Kleur van teksten

Startopdracht
De gedichten van Ingmar Heytze zijn vaak zowel troostend als prikkelend.

Op welke manier kan het gedicht weeromstuit troostend en prikkelend werken voor een lezer?
Maak de startopdracht in je schrift.
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 25 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 55 min

Éléments de cette leçon

Startopdracht
De gedichten van Ingmar Heytze zijn vaak zowel troostend als prikkelend.

Op welke manier kan het gedicht weeromstuit troostend en prikkelend werken voor een lezer?
Maak de startopdracht in je schrift.

Slide 1 - Diapositive

Vorige lessen
Je hebt alle onderdelen van de examentraining leesvaardigheid behandeld, zowel tijdens lessen als zelfstandig. 
Tip: check de leerdoelenlijst!
Vandaag: de kleur van teksten (toets- en examenstof!)
Wat maakt een tekst betrouwbaar?
Tips voor de toets
Vooruitblik
Werkles voor vragen en oefenen
Schrijf je in voor de leesclub (zie SOM)

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

taal is een bril waarmee je naar de werkelijkheid kijkt

taal is een bril waarmee je naar de werkelijkheid kijkt

taal is een bril waarmee je naar de werkelijkheid kijkt

taal is een bril waarmee je naar de werkelijkheid kijkt

WAT EEN LEKKER STRAK GEORGANISEERD FEEST WAS HET GISTEREN. 
WAT EEN VOORSPELBAAR GEHEEL WAS HET GISTEREN. 

Slide 4 - Diapositive

Op welke manier is de krant hier gekleurd?

Slide 5 - Diapositive

Hoe gekleurd zijn deze teksten?

Slide 6 - Diapositive

Hoe gekleurd vind jij de krantenkoppen? 
Leg je antwoord uit.
Welke kenmerken geven teksten kleur?

Slide 7 - Diapositive

Wat geeft kleur aan de tekst?

Slide 8 - Diapositive

In hoeverre vind jij de teksten gekleurd? Verklaar je antwoord aan de hand van de tabel en gebruik voorbeelden uit de tekst.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Je krijgt geen puntenaftrek voor woordoverschrijding, maar een gegeven antwoord buiten het woordenaantal telt niet mee.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Daarna pas de woorden van de langere antwoorden met woordbegrenzing tellen (25+).

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive