Paragraaf 1 Omzet, kosten en winst

Hoofdstuk 5
De kosten van een bedrijf
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 5
De kosten van een bedrijf

Slide 1 - Diapositive

Paragraaf 1 Omzet, kosten en winst
Leerdoelen
- Wat is omzet, kosten en winst
- Welke BTW tarieven zijn er
- Hoe berekenen we de BTW
- Wat is Breakeven omzet en Breakeven afzet
- Kostprijs berekening

Slide 2 - Diapositive

Een positief bedrijfsresultaat

Slide 3 - Diapositive

Een negatief bedrijfsresultaat

Slide 4 - Diapositive

2

Slide 5 - Vidéo

BTW - welke tarieven zijn er?

Slide 6 - Diapositive

BTW
BTW = Belasting over de Toegevoegde Waarde

  • 0% BTW - gezondheidszorg, school
  • 9% BTW - basisbehoeften (kapper, fietsenmaker, theater, levensmiddelen) 
  • 21% BTW - overige behoeften

Slide 7 - Diapositive

Inclusief BTW

Stel een tv kost € 600,- exclusief BTW
Wat is de consumentenprijs?

Slide 8 - Diapositive

Wat is de consumentenprijs van de TV van 600 euro ( ex btw )

Slide 9 - Question ouverte

Uitwerking

verkoopprijs exclusief BTW = 100%
btw = 21%
consumentenprijs inclusief BTW = 121%
dus € 600,- : 100 = x 21% = € 126,-
consumentenprijs = € 600,- + € 126,- = € 726,-
Dus verkort is dan € 600,- x 1,21 = € 726,-

Slide 10 - Diapositive

Exclusief BTW
Stel een nieuwe iphone kost € 899,- inclusief BTW.
Wat is de prijs exclusief BTW

Slide 11 - Diapositive

Stel een nieuwe iphone kost € 899,- inclusief BTW.
Wat is de prijs exclusief BTW

Slide 12 - Question ouverte

Uitwerking
Inkoopprijs exclusief BTW = 100%
Inkoopprijs = 21%
Inkoopprijs inclusief = 121%
€ 899,- = 121%
De prijs is dan € 899,- : 121 x 100 = € 742,98
Dus verkort € 899,- : 1,21 = € 742,98

Slide 13 - Diapositive

Verkoopprijs jas € 125 en btw is 21%.
Bereken de consumentenprijs

Slide 14 - Question ouverte

Rekenen met BTW
Verkoopprijs jas € 125 en btw is 21%. 
Bereken de consumentenprijs

  1. BTW berekenen:
    € 125 : 100 x 21 = € 26,25
  2. Consumentenprijs berekenen
    € 125 + € 26,25 = € 151,25

Slide 15 - Diapositive

Vaste en Variabele kosten

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Break-even-Point
Break even is het punt waar er geen winst en geen verlies wordt gemaakt. Alle kosten worden gedekt met het ontvangen geld. 
De totale opbrengsten (TO) zijn gelijk aan de totale kosten (TK)

Formule BEP (afzet)=     Constante kosten
                                            Verkoopprijs- variabele kosten
Bep Omzet = Afzet x verkoopprijs
                   

Slide 18 - Diapositive

Verkoopprijs 250 euro
Variabele kosten per product 175 euro
Vaste kosten 60.000 euro
Bereken de break-even afzet ?

Slide 19 - Question ouverte

uitleg
Formule BEP (afzet)=       Constante kosten
                                            (Verkoopprijs- variabele kosten)
60.000
(250-175)            60.000:75= 800 stuks

Slide 20 - Diapositive

Bereken de break even afzet

Slide 21 - Question ouverte

Uitleg
BEP omzet= BEP afzet x verkoopprijs
800 x 250=200.000 stuks. 

Slide 22 - Diapositive

Berekening kostprijs per product

(aantal.producten)(vaste.kosten+variabele.kosten)

Slide 23 - Diapositive

Maken
opgaves: 1 t/m 7  VWO blz 124
1 t/m 7 Havo blz 146
Hoe ? In stilte of op fluistertoon met je Buurman.
Klaar ?
Kun je verder met opgaven 8 t/m 15.

timer
15:00

Slide 24 - Diapositive

Paragraaf 1 Omzet, kosten en winst
Leerdoelen
- Wat is omzet, kosten en winst
- Welke BTW tarieven zijn er
- Hoe berekenen we de BTW
- Wat is Breakeven omzet en Breakeven afzet
- Kostprijs berekening

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Afschrijving
Afschrijven = de jaarlijkse waardeverminderen van kapitaalgoederen.
Bij afschrijven zijn 3 gegevens belangrijk:
  • aanschafwaarde
  • levensduur
  • restwaarde  

Slide 27 - Diapositive

Formule Afschrijving

Slide 28 - Diapositive

Voorbeeld afschrijving

Mevrouw Hollestelle heeft een Range Rover Evoque gekocht voor 45.000 euro. Over 5 jaar is deze auto nog 10.ooo euro waard.

Hoeveel is de jaarlijkse afschrijving van de auto?

Slide 29 - Diapositive

Aan de slag ?
Havo: opdracht 1 t/m 8 vanaf bladzijde 163 ( huiswerk vorige les)
Opgaven paragraaf 5, opgaven 1 t/m 6 bladzijde 166
VWO: opdracht 1 t/m 8 vanaf bladzijde 142 +
opgaven 8 t/m 12 op bladzijde 147 

Slide 30 - Diapositive