MASK criminaliteit KB h8 18 nov

MASK kB criminaliteit h8.1
Leerdoel:
Waarom straffen we?
Wat is het verschil tussen vroeger en nu?

1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

Éléments de cette leçon

MASK kB criminaliteit h8.1
Leerdoel:
Waarom straffen we?
Wat is het verschil tussen vroeger en nu?

Slide 1 - Diapositive

Samenvatting (sleep naar de juiste plek)
Een rechtszaak begint met een                            van de gegevens. Als alles klopt, leest de officier van justitie de                              voor. Hierin staat waar de verdachte van beschuldigd wordt. Daarna worden vragen gesteld. Eerst aan de verdachte en daarna aan de                           . Na de ondervragen eist de officier een                     . De advocaat, die de verdachte                           , probeert de rechter ervan te overtuigen een lagere straf de geven. De rechter bepaalt uiteindelijk de straf, dit is het                           .

aanklacht
controle
getuige
straf
verdedigt
vonnis
helpt
uitspraak

Slide 2 - Question de remorquage

Hoogste rechtbank in Nederland
A
Gerechtshof
B
Hoge Raad
C
In Cassatie

Slide 3 - Quiz

Je hebt iemand zwaar mishandeld. Naar welke rechtbank ga je?
A
Gerechtshof
B
Meervoudige kamer
C
Politierechter
D
Hoge Raad

Slide 4 - Quiz

1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
Opening
Aanklacht
Verhoor van getuigen
Verhoor van verdachte
Requisitoir
Pleidooi
Laatste woord
Uitspraak

Slide 5 - Question de remorquage

Slide 6 - Vidéo

Wat voor straf kreeg jij als kind en waar kreeg je bijvoorbeeld straf voor?

Slide 7 - Question ouverte

Straffen vroeger en nu...

Slide 8 - Diapositive

Straffen vroeger en nu
- Heel vroeger strafte de familie je.
- Rond de 12de eeuw kwamen er vorstendommen met rechtspraak.
- Pas in de 19de eeuw begon men democratie en mensenrechten belangrijk te vinden. De doodstraf en martelingen werden afgeschaft en gevangenisstraffen werden de norm.

- Na 1945 werd resocialisatie belangrijk: De daders moesten beter worden.
Taakstraffen werden ingevoerd.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Waarom Straffen we? (in je schrift)
- Wraak en vergelding: Kwaad moet gestraft worden.
- Genoegdoening: Door een straf voelt het slachtoffer zich beter
- Afschrikken/ preventie: Je gaat het niet doen of doet het niet weer.
- Beveiliging samenleving: Als ze vastzitten kunnen ze niks doen.
- Voorkomen van eigenrichting: Zorgen dat mensen niet voor eigen rechter gaan spelen.
- Heropvoeding van de dader: een nieuwe kans

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Vergelding
Afschrikking
Resocialisatie
Beveiliging van de samenleving
'Mensen die de wet overtreden verdienen straf'
'Als een crimineel weet dat er een hoge straf is, zal hij zich misschien bedenken voordat hij zijn plan uitvoert.'
'Een straf moet ervoor zorgen dat de dader niet nog een keer in de fout gaat'
De rechter geeft vaak een gevangenisstraf  als de kans op recidive heel groot is'

Slide 13 - Question de remorquage

Als mensen voor eigen rechter spelen
A
Wraak en vergelding
B
Eigenrichting
C
resocialisatie

Slide 14 - Quiz

Twee jongens hebben een oude man in elkaar geslagen. Van de rechter krijgen ze een taakstraf. De familie van het slachtoffer is boos dat er geen gevangenisstraf is opgelegd. Zij zoeken de jongens op en slaan hen eigenhandig in elkaar. Welke doelen van straffen zijn hier niet bereikt?
A
Voorkomen van eigenrichting
B
Wraak en vergelding
C
Heropvoeding of resocialisatie
D
Afschrikking

Slide 15 - Quiz

Wat is het doel van TBS?
A
leerstraf
B
wraak en vergelding
C
beveiligen van de samenleving

Slide 16 - Quiz

Met welk doel zijn er taakstraffen gekomen?
A
Resocialisatie
B
Vergelding
C
Preventie
D
Voorkomen van eigen richting

Slide 17 - Quiz

Wat voor straf zou je iemand geven die een moord gepleegd heeft? Je mag alle straffen bedenken die je wilt.

Slide 18 - Question ouverte

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

aan de slag
maak de opdrachten van paragraaf 8
dinsdag - uitleg paragraaf 8.2
woensdag uitleg paragraaf 8.3

Slide 21 - Diapositive