3.8 Grammatica woordsoorten - soorten ww deel 1

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Taak week 2:

strofe -= groepje versregels of 

refrein

Lesdoelen

1. Naamwoordelijk gezegde oefenen

2. Drie soorten werkwerkwoorden

Naamwoordelijk gezegde

§ 3.7 Grammatica zinsdelen

wg

=

doe

je

ng

=

ben je

Koppelwerkwoorden: zijn, worden, blijven

Het koppelwerkwoord (kww) verbindt het onderwerp met een bijvoeglijk naamwoord (bn) en/of een zelfstandig naamwoord (zn) = naamwoordelijk deel

naamwoordelijk gezegde (ng)

1. Het belangrijkste werkwoord in de zin laat niet duidelijk merken wat het onderwerp doet.

2. Kijk of er een koppelwerkwoord aanwezig is: zijn, worden, blijven.

3. Je kunt de koppelwerkwoorden onderling verwisselen en de zin klopt nog.

4. Voeg de overige werkwoorden in de zin toe aan het ng.

Kijk het uitlegfilmpje in Ta!ent

Wat is het ng in deze zin?
Eind vorige eeuw werden de Japanse emoji populair.

Eind vorige eeuw / werden / de Japanse emoji / populair.

pv = werden

o = de Japanse emoji

ng = werden populair

Uitleg

Wat is het ng van deze zin?
De emoticon is een verzameling van punten, komma's en haakjes.

De emoticon / is / een verzameling van punten, komma's en haakjes.

pv = is

o = De emoticon

ng = is een verzameling van punten, komma's en haakjes

Uitleg

Wat is het ng van deze zin?
Het poephoofd blijft favoriet.

Het poephoofd / blijft / favoriet.

pv = blijft

o = Het poephoofd

ng = blijft favoriet

Uitleg

Bedenk één onderschrift met een wg.
En één met een ng.

3 soorten werkwoorden

§ 3.8 Grammatica woordsoorten

         soorten werkwoorden

1. zelfstandig werkwoord (zww)

2. koppelwerkwoord (kww)

3. hulpwerkwoord (hww)

Wat is het zww?
Mijn broer zingt altijd onder de douche.

Koppelwerkwoord (kww): zijn, worden, blijven ... 

Het koppelwerkwoord verbindt het onderwerp 

met een bijvoeglijk naamwoord (bn) 

en/of een zelfstandig naamwoord (zn) in een ng.

Wat is het kww?
Hij wordt vast zanger.

hulpwerkwoord (hww)

Om het voltooid deelwoord en infinitief (hele werkwoord) te kunnen gebruiken in een zin, is een hulpwerkwoord nodig. Meestal: hebben, zijn, worden, zullen, willen, kunnen, moeten.

Jan heeft gefietst.

Jan zal hard fietsen.

hww = heeft, zww = gefietst

hww = zal, zww = fietsen

Wat is het hww?
Hij heeft al meegedaan aan The Voice kids.

Wat weet je nu?

Wat?	§ 3.7 Grammatica woordsoorten: opdrachten 1 t/m 4
Hoe?	Online Ta!ent
Hulp?	Boek, klasgenoot
Resultaat?	Huiswerk
Leerdoel	zww, kww, hww = 3 soorten werkwoorden
Klaar?	Lezen

Volgende keer

Succes 

en

 tot de volgende keer!