Thuisonderwijs week 2 les 5 breuken aanvullen

breuken optellen

1 / 22

Slide 1: Diapositive

RekenenBasisschoolGroep 6-8

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

La durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

breuken optellen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Breuken optellen

\frac{​ 2 ​ ​}{​ 9 ​} + \frac{​ 5 ​ ​}{​ 9 ​} =

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Breuken optellen

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel pakjes van liter melk zijn samen 1 liter?

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 4 ​}

Slide 5 - Question ouverte

Welke zin is waar?

Bij het optellen van breuken ...

tel je de tellers en noemers bij elkaar op.

moeten de noemers gelijk zijn en tel je de tellers bij elkaar op.

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk cijfer hoort op de puntjes?

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 8 ​} + \frac{​ 2 ​ ​}{​ 8 ​} = \frac{​ 5 ​ ​}{​ . . . ​}

Slide 7 - Question ouverte

De noemers zijn gelijk, dus die blijft hetzelfde.

Welk cijfer hoort op de puntjes?

\frac{​ 6 ​ ​}{​ 7 ​} - \frac{​ 2 ​ ​}{​ 7 ​} = \frac{​ . . . ​ ​}{​ 7 ​}

Slide 8 - Question ouverte

De noemers zijn gelijk, dus je kan de tellers gewoon van elkaar aftrekken.

4/5 + 2/5 =

1 1/5

3/10

6/10

2/5

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Breuken + en -

Bij + en - sommen met breuken moet je de noemers eerst gelijkmaken.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gelijknamig maken

Voordat je breuken kunt optellen of aftrekken,
moet je zorgen dat de noemers gelijk zijn.
Hoe je breuken gelijknamig maakt zie je in de volgende video.

Slide 11 - Diapositive

Als de noemers niet gelijk zijn, kan je de tellers nog niet bij elkaar optellen of van elkaar aftrekken.

Niet gelijknamige breuken optellen

Antwoorden:

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 5 ​} + \frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​} =

\frac{​ 7 ​ ​}{​ 8 ​} - \frac{​ 1 ​ ​}{​ 3 ​} =

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Niet gelijknamige breuken optellen

Antwoorden:

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 5 ​} + \frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​} = \frac{​ 1 2 ​ ​}{​ 2 0 ​} + \frac{​ 1 5 ​ ​}{​ 2 0 ​} = \frac{​ 2 7 ​ ​}{​ 2 0 ​} = 1 \frac{​ 7 ​ ​}{​ 2 0 ​}

\frac{​ 7 ​ ​}{​ 8 ​} - \frac{​ 1 ​ ​}{​ 3 ​} = \frac{​ 2 1 ​ ​}{​ 2 4 ​} - \frac{​ 8 ​ ​}{​ 2 4 ​} = \frac{​ 1 3 ​ ​}{​ 2 4 ​}

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke noemer gebruik je om de
breuken gelijknamig te maken?

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 3 ​} + \frac{​ 1 ​ ​}{​ 5 ​} =

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk cijfer hoort op de puntjes?

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 3 ​} + \frac{​ 1 ​ ​}{​ 5 ​} = \frac{​ . . . ​ ​}{​ 1 5 ​}

Slide 15 - Question ouverte

5 x 1 = 5
3 x 1 = 3
5 + 3 = 8

Je koopt kilo bessen en kilo aardbeien.
Hoeveel kilo weegt dit samen?

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 8 ​}

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 4 ​}

\frac{​ 5 ​ ​}{​ 8 ​}

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 8 ​}

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat wordt de noemer als je breuken gelijknamig maakt?

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 4 ​}

\frac{​ 7 ​ ​}{​ 8 ​}

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Helen eruit halen

Als de teller groter is dan de noemer moet je de helen uit de breuk halen.
In de teller (7) past één hele noemer (5) en dan heb je
nog (7 - 5 =) 2 delen over:

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 5 ​} + \frac{​ 4 ​ ​}{​ 5 ​} = \frac{​ 7 ​ ​}{​ 5 ​}

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 5 ​} + \frac{​ 4 ​ ​}{​ 5 ​} = 1 \frac{​ 2 ​ ​}{​ 5 ​}

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel helen haal je uit deze breuk?

\frac{​ 2 3 ​ ​}{​ 6 ​}

Slide 19 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Je koopt kilo appels en kilo peren.
Hoeveel kilo weegt dit samen?

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​}

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 2 ​}

1 \frac{​ 1 ​ ​}{​ 4 ​}

1 \frac{​ 1 ​ ​}{​ 2 ​}

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke noemer krijg je als je de breuken gelijknamig maakt?

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 3 ​} + \frac{​ 1 ​ ​}{​ 5 ​} =

Slide 21 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het werkschema bij het optellen en aftrekken van breuken?

(Sleep de antwoorden naar de juiste plaats)

Optellen en aftrekken

De helen in de breuk

De breuken gelijknamig maken

Vereenvoudigen en de helen uit de breuk

Slide 22 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Thuisonderwijs week 2 les 5 breuken aanvullen

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Question ouverte

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Question ouverte

Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Question ouverte

Slide 15 - Question ouverte

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Question ouverte

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Question ouverte

Slide 22 - Question de remorquage

Plus de leçons comme celle-ci

Rekenen met breuken

P2 BJ 7.3 t/m 7.4

8.4 Rekenen met breuken

gelijknamige breuken optellen en aftrekken

Rekenen met Breuken

9.1b | Gelijknamige breuken optellen en aftrekken | ALDJ

b1a 2.2.1 Breuken Vereenvoudigen en Optellen

4.2 Breuken optellen en aftrekken deel 2 09-12-20