op de voorgrond verwijst naar de wereldoorlogen in het tijdvak.
Verwoestingen: op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogsvoering
  • H1 De Eerste Wereldoorlog
  • H3 De Tweede Wereldoorlog
Het voeren van twee wereldoorlogen.
  • H1 De Eerste Wereldoorlog
  • H3 De Tweede Wereldoorlog
De crisis van het wereldkapitalisme (wereldcrisis).
  • §2.1 Welvaart en crisis in de VS
  • §2.3 Duitsland van democratie naar dictatuur
Racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder op de joden (Holocaust).
  • §2.3 Duitsland van democratie naar dictatuur
  • §3.2 Bezet Nederland
  • §3.3 de Holocaust
De rol van moderne propaganda- en communicatie-middelen en vormen van massa-organisatie.
  • H1 De Eerste Wereldoorlog
  • H2 Interbellum
  • H3 De Tweede Wereldoorlog
Het in de praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme en fascisme/nationaal-socialisme.
  • §1.3 Revolutie in Rusland
  • §2.2 Fascisme en communisme
  • §2.3 Duitsland van democratie naar dictatuur
De Duitse bezetting van Nederland.
  • §3.2 Bezet Nederland

Slide 6 - Diapositive

Video
 Italie - januari 2019

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Leerdoel
Aan het einde van de les kunnen jullie kenmerken van het fascisme en communisme benoemen en herkennen.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Totalitaire ideologie
Wat is een totalitaire ideologie? 

Totalitair = volledig of totaal
Ideologie = manier van denken over hoe de maatschappij moet zijn.

Totalitaire ideologie:

Manier van denken waarbij het totale leven van mensen wordt beheerst door de ideeën van de partij die de macht heeft. 

Slide 11 - Diapositive

Totalitaire ideologie
Kenmerken van een Totalitaire ideologie

  1. Een leider staat aan het hoofd van de macht
  2. Extreem nationalistisch
  3. De staat beheerst het leven en denken van het volk, alles wat wordt gepubliceerd of wordt gemaakt is goedgekeurd door de staat

Bestaat er nu nog een totalitaire ideologie? 

Slide 12 - Diapositive

Video
Wat is Fascisme?

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo


Benito Mussolini


Leider, of 'Il Duce',  van Italië (1922-1943)
Oprichter van de Fasci di Combattimento (Zwarthemden, knokploegen)

Na de Eerste Wereldoorlog en de Vrede van Versailles was er veel onvrede, 
en dat kwam door de onderhandelingen van de 'slechte' Italiaanse regering.

Slide 15 - Diapositive

Fascisme in Europa
  • 'Oplossing voor de crisis'

  • Populair in de jaren ’20 en ’30 van de 20e eeuw

  • Antwoord op slecht beleid van de democratische regeringen

  • Niet alleen in Italië of Duitsland (NSDAP), ook in Engeland (BUF) en Nederland (NSB)

Slide 16 - Diapositive

Video voor geïntreseerden
Speech Benito Mussolini


(bekijk zijn spreekstijl)

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo


Fascisme

Fascisme is een politieke stroming, 
en wordt ook wel extreem-rechts genoemd

De naam komt van het voorwerp dat je hier ziet: een fasces
Dit voorwerp, een bijl met takken, stond symbool voor
de macht van bestuurders in het Romeinse Rijk.

Slide 19 - Diapositive

Kenmerken van fascisme (1)
  • Fascisme is overal tegen: vooral dingen die vreemd zijn en andere culturen

  • Fascisme is anti-democratisch: het volk hoeft niet mee te praten

  • Er is één leider. Hij bepaalt wat goed is.

Slide 20 - Diapositive

Kenmerken van fascisme (2)

  • Fascisme is nationalistisch: de eigen staat boven alles

  • Fascisme gaat uit van ongelijkheid tussen mensen: de hoogontwikkelden moeten de laagontwikkelden leiden. (Het recht van de sterkste: Sociaal-Darwinisme)


Slide 21 - Diapositive

Aan de slag
- Opdrachten maken 1,2,3,4,6,7 van paragraaf 2.2
- Je begrippenlijst evt. bijwerken?

Slide 22 - Diapositive

Tussen de oorlogen
1918-1939

2.2B| Fascisme en Communisme

KA 32 Het totalitair karakter van het communistische politieke systeem.

Slide 23 - Diapositive

Leerdoel
Aan het einde van de les kunnen jullie kenmerken van het fascisme en communisme benoemen en herkennen.

Slide 24 - Diapositive

Video
Wat is Communisme?

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo


Jozef Stalin


Leider,  van de Sovjet-Unie (1924-1953)
Onder Stalin werd het communistische Sovjet-Unie een totalitaire samenleving. (een samenleving waarin de machthebbers extreem veel hebben te zeggen over het volk)

Slide 27 - Diapositive

Kenmerken van communisme (1)
  • De Sovjet-Unie werd geregeerd door één partij, de communistische partij.

  • Communisme is anti-democratisch: het volk hoeft niet mee te praten

Sprake van persoonsverheerlijking (van Stalin).

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Kenmerken van communisme (2)
  • De economie werd geregeld door een Planeconomie.
Een van de plannen voor de economie was de Collectivisatie.

  • de Sovjet-Unie was een totalitaire staat
door middel van showprocessen.

Slide 31 - Diapositive


Planeconomie

  • Onder Stalin werd de Sovjet-Unie een planeconomie.
  • Dit betekende dat de staat besliste wat én hoe er moest worden geproduceerd.

Slide 32 - Diapositive

Zo waren er vijfjarenplannen: hierin was vastgelegd wat er in de komende vijf jaar moest worden geproduceerd.
Dát het werd geproduceerd was meestal belangrijker dan hoe het was geproduceerd: de kwaliteit en de keuze was beperkt.

Slide 33 - Diapositive


Collectivisatie

  • Tientallen kleine zelfstandige boerderijen werden samengevoegd (collectivisatie) tot één groot boerenbedrijf, een kolchoz

  • De boerengezinnen werkten en woonden daar met elkaar. 
  • De grond, het vee, de gereedschappen, de oogst: alles was van iedereen. 


Slide 34 - Diapositive



  • De collectivisatie moest zorgen voor een hogere opbrengst, maar dat viel vaak tegen en er ontstonden hongersnoden. Overigens meestal door eigen schuld: boeren slachtten hun vee uit protest tegen de collectivisatie. 

  • Boeren die zich op deze manier verzetten tegen de collectivisatie, omdat ze hun eigen boerderijtje niet wilden opgeven, werden gezien als vijand van het Staat en het communisme. Miljoenen boeren zijn om die reden vermoord.

Slide 35 - Diapositive


Showprocessen


  • Tegenstanders worden (meestal) vals beschuldigd en worden in een oneerlijke rechtszaak tot zware straffen veroordeeld.

  • Bij dit soort showprocessen stond de uitkomst al vast voordat de rechtszaak was begonnen: schuldig!

Slide 36 - Diapositive

Vraag: Stalin organiseerde showprocessen. Welke teksten over de showprocessen zijn juist en welke zijn onjuist?
Juist
(sleep de juiste teksten naar dit vak)
Onjuist
(sleep de onjuiste teksten naar dit vak)
Tekst 1
Zo liet hij zien dat hij beter was dan zijn voorganger, Stalin liet niemand zonder proces veroordeeld worden. 
Tekst 2
Dankzij de showprocessen werd duidelijk dat de planeconomie goed werkte.
Tekst 3
Dankzij de showprocessen kregen mensen een eerlijk proces. 
Tekst 4
De mensen tegen wie de showprocessen werden gevoerd, gaven allerlei misdaden toe. Zij deden dit vaak omdat ze onderdrukt werden en bang waren. 

Slide 37 - Question de remorquage



  • ...en ze waren zeer effectief! De angst onder de bevolking was groot. 
  • Zelfs zó groot dat mensen niet meer op een familiefoto met deze 'verraders' wilden worden vertoond.

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Diapositive


Goelag

  • Miljoenen 'tegenstanders' kwamen terecht in een goelag, een strafkamp.
  • In deze 'opvoedingskampen' moesten de gevangenen, onder zeer zware omstandigheden, dwangarbeid verrichten.

  • Sommige van deze kampen hadden niet eens hekken, omdat ontsnappen zinloos was: de kou en de wolven zouden je uiteindelijk wel doden

Slide 40 - Diapositive

Stel een vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 41 - Question ouverte