les 23 persoonlijk en nevenschikkend
1 / 24
La durée de la leçon est: 60 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
ik heb in mijn tuin voor jou een boeket geplukt om aan jouw vriendin te geven. Welke woorden zijn bezittelijk?
Slide 7 - Question ouverte
ik heb in mijn tuin voor jou een boeket geplukt om aan jouw vriendin te geven. Welke woorden zijn persoonlijke voornaamwoorden?
Slide 8 - Question ouverte
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Congrueert een bezittelijk voornaamwoord wel of niet?
A
wel
B
niet
Slide 13 - Quiz
Wat is de stam van Noster en Voster?
A
noster, voster
B
nost, vost
C
nos, vos
D
nostr, vestr
Slide 14 - Quiz
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Welk woord is een nevenschikkend voegwoord
A
si
B
ut
C
sed
D
dum
Slide 19 - Quiz
welk woord is een onderschikkend voegwoord?
A
priusquam
B
aut
C
nam
D
enim
