Herhaling 1.1 en 1.2

Herhaling voor SO
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Herhaling voor SO

Slide 1 - Diapositive

Lesplan
1. leerdoelen doornemen
2. uitleg lesstof en oefenen met vragen 
3. vragen stellen

Slide 2 - Diapositive

1.1
ontdek je binnenste

Slide 3 - Diapositive

1.1
Leerdoelen
o De leerling kent vier orgaanstelsels
o De leerling kan de taak van het beenderstelsel/skelet beschrijven
o De leerling kan de taak van het verteringstelsel beschrijven
o De leerling kan de taak van het ademhalingsstelsel beschrijven
o De leerling kan de taak van het bloedvatenstelsel
o De leerling kan uitleggen wat een orgaan en een voorbeeld geven
o De leerling kan uitleggen wat een orgaan doet.
o De leerling kan de onderdelen van een cel (cytoplasma, celmembraan, celkern) herkennen.
o De leerling kan de opbouw van een orgaanstelsel beschrijven

Slide 4 - Diapositive

Wat zie je op het plaatje?
A
een orgaan
B
cellen
C
een orgaanstelsel

Slide 5 - Quiz

Wat zie je op het plaatje?
A
orgaan
B
cellen
C
orgaanstelsel

Slide 6 - Quiz

Wat zie je in het plaatje?
A
orgaan
B
cellen
C
orgaanstelsel

Slide 7 - Quiz

Tot welk orgaanstelsel hoort het volgend orgaan?

Slide 8 - Question ouverte

Tot welk orgaanstelsel hoort het volgend orgaan?

Slide 9 - Question ouverte

Wat is een orgaanstelsel?

Slide 10 - Question ouverte

Groot
Klein
Orgaan
Cel
Orgaanstelsel
Organisme

Slide 11 - Question de remorquage

Organen

Je lichaam bestaat uit organen.

Elk orgaan heeft een functie (eigen taak)

Organen kun je bekijken in een torso

Slide 12 - Diapositive

Orgaanstelsels
- Orgaanstelsel = een groep organen die samen één taak uitvoeren.

- Wat is een voorbeeld van een orgaanstelsel en wat is de taak?

Slide 13 - Diapositive

Verteringstelsel
Bestaat uit: mond, slokdarm, maag darmen en anus

Taak: het verteren van eten

Slide 14 - Diapositive

Skelet
bestaat uit: alle botten

Taak: stevigheid aan lichaam

Slide 15 - Diapositive

bloedvatenstelsel
Bestaat uit: hart en bloedvaten

Taak: het vervoeren van stoffen

Slide 16 - Diapositive

Ademhalingstselsel
Bestaat uit: neus, mond, longen en luchtpijp

Taak: ademhalen

Slide 17 - Diapositive

Bekijk de afbeelding van de orgaanstelsels.
 
Zet de juiste naam onder het juiste orgaanstelsel.

ademhalingsstelsel
bloedvatenstelsel

Slide 18 - Question de remorquage

Bekijk de afbeelding van de orgaanstelsels.
 
Zet de juiste naam onder het juiste orgaanstelsel.

Beenderstelsel
verteringsstelsel

Slide 19 - Question de remorquage

plaats de juiste taak bij het juiste stelsel
Eten verteren
vervoeren van stoffen
ademen
stevigheid

Slide 20 - Question de remorquage

Sleep de onderdelen van de dierlijke cel naar de goede plek
Celmembraan
Celkern
Cytoplasma

Slide 21 - Question de remorquage

1.2 je omgeving ontdekken
Leerdoelen
o De leerling kan beschrijven wat waarnemen is.
o De leerling kan uitleggen wat kenmerken zijn en een voorbeeld geven
o De leerling kan verschillende materialen benoemen die helpen bij het waarnemen.
o De leerling kan kloppende beschrijven geven van waarnemingen
o De leerling kan beschrijven wat een natuurgetrouwe tekening is
o De leerling kan beschrijven wat een schematische tekening is.
o De leerling kan beschrijven wat determineren is.
o De leerling kan beschrijven hoe een zoekkaart werkt.

Slide 22 - Diapositive

Kies het juiste begrip voor de volgende beschrijving:
Alles wat leeft
A
organisme
B
orgaan
C
orgaanstelsel
D
kenmerken

Slide 23 - Quiz

Wat is waarnemen

Slide 24 - Question ouverte

Hoe kan je waarnemen?

Slide 25 - Question ouverte

microscoop
Loep
onderdelen van cellen
onderdelen van organismen

Slide 26 - Question de remorquage

Sleep de namen van de onderdelen van de microscoop naar de juiste plek.
bovenste lens
Grote schroef
onderste lens
Kleine schroef
Lamp
Tafel
Statief

Slide 27 - Question de remorquage

Microscoop
Microscoop onderdelen

Slide 28 - Diapositive

Hoe beschrijf je wat je ziet
wanneer je leuke dieren hebt gezien wil je die beschrijven aan andere. Kan op 3 manieren.
1. beschrijven (gesprek)
2. beschrijven (geschreven)
3. tekening

Slide 29 - Diapositive

schematische tekening
natuurgetrouwe tekening

Slide 30 - Question de remorquage

Welke 2 soorten tekeningen kan je maken?

Slide 31 - Question ouverte

Mag wel met schematische tekening
Mag niet met schematische tekening
potlood
stift
rechte lijnen
schuine lijnen
inkleuren
onderdelen benoemen

Slide 32 - Question de remorquage

Wat is determineren
A
tekening maken
B
naam opzoeken
C
een beschrijving geven
D
microscoop gebruiken

Slide 33 - Quiz

Leg in je eigen woorden uit hoe een zoekkaart werkt

Slide 34 - Question ouverte

Nog vragen?
Ga zelfstandig leren voor de toets

Slide 35 - Diapositive