Indeling teksten

Doel 
Je herkent de opbouw (structuur) van een tekst en je vindt snel je weg in een tekst.
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolLeerjaar 4

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Doel 
Je herkent de opbouw (structuur) van een tekst en je vindt snel je weg in een tekst.

Slide 1 - Diapositive

Langere tekst vaak zelfde opbouw
Dat is niet voor niks. Kijk eens naar de volgende slide... 
Teksten hebben vaak dezelfde opbouw. 

Dat is niet voor niks. Kijk eens naar de volgende slide...

Slide 2 - Diapositive

Straffen tot zes maanden cel voor bekogelen politie bij rellen Eindhoven
De politierechter in Den Bosch heeft vrijdag drie mannen veroordeeld voor straffen tot zes maanden cel voor hun betrokkenheid bij de avondklokrellen in Eindhoven op 24 januari.
De 24-jarige Eindhovenaar Stanley C. kreeg met zes maanden cel, waarvan twee voorwaardelijk, de hoogste straf.
C. hitste de groep op door zich voor de groep te plaatsen, tussen de ME en de demonstranten. Hij stond met zijn armen te zwaaien en de politie uit te dagen. Hij greep in zijn kruis richting de agenten en gooide met stenen en een fiets naar de agenten. De man heeft bekend dat hij stenen gooide.
De politierechter zei bij de uitspraak dat het "een soort oorlogssituatie" was in Eindhoven. "En u was in het begin een van de actiefste deelnemers, een voorloper." Tegen de man was een half jaar onvoorwaardelijke celstraf geëist. Vanwege persoonlijke omstandigheden legde de politierechter een deel voorwaardelijk op.
Eindhovenaar Martijn F. (19) krijgt tien weken cel, waarvan acht voorwaardelijk en een taakstraf van veertig uur. Hij gooide volgens de politierechter met stenen, stak zijn middelvinger op en schold agenten uit. "Ronduit schofterig", zei de officier van justitie.
De achttienjarige Noah S. uit Helmond heeft 60 dagen cel gekregen, waarvan 48 dagen voorwaardelijk, en een taakstraf van veertig uur. Hij gooide een parasol omver en een steen tegen een ME-bus. Hij komt op vrije voeten, omdat hij het onvoorwaardelijke deel van zijn celstraf al heeft uitgezeten.
Rellen begonnen na schoonvegen verboden demonstratie
Het ging in het begin van de zondagmiddag mis in Eindhoven, toen de politie het 18 Septemberplein schoonveegde, waar ongeveer driehonderd mensen deelnamen aan een verboden demonstratie.
De politie werd bekogeld met stenen, vuurwerk, fietsen en verkeersborden. Bij het Centraal Station werd een auto in brand gestoken, het station werd vernield en er werden winkels geplunderd. Dat breidde zich uit tot in het centrum.
Stanley C. nam niet meer deel aan de vernielingen en plunderingen. Toen was hij al opgepakt.
Eerder deze week kwamen relschoppers uit andere steden al voor verschillende rechters. De hoogste straf tot nu toe was negentig dagen cel, waarvan zestig voorwaardelijk, voor iemand die betrokken was bij rellen op het Museumplein in Amsterdam.

Slide 3 - Diapositive

Indeling teksten
titel
inleiding 
middenstuk
slot

Slide 4 - Diapositive

Titel: haar
Inleiding: hoofd


Kern: lijf


Slot: benen / voeten

Slide 5 - Diapositive

Doel van de titel?

Slide 6 - Carte mentale

Titel

De titel verraadt al veel
Het trekt de aandacht; ga je de tekst lezen of niet?
De titel noemt vaak al het onderwerp.

Slide 7 - Diapositive

Opbouw
Titel: trekt de aandacht
Inleiding: onderwerp wordt duidelijk: introductie/voorbeeld
Middenstuk: verschillende kanten van het onderwerp worden besproken.
Slot: samenvatting, conclusie, verwijzing naar begin tekst. een vraag stellen, verwachting uitspreken, een advies geven


Slide 8 - Diapositive

Begin
introductie van het onderwerp. 
 de schrijver trekt de aandacht met een voorbeeld of anekdote.

Slide 9 - Diapositive

Wat is een anekdote?

Slide 10 - Question ouverte

Slide 11 - Diapositive

Wat is volgens jou het onderwerp van dit artikel?

Slide 12 - Carte mentale

Inleiding

Een schrijver kan een tekst op meerdere manieren inleiden:

  • Beschrijven van de aanleiding --> de schrijver beschrijft een gebeurtenis die aanleiding was om de tekst te schrijven
  • Vragen stellen --> de schrijver stelt vragen die hij in de tekst gaat beantwoorden
  • Situatieschets --> de schrijver beschrijft een situatie die voor de lezer herkenbaar of interessant is
  • Omschrijving van een probleem --> de schrijver beschrijft een probleem dat in de tekst centraal staat.
  • belangrijkste informatie alvast geven
  • Combinatie van bovenstaande elementen


Slide 13 - Diapositive

Hoe krijg je de aandacht? 

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Hoe is een goede tekst opgebouwd?
A
Inleiding en middenstuk
B
Inleiding, middenstuk en slot
C
Middenstuk en slot
D
Inleiding en slot

Slide 19 - Quiz

Wat is waar?
A
In de inleiding staat de conclusie
B
In de inleiding geef je aan waar het over gaat
C
De inleiding begint altijd met een vraag

Slide 20 - Quiz


Middenstuk
Verschillende kanten 
van het onderwerp. Vaak meerdere alinea's 
en ook tussenkopjes (deelonderwerpen)



Slide 21 - Diapositive

Indeling tekst: middenstuk
  • De verschillende kanten van een onderwerp komen aan de orde
  • Dit gebeurt met behulp van deelonderwerpen
  • Bijvoorbeeld: een tekst over phishing
  • Deelonderwerpen kunnen dan zijn: gevaarlijke e-mails, criminaliteit, financiële schade, aangifte doen bij de politie, etc.

Slide 22 - Diapositive

Slot
Laatste alinea in de tekst 
Belangrijkste wordt nog eens herhaald of er komt een conclusie. 
dus: 
1. samenvatting
2. conclusie 
- Soms een terugverwijzing naar het voorbeeld of de anekdote uit het begin van de tekst.

Slide 23 - Diapositive

Slot vervolg


  • Activeren --> de schrijver wil dat een lezer iets gaat doen, bijvoorbeeld een product kopen
  • Advies --> de schrijver geeft de lezer advies
  • Oplossing --> de schrijver geeft een oplossing voor het probleem dat in de tekst is beschreven


Let op signaalwoorden in het slot: dus, al met al 


Slide 24 - Diapositive

Wat staat er in het slot
A
conclusie
B
uitleg
C
onderwerp

Slide 25 - Quiz

Wat is de juiste volgorde van een tekstindeling?
A
Inleiding, middenstuk met tussenkopjes, slot
B
Inleiding, slot, middenstuk
C
Inleiding, middenstuk met eventueel tussenkopjes, slot
D
Titel, inleiding, middenstuk met eventueel tussenkopjes, slot

Slide 26 - Quiz

In welk deel van de tekst maak je kennis met het onderwerp?
A
Inleiding
B
Middenstuk
C
Slot

Slide 27 - Quiz

Opbouw
Titel: bevat onderwerp of trekt de aandacht
Inleiding: onderwerp wordt duidelijk: introductie/voorbeeld
Middenstuk: verschillende kanten van het onderwerp worden besproken.
Slot: samenvatting, conclusie, verwijzing naar begin tekst. 


Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Wat is de juiste volgorde van de tekst?
A
A-B-C-D
B
B-C-D-A
C
D-A-C-B
D
C-D-A-B

Slide 30 - Quiz