Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Klimaatverandering
Duurzaamheid
Slide 1 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Leerdoelen en planning
Aan het einde van de les weet je:
Wat je waardoor klimaatverandering ontstaat.
Welke rol de mens speelt in klimaatverandering.
Verschillende gevolgen van klimaatverandering te benoemen.
Herhaling (verplicht voor aantal leerlingen)
Uitleg
Opdrachten maken (Learnbeat)
+Opdracht
Trainingstoets
= verplicht
Slide 2 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Klimaatfactoren
Klimaatverandering is normaal!
Klimaatverandering
De laatste jaren stijgt de temperatuur sterk. Sterker dan normaal. De klimaatverandering gaat dus anders dan eerdere klimaatveranderingen.
Slide 3 - Diapositive
Verandering van het klimaat (klimaatverandering) is heel normaal. Niet zo heel lang geleden, tussen 1400 en 1850, was er bij ons nog de ‘kleine ijstijd’. Het was toen kouder en er lag meer sneeuw. De gletsjers in de Alpen groeiden aan. Nu ligt de temperatuur 1 à 2 graden hoger. Het is dan ook niet vreemd dat de gletsjers zich terugtrekken en dat het land- en zee-ijs smelt
Klimaatfactoren
De mens versterkt dit proces.
Klimaatverandering
Slide 4 - Diapositive
Het grote verschil met temperatuurstijgingen in het verleden is dat de mens de huidige klimaatverandering mede veroorzaakt. Dit is het versterkte broeikaseffect. De natuur speelt ook nog steeds een grote rol (het natuurlijke broeikaseffect), maar doordat de mens extra CO2-uitstoot veroorzaakt, zal de temperatuur op aarde extra toenemen. Wetenschappers hopen dat deze extra stijging beperkt blijft tot 1,5 tot 2 °C aan het einde van de eenentwintigste eeuw, maar door terugkoppelingen kunnen de gevolgen van die extra opwarming heel groot zijn
Klimaatfactoren
Gevolgen Klimaatverandering
Overstromingen
Droogte
Methaan
Zeespiegelstijging
Slide 5 - Diapositive
De zeespiegel stijgt. Dat komt door het afsmelten van landijs, bijvoorbeeld op Groenland en Antarctica. Smeltend zee-ijs speelt geen rol in de zeespiegelstijging. Als bevroren water smelt, neemt het net zo veel ruimte in als daarvoor. Wel stijgt de zeespiegel door opwarming. Als je water opwarmt, zet het uit en krijgt het meer volume. De zeespiegel kan deze eeuw wel 0,5 m stijgen
Klimaatfactoren
Gevolgen Klimaatverandering
Voorbeelden:
De zeespiegel stijgt. Dat komt door het afsmelten van landijs, bijvoorbeeld op Groenland en Antarctica.
Het klimaat wordt extremer: natter of juist droger.
In de permafrost op de toendra’s zitten resten gras, mos en andere planten. Als het warmer wordt en die resten gaan ontdooien en verrotten, komt er methaan vrij.
Slide 6 - Diapositive
De zeespiegel stijgt. Dat komt door het afsmelten van landijs, bijvoorbeeld op Groenland en Antarctica.
Het klimaat wordt extremer: natter of juist droger.
In de permafrost op de toendra’s zitten resten gras, mos en andere planten. Als het warmer wordt en die resten gaan ontdooien en verrotten, komt er methaan vrij. Dat is een belangrijk broeikasgas, waardoor de opwarming van de aarde versnelt.
Klimaatfactoren
Zeepiegelstijging
Slide 7 - Diapositive
De zeespiegel stijgt. Dat komt door het afsmelten van landijs, bijvoorbeeld op Groenland en Antarctica. Smeltend zee-ijs speelt geen rol in de zeespiegelstijging. Als bevroren water smelt, neemt het net zo veel ruimte in als daarvoor. Wel stijgt de zeespiegel door opwarming. Als je water opwarmt, zet het uit en krijgt het meer volume. De zeespiegel kan deze eeuw wel 0,5 m stijgen
Klimaatfactoren
Overstromingen
Overstromingen
Slide 8 - Diapositive
Het klimaat wordt extremer: natter of juist droger. Dat betekent meer wateroverlast, zoals overstromingen, of juist watertekorten en verdroging van de (landbouw)grond. De verdroging kan zelfs de woestijn laten oprukken (verwoestijning). De opwarming heeft ook gevolgen voor de ligging van landbouw- en landschapszones. Zo schuiven de gordels van de taiga en de toendra op en kan er in Europa steeds noordelijker aan akkerbouw worden gedaan.
Klimaatfactoren
Droogte
Droogte
Verwoestijning
Slide 9 - Diapositive
Het klimaat wordt extremer: natter of juist droger. Dat betekent meer wateroverlast, zoals overstromingen, of juist watertekorten en verdroging van de (landbouw)grond. De verdroging kan zelfs de woestijn laten oprukken (verwoestijning). De opwarming heeft ook gevolgen voor de ligging van landbouw- en landschapszones. Zo schuiven de gordels van de taiga en de toendra op en kan er in Europa steeds noordelijker aan akkerbouw worden gedaan.
Klimaatfactoren
Methaan
Zeespiegelstijging
Overstromingen
Droogte
Methaan
Slide 10 - Diapositive
In de permafrost op de toendra’s zitten resten gras, mos en andere planten. Als het warmer wordt en die resten gaan ontdooien en verrotten, komt er methaan vrij. Dat is een belangrijk broeikasgas, waardoor de opwarming van de aarde versnelt.
Slide 11 - Vidéo
Cet élément n'a pas d'instructions
Opdrachten
Maken in Learnbeat
Paragraaf 1.3
Klimaatverandering
Opdrachten
Slide 12 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Net als aan uitputbare energiebronnen, komt er een einde aan deze les!