NE2425-K2-les 41 hoofdzaken en bijzaken - les 30 meewerkend voorwerp

1 / 48
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 48 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 70 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welkom in periode 2
Deze periode gaan we werken aan:

- leesvaardigheid 
- schrijfvaardigheid
- spreekvaardigheid
- kijk- en luistervaardigheid
- fictie

NODIG bij het vak Nederlands-->  Kern lesboek, laptop, leesboek, schrift en pen


Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

HK2C

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Plattegrond HK2C - lokaal H114
HK2C

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Plattegrond HK2C - lokaal H114
HK2C

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

HK2D

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Startklaar
Telefoon in je Zakkie, Zakkie in je tas!​
Jas uit + spullen op tafel: Chromebook, lesboek, JdW-map en etui.​
NUMO Nederlands maken.​
Huiswerk bespreken/les starten.


Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Deze week - les 41 + les 30
Deze LessonUp hoort bij: 

Les 41: begrijpend lezen --> hoofdzaken en bijzaken
Les 30: spelling en grammatica --> meewerkend voorwerp

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Begrijpend lezen
Les 41 Hoe herken je hoofdzaken en bijzaken in een tekst?

Lesdoel:
Je leert wat hoofdzaken en bijzaken zijn in een tekst.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Checklist:
Het activeren van relevante voorkennis als een  kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof .
Wat is het verschil tussen een hoofdzaak en een bijzaak?

Slide 12 - Carte mentale

2. Voorkennis activeren
De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen.

Instructie

Slide 13 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Begrippen uit deze les
hoofdzaken
bijzaken
hoofdgedachte

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Woorden uit deze les
verwisselen: omruilen
terechtkomen: Ergens komen zonder dat je vooraf wist waar de weg heen leidde; = belanden
(zich) voorbereiden op: zorgen dat je klaar voor iets bent
nadat: later dan iets anders
toestaan: goedvinden dat iemand iets doet; toelaten
compleet: zonder dat er iets ontbreekt.

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat te doen
- Doe je boek open: blz. 86
- Lees Belangrijk
- Samen maken: opdracht 1 t/m 3, blz. 86
- Zelfstandig werken: opdracht 5 t/m 9, blz. 86 + 87


Slide 23 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Nakijken
De antwoorden staan op het bord.
Pak een andere kleur pen.
Verbeter je fouten.
Stel vragen als je die hebt.

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

wat weet je nu:

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spelling en grammatica
Les 30 Hoe herken je het meewerkend voorwerp?

Lesdoel:
Je leert hoe je het meewerkend voorwerp herkent in een zin.

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Instructie

Slide 28 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 36 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Begrippen uit deze les
meewerkend voorwerp
aan wie
voor wie

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Woorden uit deze les
verwisselen: omruilen
terechtkomen: ergens komen zonder dat je vooraf wist waar de weg heen leidde; = belanden
(zich) voorbereiden op: zorgen dat je klaar voor iets bent
nadat: later dan iets anders
toestaan: goedvinden dat iemand iets doet; toelaten
compleet: zonder dat er iets ontbreekt.

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat te doen
- Doe je boek open: blz. 64 + 65
- Lees Belangrijk
- Samen maken: opdracht 1 t/m 3, blz. 65
- Zelfstandig werken: opdracht 6 t/m 8 +10 + 11, blz. 66


Slide 39 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Nakijken
De antwoorden staan op het bord.
Pak een andere kleur pen.
Verbeter je fouten.
Stel vragen als je die hebt.

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

wat weet je nu:

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

FICTIE: LEKKER EVEN LEZEN
Pak nu je leesboek. Denk tijdens het 
lezen ook aan de fictieopdracht.

("Wat moet ik aan het eind van 
deze periode inleveren bij dit leesboek?")

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk cijfer geef je jouw inzet vandaag?
A
Een 10.... zoals altijd
B
Een voldoende, dat is prima.
C
Een onvoldoende, ik kan echt beter.
D
Ik heb eigenlijk niet meegedaan......

Slide 45 - Quiz

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de verschillende lesfasen gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt leerlingen willekeurig met open vragen. Hierbij stimuleert de docent het kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen werk met elkaar te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden in te zetten.

    Begrippen uit deze les: schrijf deze in je map
signaalwoorden
nauwkeurig

opgeven:
stoppen met iets doen
zich voorstellen
zijn naam zeggen
blijken (uit) Duidelijk zijn uit iets.
Omkeren omdraaien, teruggaan
Letterlijk Als iets precies weergeeft wat er geschreven of gezegd is





Slide 46 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Exit ticket: hoe ga je deze les thuis herhalen?

Slide 47 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Afsluiting
Bedankt en tot de volgende les!
Checklist:
  • Zijn de leerdoelen behaald?
  • Les in context plaatsen van de periode 
  • Het leren en het gedrag samen evalueren
  • Vooruitblikken adhv JdW-planner  

Slide 48 - Diapositive

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.