les 3 paragraaf 7.3

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Welkom Zb1a

Startklaar

• Zit ik op mijn plek?
• Telefoon in het Zakkie in mijn tas?
  
• Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
• Schoolspullen op tafel? wiskundeboek deel 2, JdW-map, etui met pen, potlood en geodriehoek, gum, rekenmachine.
• Ben ik stil om te starten met de les?

Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan het welbevinden van leerlingen. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zitten startklaar en zijn bijvoorbeeld ingelogd in LessonUp en hebben hun JdW-map op tafel.

Wat zijn de schoolregels?…

• Respect: Ik heb respect voor mijn docent en klasgenoten.
  
• Ik luister goed tijdens de les.
  
• Als de docent praat of uitleg geeft ben ik stil.
  
• Ik steek mijn vinger op als ik een vraag wil stellen. Ik roep niet door de klas, ook niet om op anderen te reageren. Ik bemoei me met mezelf. 
• Natuurlijk zit ik op mijn eigen plek en gebruik ik alleen mijn eigen spullen

Aanspreekbaar blijven

Niet over de streep

Overzicht Periode 3

• Thema: hoofdstuk 6 negatieve getallen &
  hoofdstuk 7 tabel, grafiek & formule
• Benodigde lesmaterialen: boek deel 2, pen, potlood, rekenmachine, geodriehoek, gum + bij blokuur je chromebook voor Smartrekenen.

Vorige weken	Deze week	Volgende week	Daarna
Hoofdstuk 6, Rekenen met negatieve getallen	7.1 Tabellen 7.2 Grafieken 7.3 Formules	7.4 Formule, tabel en grafiek + SO H7	1 les herhalen + Toetsweek

SO hoofdstuk 6

Iedereen die het SO gemaakt heeft, heeft een voldoende! 

SO inhalen, donderdag 14 maart lesuur 7 (2de uur van het blokuur):

Yasmina, Azra, Tharen, Mateusz 

Even herhalen!

We gaan herhalen. 

belangrijk: het antwoord bedenk je voor jezelf. Dat ga je niet door de klas roepen.

Als je een beurt krijgt mag je het antwoord zeggen en uitleggen waarom dat antwoord volgens jou goed is. 

Wat is regelmaat ?

1. Er komt steeds hetzelfde bij
2. er komt steeds iets anders bij
3. er gaat steeds iets anders af
4. Er komt steeds hetzelfde bij of er gaat steeds hetzelfde af

Dit is een tabel met
regelmaat. Wat is de regelmaat?

1. De regelmaat is 1
2. Nee
3. De regelmaat is 20
4. Per uur komt er €20 bij

Vul in:
-1,5.....-2,5

1. <
2. >

5 + - 3 =

1. 5 - 3=
2. 5 - 3 =
3. 5 + 3 =

-5 + - 3 =

1. 5 - 3=
2. 5 - 3 =
3. 5 + 3 =

Welke regelmaat zie je in de grafiek?

1. Per uur komt er € 3 bij.
2. Per uur komt er € 3,50 bij.
3. Per uur komt er € 4 bij.
4. Per uur komt er € 5 bij.

Wat zijn de coördinaten van het punt waar de pijl bij staat?

1. (8,2)
2. (2,8)
3. (2,4)
4. (4,2)

Wat zijn de coördinaten van het punt waar de pijl bij staat?

1. (2,20)
2. (20,2)

Dit is een tabel met
regelmaat. Wat is de
regelmaat?

1. 2
2. Per uur gaat er 2 centimeter af
3. 2 uren per centimeter
4. geen regelmaat

• Tabel 'voorraad meel' heeft regelmaat. Waarom?
• Omdat er steeds hetzelfde af gaat, namelijk -3,5
• Tabel 'Mika' heeft geen regelmaat. Waarom?
• Omdat er niet steeds hetzelfde bij komt. 

Huiswerk bespreken  blz. 68

Huiswerk bespreken  blz. 68

Huiswerk bespreken  blz. 69

Nog een keer oefenen, met je buur

JdW-kijkwijzer

Lesopbouw:

1. VOORAF: Startklaar, Voorkennis activeren
2. INSTRUCTIE: Leerdoelgericht werken, Inclusieve didactiek, Concrete en herkenbare voorbeelden
3. TOEPASSING: Actieve verwerking, Formatief handelen 
4. EVALUATIE: Afsluiting

Aan het eind van de les...

.... Kan ik een formule uitleggen

.... Kan ik met een formule rekenen

Hoofdstuk 7.3 Formules vanaf  blz 71

Schrijf in je huiswerkplanner op woensdag 20 maart lesuur 6:

Maken opgaves op blz 73 en 74

Meenemen: wiskundeboek deel 2 + pen + potlood + gum + rekenmachine + geodriehoek + laptop & oplader voor smartrekenen

Huiswerk

Vrijdag 21 maart

SO hoofdstuk 7

Paragraaf 7.1, 7.2, 7.3 en 7.4

(7.5 en 7.6 dus niet)

De toets is op papier.

Meenemen: rekenmachine, geodriehoek, pen, potlood, gum

Ook in je agenda

Wat betekent
regelmaat?

2. Voorkennis activeren

De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen.

Samen maken  blz 71

Instructie

Samen lezen, bladzijde 71

4. Inclusieve didactiek

De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

apps.noordhoff.nl

Samen oefenen blz 72

5. Concrete en herkenbare voorbeelden

De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Samen oefenen blz 72

5. Concrete en herkenbare voorbeelden

De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

In tweetallen oefenen  blz 73

5. Concrete en herkenbare voorbeelden

De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

In tweetallen oefenen  blz 73

5. Concrete en herkenbare voorbeelden

De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Aan de slag

Wat: bladzijde  73 en 74

Moeilijk? Lees het gele theorieblok op blz 71 en 72

Eerder klaar? laat je boek controleren en ga Smartrekenen

Hoe:
stoplicht op rood = zelfstandig en in stilte. 

stoplicht oranje = fluisterend overleg 

stoplicht groen = opgave klassikaal bespreken

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Controlevragen

1. a.
2. b.
3. c.
4. d.

7. Formatief handelen

De docent geeft de leerlingen gedurende de verschillende lesfasen gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt leerlingen willekeurig met open vragen. Hierbij stimuleert de docent het kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen werk met elkaar te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden in te zetten.

Leg de formule uit

1. De formule gaat over hoeveel lessen je moet nemen. Het vaste bedrag is 9 euro en je betaalt per les 19 euro.
2. De formule gaat over het berekenen hoe duur de gitaarlessen zijn. Het vaste bedrag is 19 euro en je betaalt per les 9 euro.
3. De formule gaat over het berekenen hoe duur de gitaarlessen zijn. Het vaste bedrag is 9 euro en je betaalt per les 19 euro.

Als je wilt weten hoeveel je moet betalen voor 3 lessen type je op je rekenmachine in:

9+19x3=

1. waar
2. niet waar

Hoeveel moet je betalen voor 3 lessen?

1. 57 euro
2. 66 euro
3. 28 euro
4. 84 euro

Hoeveel moet je betalen voor 5 lessen?

1. 95 euro
2. 28 euro
3. 104 euro
4. 140 euro

Welk bedrag zet je op de plek van de ster?

1. 7,50
2. 5

Per uur komt er .... euro bij

1. 7,50
2. 5

Welk bedrag zet je op de plek van de ster?

1. 7,50
2. 5
3. 12,50
4. 20

Welk bedrag zet je op de plek van de ster?

1. 7,50
2. 5
3. 12,50
4. 20

    Begrippen uit deze les

• Formule
• Formule  uitleggen
• Formule invullen
• Vast bedrag

Aan het eind van de les...

.... Kan ik een formule uitleggen

.... Kan ik met een formule rekenen

Volgende week

Formules bij een tabel en grafiek

Hebben we de leerdoelen behaald?

Exit ticket

Smartrekenen

Smartrekenen

Ga naar :

• Magister,
• Leermiddelen
• Klik op Smartrekenen VO (de bovenste als er 2 staan)
• Klik op de gele knop links bovenaan. Soms is er een starttoets, soms zijn het alleen oefeningen.  
• Vraag? Vinger in de lucht. Het moet helemaal stil zijn. 

Inhalen SO: Mateusz, Tharen, Yasmina, Azra

Smartrekenen

Beoordeling periode 3:

• Goed: meer dan 2 uur effectief gerekend OF 2 uur gerekend & boven 1F niveau
• Voldoende: 2 uur effectief gerekend
• Onvoldoende: onder 2 uur effectief gerekend. 

Hoe kan je zien hoeveel tijd je gerekend hebt?

Smartrekenen

Wat: Smartrekenen. De vragen goed lezen, serieus werken. Vragen? Vinger in de lucht!

Hoe:
stoplicht op rood = zelfstandig en in stilte. 

stoplicht oranje = fluisterend overleg met je buurman/buurvrouw

stoplicht groen = opgave klassikaal bespreken

Voor de leerlingen die uit een boek werken:

Beginnen bij bladzijde 1 & verder werken.