Breuken, Decimalen en Procenten - Deel van een geheel
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMBOStudiejaar 2
Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 90 min
Éléments de cette leçon
Breuken, Decimalen en Procenten - Deel van een geheel
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Wat zijn breuken?
Breuken zijn getallen die een deel van een geheel vertegenwoordigen, bestaande uit een teller en een noemer.
Slide 3 - Diapositive
Wat zijn decimalen?
Decimalen zijn getallen die deel van een geheel vertegenwoordigen, waarbij de plaatswaarde wordt aangeduid door cijfers achter de komma.
Slide 4 - Diapositive
Voorbeeld van een decimaal
Een voorbeeld van een decimaal is 0,75, waarbij 0 het gehele deel is en 75 het decimale deel.
Slide 5 - Diapositive
Wat zijn procenten?
Procenten zijn getallen die een deel van een geheel vertegenwoordigen, waarbij het geheel is verdeeld in 100 gelijke delen.
Slide 6 - Diapositive
Voorbeeldconversie
Een voorbeeldconversie is het omzetten van de breuk 1/2 naar een decimaal en vervolgens naar een percentage. 1/2 = 0,5 = 50%.
Slide 7 - Diapositive
Rekenen procenten
1. Ik reken een deel van een totaal uit.
2. Ik reken het percentage uit.
Slide 8 - Diapositive
Uitleg
100% = het totaal (een aantal of bijv. een bedrag)
Procent = per honderd, jij deelt dus altijd eerst door 100,
dan weet je wat 1% is.
Voorbeeld:
5% van € 120 =
Slide 9 - Diapositive
1. voorbeeld: Deel van een totaal uitrekenen
17% van de huizen in een wijk heeft zonnepanelen op het dak.
Er staan 300 huizen in de wijk.
Hoeveel huizen in de wijk hebben zonnepanelen op het dak?
Dus eerst: wat is 1% en dan x 17
Slide 10 - Diapositive
2. Percentage uitrekenen
Je kunt met een deel en het totaal het percentage uitrekenen. Je rekent dan uit welk percentage dat deel van het totaal is.
Slide 11 - Diapositive
2. voorbeeld: Percentage uitrekenen
Voor een festival zijn 30.000 kaarten beschikbaar.
Er zijn 6.600 kaarten verkocht.
Hoeveel procent van de kaarten voor het festival is al verkocht?
Formule = (deel : totaal ) x 100 = .... %
Slide 12 - Diapositive
Reken uit 25% van 40 is
A
25
B
40
C
10
D
100
Slide 13 - Quiz
Reken uit 2% van 300 is
A
2
B
4
C
6
D
300
Slide 14 - Quiz
Een jaar bestaat uit 250 werkdagen. Willem neemt 20 werkdagen per jaar vrij.
Hoeveel procent van de werkdagen neemt Willem vrij?
A
8%
B
20%
C
0,08%
D
10%
Slide 15 - Quiz
Reken uit 40% van 120 is
A
40
B
48
C
100
D
120
Slide 16 - Quiz
Ming maakt een rekentoets van 120 vragen. Hij heeft 42 vragen fout beantwoord. Hoeveel procent van de vragen heeft Ming fout beantwoord?
A
33,333%
B
30%
C
65%
D
35%
Slide 17 - Quiz
11% van de Amerikanen kan zijn eigen land niet aanwijzen op een kaart. In Amerika wonen 316 miljoen mensen. Hoeveel Amerikanen kunnen hun eigen land niet aanwijzen op een kaart?
A
34.760.000
B
3,476,000
C
34760
D
3,4760
Slide 18 - Quiz
De energiebehoefte van een vrouw is 2.100 kilocalorieën per dag. Een broodje hamburger bevat 27% van haar dagelijkse energiebehoefte.
Hoeveel kilocalorieën bevat een hamburger?
A
0,567 kcal
B
567 kcal
C
5,67 kcal
D
56,7 kcal
Slide 19 - Quiz
Hoeveel kost het rokje in de aanbieding?
A
€ 54,00
B
€ 50,00
C
€ 6,00
D
€ 66,00
Slide 20 - Quiz
Adira bezorgt 120 kranten. Om half zeven heeft ze al 18 kranten bezorgd.
Hoeveel procent van de kranten heeft Adira om half zeven al bezorgd?
A
85%
B
7,5%
C
18%
D
15%
Slide 21 - Quiz
Een bedrijf heeft 2.000 werknemers. 320 werknemers worden ontslagen.
Hoeveel procent van de werknemers wordt niet ontslagen?