Unité 2: Moi et les autres - heel unité 2 (vmbo)
1 / 27
La durée de la leçon est: 12 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
embêtant
A
raar
B
irritant
C
verliefd
D
grappig
Slide 2 - Quiz
alors
A
nou, dan
B
vooral
C
handig
D
natuurlijk
Slide 3 - Quiz
beau
A
mooi, knap
B
verliefd
C
schattig
D
kusjes
Slide 4 - Quiz
pendant
A
vooral
B
beste
C
tijdens, gedurende
D
alleen
Slide 5 - Quiz
la voisine
A
de nicht
B
de oma
C
de tante
D
de buurvrouw
Slide 6 - Quiz
le demi-frère
A
het apard
B
het geluk
C
de halfbroer
D
het zwembad
Slide 7 - Quiz
à la maison
A
op het platteland
B
thuis
C
bij mij thuis
D
een beetje
Slide 8 - Quiz
beaucoup
A
vooral
B
alleen
C
veel
D
rechts
Slide 9 - Quiz
le fils
A
de broer
B
de zoon
C
de dochter
D
de familie
Slide 10 - Quiz
l'an
A
de kat
B
de dag
C
het jaar
D
het kind
Slide 11 - Quiz
la soeur
A
de zus
B
de broer
C
de nicht
D
de moeder
Slide 12 - Quiz
à gauche
A
op het platteland
B
een beetje
C
links
D
rechts
Slide 13 - Quiz
le grand-mère
A
de opa
B
de oma
C
de grootouders
D
de ouders
Slide 14 - Quiz
j'___
A
as
B
ai
C
a
D
ont
Slide 15 - Quiz
nous ___
A
avons
B
avez
C
ont
D
as
Slide 16 - Quiz
elles ___
A
a
B
as
C
ont
D
avez
Slide 17 - Quiz
tu ___
A
a
B
as
C
ai
D
ont
Slide 18 - Quiz
vous ___
A
as
B
ont
C
avons
D
avez
Slide 19 - Quiz
quatre
A
14
B
5
C
13
D
4
Slide 20 - Quiz
huit
A
7
B
8
C
9
D
10
Slide 21 - Quiz
quinze
A
19
B
12
C
15
D
20
Slide 22 - Quiz
12
A
deux
B
trois
C
onze
D
douze
Slide 23 - Quiz
17
A
dix-neuf
B
dix-huit
C
dix-sept
D
seize
Slide 24 - Quiz
5
A
vingt
B
trois
C
onze
D
cinq
Slide 25 - Quiz
Tu as un animal?
A
Hoe oud ben je?
B
Heb je een dier?
Slide 26 - Quiz
C'est un copain de mon frère.
A
Het is een vriend van mijn broer.
B
Mijn broer is irritant.
