2.4 rechtszaak en straffen

2.4 De rechtszaak
  • Je kent de verschillende stappen in een rechtszaak en kunt benoemen wie er in welke stap aan het woord is.
  • Je kunt benoemen welke verschillende rechtbanken er zijn en wat zij doen.
  • Je kent de verschillende straffen die er gegeven kunnen worden.
  • Je kent de verschillende doelen van straffen.

1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

2.4 De rechtszaak
  • Je kent de verschillende stappen in een rechtszaak en kunt benoemen wie er in welke stap aan het woord is.
  • Je kunt benoemen welke verschillende rechtbanken er zijn en wat zij doen.
  • Je kent de verschillende straffen die er gegeven kunnen worden.
  • Je kent de verschillende doelen van straffen.

Slide 1 - Diapositive

Het strafproces 
Aanhouding
Politie 
Opsporing
Officier van justitie & politie
Vervolging
Openbaar ministerie
Berechting
Rechter
Hoger beroep/ cassatie
Gerechtshof/ de hoge raad 
Uitvoering van de straf
Ministerie van rechtsbescherming

Slide 2 - Diapositive

1

Slide 3 - Vidéo

01:48
Wat wordt er besloten?

Slide 4 - Diapositive

Wanneer ben je schuldig?
  • Gaat het om een strafbaar feit?
  • Is bewezen dat de verdachte het gedaan heeft?
  • Is de verdachte strafbaar?

3x ja = schuldig

Slide 5 - Diapositive

Eerlijk proces
Vervolgen? De verdachte krijgt dan een dagvaarding.

Dagvaarding = Een oproep om voor de rechter te verschijnen. 
In de dagvaarding staat: 
  • het feit waarvan je verdacht wordt.
  • het tijdstip en de plaats waar de zitting plaatsvindt.

Slide 6 - Diapositive

Wie is wie?

  1. Verdachte
  2. Rechter
  3. Advocaat
  4. Getuige(n)
  5. Pers
  6. Publiek
  7. Officier van Justitie
  8. Griffier

Slide 7 - Diapositive

Wie zit waar? 
1. Bode  2. Parketpolitie  3. Officier van Justitie                4. Rechter  5. Griffier   6. Advocaat   7. Verdachte            8. Getuige   9. Pers  10. Publiek (slachtoffer)

Slide 8 - Diapositive

7 stappen in een rechtszaak
1:  Opening                              
2: Tenlastelegging (aanklacht)    - ovj                      
3: Onderzoek         
4: Requisitoir       
5: Pleidooi              
6: Laatste woord verdachte    
7. Vonnis                       

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Rechtbanken 
Rechtbanken
Gerechtshoven
Hoge raad
Geheel nieuwe behandeling
Schending wetten/regels 
Hoger beroep
In cassatie

Slide 11 - Diapositive

Samenvatting
Een rechtszaak begint met een                            van de gegevens. Als alles klopt, leest de officier van justitie de                              voor. Hierin staat waar de verdachte van beschuldigd wordt. Daarna worden vragen gesteld. Eerst aan de verdachte en daarna aan de                           . Na de ondervragen eist de officier een                       . De advocaat, die de verdachte                           , probeert de rechter ervan te overtuigen een lagere straf de geven. De rechter bepaalt uiteindelijk de straf, dit is het                           .

aanklacht
controle
getuige
straf
verdedigt
vonnis
helpt
uitspraak

Slide 12 - Question de remorquage

Hoofdstraffen
  • Vrijheidsstraf: max. levenslang. 
  • Taakstraf: leer- of werkstraf.
  • Geldboete
  • Bijkomende straffen: altijd in combinatie met een andere straf. Bijv: ontzegging rijbevoegdheid/beroep.

Slide 13 - Diapositive

Strafrechtelijke maatregelen
  • Terbeschikkingstelling (TBS): behandeling psychisch zieke daders 
  • Onttrekking: gestolen goederen inleveren
  • Ontneming wederrechtelijk voordeel: criminele winsten inleveren 
  • Schadevergoeding slachtoffer (kan bij materiele OF immateriële schade)

Slide 14 - Diapositive

Voorwaardelijke straf
“U krijgt een gevangenisstraf van 5 maanden, waarvan 2 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar.

Slide 15 - Diapositive

Functies van straffen
  • Afschrikking (straf schrikt af en geen herhaling)
  • Voorkomen van eigenrichting (zelf voor rechter spelen) 
  • Resocialisatie (heropvoeding)
  • Wraak en vergelding (oog om oog, tand om tand)
  • Beveiligen van de samenleving

Slide 16 - Diapositive

Doel 1: Afschrikking
Hoge straffen zullen ervoor zorgen dat mensen minder snel misdaden plegen (want het schrikt af).

Slide 17 - Diapositive

Doel 2: Voorkomen van eigenrichting 

De overheid zorgt voor rechtshandhaving. Dit is niet een taak voor de burgers.
Mensen moeten geen eigen rechter gaan spelen.

Slide 18 - Diapositive

Doel 3: Resocialisatie
De straf moet zorgen dat een dader niet nog een keer in de fout gaat.

Dader keert weer terug in de samenleving (leert normen van de samenleving).

Slide 19 - Diapositive

Doel 4: Vergelding
Als je de wet overtreedt, verdien je straf.
Misdaad mag niet lonen, het moet je niks opleveren: daarom een straf. 

Slide 20 - Diapositive

Doel 5: Bescherming van de samenleving

Door de straf wordt de samenleving beschermd tegen de dader.
Vooral voor bepaald soort daders 
(denk aan: seriemoordenaars,
pedofielen, recidivisten). 

Slide 21 - Diapositive

Welk doel hebben de volgende straffen?
Schrijf steeds de letter van het meerkeuze antwoord op!

Slide 22 - Diapositive

Een vrouw die bejaarden heeft opgelicht, moet als taakstraf 40 uur vrijwilligerswerk doen in een verzorgingstehuis.
A
Vergelding
B
Afschrikking
C
Resocialisatie
D
Bescherming vd samenleving

Slide 23 - Quiz

Een seriemoordenaar krijgt levenslang
A
Vergelding
B
Afschrikking
C
Resocialisatie
D
Bescherming vd samenleving

Slide 24 - Quiz

Gedetineerden kunnen tijdens hun gevangenschap trainingen en opleidingen volgen
A
Vergelding
B
Afschrikking
C
Resocialisatie
D
Bescherming vd samenleving

Slide 25 - Quiz

Wie plagiaat pleegt bij zijn scriptie (of PWS) moet voor de examencommissie verschijnen.
A
Vergelding
B
Afschrikking
C
Resocialisatie
D
Bescherming vd samenleving

Slide 26 - Quiz

Weektaak
  • Lees paragraaf 2.4
  • Maak opdrachten 9, 11 en 16 (blz. 45, 46, 49 werkboek). 

Slide 27 - Diapositive